Sicilië (2008)
Sicilië (26-04-2008 -> 10-05-2008)
1. Persoonlijke gegevens
- Reisverslag van Hilde en Piet Duyck-Deruyck
Burg. Decoenestraat 10
8520 Kuurne
056 72 53 71
pietduyck@pandora.be
- Aangezien Piet huisman is mag men op elk moment van de dag proberen contact op te nemen om meer te vernemen over deze reis en reisbestemming.
- Daar Piet rolstoelgebruiker is gaat in ons reisverslag speciale aandacht naar rolstoeltoegankelijkheid.
- Als we spreken van cat. 1, 2, 3 of 4 dan verwijzen we naar het Britse logo-systeem betreffende rolstoeltoegankelijkheid:
Cat. 1. Toegankelijk voor individuele rolstoelgebruiker.
Cat. 2. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker met begeleider.
Cat. 3. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker die enkele stappen
kan zetten en maximaal drie treden kan nemen.
Cat. 4. Niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers.
- Piet is van cat. 3 – de 3 treden niet in acht genomen - en gebruikte op die reis een gewone opplooibare rolstoel van 64 cm breed en een zithoogte van 50 cm.
2. Voorbereiding + Reisinfo
We wisten goed wat we wilden: 2 weken in Sicilië, een week in het Oosten, de streek van Catania én de Etna, en een week in het Westen, de streek van Palermo, de hoofdstad. Voor de rest doen we alles zelfstandig en daarvoor moeten we dus een auto huren.
De voorbereiding bestond dus vooral in het binnenstappen in een reisbureau en wat palaveren want dit reisbureau moet niet enkel rekening houden met onze wensen maar ook met de wensen van het reisagentschap die die klus moest klaren. Dit reisagentschap werd uiteindelijk Thomas Cook.
Er wordt vanuit Zaventem gevlogen op Catania én op Palermo maar er heen vliegen op Catania (duur van de vlucht 2h50’) en terugvliegen vanuit Palermo (duur van de vlucht 2h30’) naar België, dat is onmogelijk als het een chartervlucht betreft. We stelden dus voor te vliegen op Palermo, er de gehuurde auto op te halen en direct door te rijden naar het Oosten, daar een week verblijven, dan terug naar het westen, er een week verblijven, dan de auto afleveren in Palermo en vandaaruit terugvliegen naar België.
Dat leek wel haalbaar en lukte dan uiteindelijk toch.
Verder haalden we de Trotter van Sicilië uit de bibliotheek, kochten de Michelinkaart 365 Sicilia en de Capitool van Sicilië en neusden een beetje in die 2 reisgidsen en dat was het. Wat die 2 reisgidsen en de landkaart betreft: zie hoofdstuk 8.
3. Geldzaken
- Reis- en logeerkosten:
Voor Hotel Il Picchio (logies/ontbijt) in Rovitello betaalden we € 827 x 2 = € 1654 maar daar zijn wel de vluchten Brussel-Palermo heen en terug inbegrepen.
Voor Aparthotel Torre Artale betaalden we (7 x € 19,70) x 2 = € 275,80
Er waren 3 vroegboekkortingen: – (€ 43,20 + € 34,20 + € 43,40) = - € 120,80
Er waren 2 weekendtoeslagen: + € 20,00
Voor de huurauto (zie hierna) betaalden we vooraf € 465
Alles bijeen betaalden we € 2294 + € 12 (Service fee) = € 2306 voor de reis en kwamen die
€ 45,73 (zie huurauto hierna) na de reis er nog bij.
Hotel Il Picchio is dus niet goedkoop maar daar staat dan tegenover dat het wel degelijk een echt rolstoeltoegankelijk hotel is én het enige hotel in het oosten van Sicilië dat enkel logies + ontbijt aanbiedt in de Thomas Cook-brochure, al de andere zijn half-pension of all inclusive en daar we nogal eenzelvige duiven zijn die graag zelf bepalen waar we onze graantjes pikken was de keuze een makkie.
We kozen in het westen van Sicilië voor Aparthotel Torre Artale omdat dat als enige enkel logies aanbiedt.
- Huurauto:
Via Thomas Cook huurden we dus een auto bij AVIS. Het werd een Fiat Punto, type B, 5-deurs omwille van de rolstoel. Dit kostte € 465 (€ 234 voor 1 week + 7 x € 33 per dag). Eén probleempje: je kan geen auto huren als je geen kredietkaart (genre Visakaart; een gewone bancontactkaart telt niet) bezit. We waren dus verplicht ons een Visakaart aan te schaffen.
De auto was nieuw (had 25 km gedaan) en we hadden geen enkel probleem ermee. We reden er iets meer dan 2000 km mee.
Een paar bemerkingen:
Er was geen reservatie door Thomas Cook van onze auto bij onze aankomst in Palermo maar dat bleek geen probleem. Alles kon toch geregeld worden na een aantal telefoontjes en overleg.
Bij het ophalen van de auto moest Hilde nogal wat papieren tekenen maar die waren exclusief in het Italiaans. Je weet dus niet wat je tekent.
Je krijgt een volgetankte auto dus moet je een volgetankte wagen terug afleveren maar als er geen benzinestation naast Avis staat is dat toch nogal veel gevraagd. We tankten dus vol in het dorp waar we logeerden en leverden hem ’s morgens om 7h af bij Avis aan de luchthaven na een ritje van ongeveer 50 à 60 km. Er was niemand bij Avis en de auto werd geparkeerd bij Avis, de papieren werden in een bus gedeponeerd en de sleutels in een andere bus. Een tiental dagen later kregen we dan thuis nog een factuur van € 45,73:
€ 15,43 voor brandstof (dat stelt zo ongeveer 10 liter voor: dan zou die auto zo’n 16 – 17 liter per 100 km verbruiken: dat lijkt ongeveer 3 maal de normale waarde); € 22,68 als milieu-toeslag en de lokale BTW-taks van 20% ttz € 7,62. Niet niks maar Thomas Cook troost je want ze vermelden: Niets te betalen, bedrag betaald door kredietkaart. Door de onze evenwel.
Niet echt transparent, zo’n manier van doen!
- Loodvrije benzine € 1,40 à 1,45; Diesel kostte € 1,35 à 1,40
- In de luchthaven van Zaventem, eenmaal de controle (waar je niet langs kan met meer dan 10 cl vloeistof) voorbij, kostte een flesje met 500 ml water (sta me toe dat ik het merk niet vermeld, maar ’t is wel water) € 3,40.
In Sicilië kostte een fles met 2000 ml water (ook gewoon water) € 0,38.
9 maal meer geld voor 4 maal minder water: das een verhouding van 1 op 36 ttz 1 l water in Zaventem kost zoveel als 36 liter water in Sicilië.
- Geld uit de muur halen is net als in België: met de gewone bancontactkaart of met de Visakaart.
- Prijzen zijn ook vermeld in de andere hoofdstukken bvb de ingangsprijs bij deze bezienswaardigheid (hoofdstuk 7) of de prijs van gene (w)etenswaardigheid (hoofdstuk 8).
4. Vliegen en rolstoeltoegankelijkheid
In Zaventem mag je dus met je rolstoel tot aan het vliegtuig en word je dan met een smal rolstoeltje naar je plaats gebracht in het vliegtuig. In de luchthaven van Palermo is het rolstoeltje net niet smal genoeg dus ga je te voet uit het vliegtuig of je laat je dragen en dan staat je rolstoel daar klaar.
In Zaventem gaven ze ons plaatsen op de 5de rij. In Palermo, bij de terugreis, wetende dat hun rolstoeltje niet smal genoeg is, gaven ze ons plaatsen op de 1ste rij. Gezond verstand noemen ze dat.
Verder geen problemen dus in de luchthavens en er zijn, waar nodig, liften en/of hellende vlakken en eventueel speciale busjes om je zonder trappen op het vliegtuig te krijgen of je eraf te halen.
Bij aankomst in Palermo moesten we naar Avis om de gehuurde auto op te halen. Avis en Co liggen een einde verderop maar een busje maakt de verbinding. Dit busje is niet rolstoeltoegankelijk dus ging Hilde alleen en pikte me later op met de auto. Toon aan de man aan de slagboom de gehandicaptenkaart, zodat hij de slagboom opent en je voor het luchthavengebouw raakt. Anders kan je je passagier niet meer ophalen. Als dit je overkomt (net als Hilde) moet je via een aantal ronde punten omrijden om alsnog aan de slagboom te geraken.
Bij het wachten op de terugreisvlucht naar Brussel heb ik eens een bezoekje gebracht aan het ruim (ongeveer 2 m x 2,10 m) rolstoeltoegankelijk toilet. De deur draait naar buiten maar er is geen handgreep bevestigd aan de binnenkant van die deur om de deur vlot te kunnen toetrekken. Er zijn verschillende handgrepen. Het toilet is verhoogd en heeft rechts een opklapbare horizontale handgreep waarvan een paar bevestigingsvijzen in de muur wat los zaten maar leek toch nog stevig verankerd. Links is er een verticale vaste handgreep op 50 cm voor de wc en een horizontale vaste handgreep op 60 cm hoogte en 60 cm voor de wc. Naast de wc hangt er een ‘gatsproeier’, dat vermoed ik toch, maar ik heb hem niet uitgeprobeerd. Verder is er een onderrijdbare lavabo met mobiele spiegel, zeepautomaat en automatische handdroger met warme lucht. Verder een nogal lange horizontale handgreep (geen idee waarvoor ze dient – turnoefeningen misschien – maar voor wie het wel weet is deze informatie misschien nuttig) in de hoek op 60 cm hoogte met 8 bevestigingspunten waarvan er eentje los zit maar de handgreep leek stevig.
5. Rolstoeltoegankelijkheid in Sicilië
- Sicilië kwam ons rolstoeltoegankelijker over dan we verwacht hadden. Zo zagen we in veel steden dat er regelmatig hellende vlakken voorzien zijn aan de voetpaden en bij ingangen van bezienswaardigheden.
- Neem je Europese parkeerkaart mee en dan kan je parkeren op parkings met het rolstoellogo en ook op parkings die geel omlijnd zijn. Die geel-omlijnde parkings zijn voor auto’s met een blauwe parkeerkaart en/of voor “laden en lossen”.
- De blauw-omlijnde parkings zijn betalend.
In Messina was het onmogelijk om te parkeren behalve op een drietal blauw-omlijnde parkeerplaatsen voor een gebouw van de politie. We hadden al gemerkt dat de Sicilianen straal hun laars vegen aan alle verkeersreglementen, parkeren incluis. Maar parkeren voor de politie en een kaartje leggen dat recht geeft op één uurtje parkeren en maar een halve dag later in je auto stappen, dat is er om vragen dat ze je auto wegslepen. Toen we aan die blauwe parkeerplaats wat treuzelden (veel rondgereden en nergens kunnen parkeren en dan plots 3 lege parkeerplaatsen zien, nou ja) kwam er net een agent naar buiten, we toonden onze parkeerkaart en vroegen hem of we daar mochten parkeren en hij was het daar, eerst aarzelend en dan volmondig mee eens. Onze auto werd na die halve dag niet weggesleept dus veronderstellen we dat auto’s begenadigd met een blauwe parkeerkaart gratis mogen parkeren op blauw-omlijnde parkings … maar we zijn niet verantwoordelijk voor negatieve gevolgen van deze gratuite bewering.
- Overal waar we parkeerden legden wij de Europese parkeerkaart duidelijk zichtbaar en hebben nooit problemen gehad.
6. Logies en rolstoeltoegankelijkheid
a) De eerste week logeerden we in Hotel Il Picchio. Dit hotel ligt in het dorpje Rovitello, een deelgemeente van Castiglione di Sicilia. Dichter bij de Etna kan je waarschijnlijk niet logeren want Rovitello ligt op 8 km van de vulkaantop. Verder is Rovitello een piepklein straatdorp met een paar tientallen huizen, waarvan er al verschillende onbewoond lijken, en een kerkje, waarvan de klokken nu en dan nog eens luiden.
Het hotel ligt even buiten het dorp en heet voluit Il Picchio Golf Resort en dus, jawel, je kan er dus golf spelen maar daar kunnen we jullie geen informatie over geven. Máár … en das misschien belangrijker, we kunnen wel melden dat dit hotel een maximum aan inspanningen heeft geleverd om dit hotel én een paar kamers op het gelijkvloers perfect rolstoeltoegankelijk te maken.
De kamer waar wij logeerden is ongeveer 6m op 4m waarvan 1 vierde ingenomen is door de afzonderlijke badkamer. De resterende 3 vierden is voldoende ruim en er is circuleerruimte.
Airconditioning is voorzien.
Het bed is stevig en is 180 cm breed (matrassen 2 x 90 cm) en 60 cm hoog (dikte van de stevige matrassen: 20 cm). Aan weerszijden van het bed is het 60 cm breed en staat er telkens een nachttafel. Wil je ruimte om met je rolstoel naast het bed te kunnen rijden, neem dan aan de ene kant de nachttafel weg zodat je aan de andere kant die nodige ruimte kunt voorzien.
De badkamer is ongeveer 3 m op 1,80 m (h = 2 m) en er is circuleerruimte. Links (als je vanaf de deur de badkamer in kijkt) is er een inrijdbare douche van 1 m op 1 m ttz op hetzelfde niveau als de badkamervloer en toch loopt de badkamer niet onder als men een douche neemt want de douche kan afgesloten worden door plooibare deuren. Er is een stevig bevestigd douchezitje (40 x 40; hoogte ongeveer 42 cm) en een L-vormige handgreep (70 cm hoog en 40 à 45 cm breed) op 75 cm hoogte en bevestigd aan de ene muur van de hoek en op 70 cm van de andere muur waar het douchezitje aan bevestigd is.
In het midden, achter het badkamerdeurgat, een onderrijdbare, stevig bevestigde, brede lavabo (h = 82 cm), ook met warm en koud water (mengkraan).
Rechts is er een verhoogde (h = 45 cm) wc, rechts (voor wie op het toilet zit) ervan een horizontale, opklapbare handgreep op 30 cm van de zijkant van de wc. Dat leek me wat ver maar toch kwam ie goed van pas evenals de wat hoge vensterbank links. Tegen die muur links is er ook nog een verticale handgreep die me ook nuttig was.
In een verloren hoekje staat er nog een bidet, volgens van Dale een laag ovaal zitbadje voor de intieme hygiëne, en da’s dan ook het enige wat ik er weet over te zeggen, sorry.
De vensters hebben aan de buitenkant uit houten latten (regelbaar zodat ze van horizontaal tot verticaal kunnen geplaatst worden ttz een systeem om de kamer fris te houden en ook de lichtinval te kunnen regelen) gemaakte luiken.
Aangezien de formule in dit hotel logies+ontbijt was, aten we dus ‘s morgens in het hotel en dat was voor ons misschien wel het enige wat zwakkere punt van dit hotel. Maar als je weet wat het ontbijt is van een Italiaan, ttz staande een koffie slurpen en eventueel daarmee vlug iets croissant-achtigs doorspoelen, dan kwamen we er toch nog goed vanaf. Er was een beetje fruit, voor elk één croissant of iets dergelijks, beschuiten, zoet beleg, koffie en/of melk, cornflakes, soms yoghurt.
Op het gelijkvloers, langs de kant van de weg en dus aan de voorkant van het hotel, waar het terras en de receptie en de eetzalen zich bevinden, is er maximum een niveauverschil van 1 trede en waar er al eens een trede is, is er telkens een lang zachtjes hellend vlak.
Aan de achterkant van het hotel liggen het tennisveld en zwembad. Aangezien de Etna ook achter het hotel ligt liggen die sportterreinen ook deels op de Etna-hellingen en dus op een hoger niveau en zijn dus te bereiken via steile hellende wegen of paden. Je kan er ook met de auto naartoe.
Van Thomas Cook kregen we bij onze aankomst in de luchthaven van Palermo een wegbeschrijving naar Rovitello. Een week later moesten we dus naar Aparthotel Torre Artale in Trabia maar daarvoor hebben we geen wegbeschrijving gekregen. Jammer want eigenlijk ligt dit Torre Artale eerder in San Nicola, een deelgemeente van Trabia. Om maar te zeggen dat we het niet zo vlot hebben gevonden.
b) Langs de kust, op de weg S 113 ergens tussen Trabia en San Nicola moet je links richting Sant’Onofrio naar boven, wegwijzers van Hotel Torre Artale duiden de weg aan. Het is in Hotel Torre Artale dat men zich moet aanbieden bij de receptie. Er is een grote parking en de receptie van het hotel is rolstoeltoegankelijk, twee niet steile hellende vlakken helpen daarbij.
We logeerden dus niet in het Hotel maar in Aparthotel Torre Artale dat een verzameling is van vele tientallen appartementen op een helling, gegroepeerd per 4. Bij elke verzameling van telkens 4 appartementen wordt elk appartement als gelijkvloers beschouwd: de 2 appartementen onderaan geven uit (bvb gericht naar het westen) op de lagergelegen straat; de 2 appartementen, gebouwd boven op de 2 onderste appartementen, geven uit (dan gericht naar het oosten) op een hogergelegen straat.
Elk appartement heeft een parkeerplaats op het perceel waarop het is gebouwd.
Ons werd appartement 648 toegewezen. Om dit appartement te bereiken moesten we vanaf de parkeerplaats een trapje (die dan nog in een draai lag zodat de treden niet evenwijdig zijn aan elkaar) van 4 treden op en 2 maal 1 trede. Dat trapje van 4 treden was er een beetje te veel aan, zeker als men dat enkele keren per dag gedurende 7 dagen moet overwinnen. Ook omdat ze ons gemeld hadden dat we op “groundfloor” zaten. Nu ja, al die appartementen zitten op groundfloor, en Hilde dacht: “Ik ga ne keer die andere groundfloors bekijken”. Ze zag er verschillende met een trap van meer dan 10 treden (mag je dat nog groundfloor noemen?) maar ook met enkel 2 maal 1 trede, oa nr 652 waar geen auto op de parking stond. Wij dan naar de receptie en Hilde voerde het woord: alles is psychologie: een Italiaanse heer kan moeilijk iets weigeren aan een vriendelijke dame die hem iets vraagt.
Nu was appartement 652 die dag bezet maar kwam ’s anderendaags vrij. En zo was het probleem – bijna – direct opgelost. De twee appartementen leken ongeveer tweelingbroers.
Het appartement is dus rolstoeltoegankelijk maar niet aangepast.
Het heeft 2 terrassen, je kan dus tijdens de dag buiten altijd, naar keuze, in de zon of in de schaduw zitten.
Er is een living met ook een eettafel, frigo met diepvriesvak en een keukentje met keukengerief.
Er zijn 2 slaapkamers, één met een enkelbed, één met een dubbelbed (160 cm breed; 55 cm (45 + 10) hoog waar je naast kunt rijden met de rolstoel.
Je kan ook met de rolstoel in de badkamer. Het gewoon toilet is 40 cm hoog. De lavabo is voldoende onderrijdbaar om zich te wassen. De douche bevindt zich in het bad: instaphoogte is, vermoed ik, 50 cm en er is geen douchegordijn. ’t Zou kunnen dat er ook een bidet – je weet wel – is. In 652 zijn er soms ook hagedisjes inbegrepen bij de badkamer…
De slaapkamers hebben hier ook, zoals in Hotel Il Picchio, die uit houten latten gemaakte luiken aan de vensters.
Overal, bij elk appartement, staan er mispelaars. Als je nog niet weet hoe lekker mispels (in ’t Italiaans: nespolo, mv nespoli) zijn dan is dit de ideale gelegenheid om die lekkere vrucht te leren kennen. En niet zeggen na één mispel: “’t is mijn smaak niet.” Je zal merken na enkele mispels dat de volgende mispel nog beter is dan de vorige.
7. Bezienswaardigheden en rolstoeltoegankelijkheid
- Aangezien Rovitello een deelgemeente is van Castiglione bezochten we dus eerst dit stadje. Ongelofelijk hoevele stadjes en dorpjes in Sicilië op en/of tegen een bergske, heuvel, helling steunen, aanleunen, hangen. Chapeau voor de bouwers ervan en voor de bewoners die daar zweven tussen hemel en naar beneden donderen. Of was het een verdedigingsmiddel tegen al wie aanvallende of veroverende bedoelingen hadden ? En het weze gezegd, in Sicilië passeerden (en/of bleven er meestal een paar eeuwtjes) er heel wat: Carthagers, Grieken, Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, Normandiërs en Catalanen om er enkele te noemen. Heel wat mooie dingen op Sicilië, het bezoeken en bekijken waard, zijn overblijfsels van die niet altijd vriendelijke passages.
We zijn er zelfs in geslaagd, ondanks de smalle straatjes en de afwezigheid van wegwijzers, het hoogst mogelijk te geraken in Castiglione, tot bij de Belvedere (wat letterlijk ‘mooi zien’ betekent) waar je dus beloond wordt met prachtig uitzicht op de streek en op de Etna en heeft de chauffeur weer de tijd om op adem te komen na al die haarspeldbochten en nu en dan een stevige helling.
Het weze dus duidelijk dat wandelingen in zo’n stadjes niet aangeraden zijn voor rolstoelgebruikers. Doe het maar met de auto.
- Rovitello ligt niet zover (25 à 30 km) van Giardini-Naxos, een kuststadje. Hier zijn de stranden wel smal (of onbestaande) en meestal zandloos. En de zee ziet er kalm uit, plat of heel lichtjes kabbelend en geen constante golven of branding zoals bij ons.
De naaste buur van Giardini-Naxos is Taormina, het Knokke van Sicilië, maar eigenlijk is Taormina geen kuststadje (zoals je zou denken als je naar de landkaart kijkt of wat je er soms over leest in sommige reisbrochures) maar ligt enkele hectometers van de kust weg en heel wat tientallen meters hoger. Toch kan men dit stadje vlot met de rolstoel bezoeken ondanks een paar hellingetjes en het loont ook de moeite.
Er is een parking (met 4 voorbehouden parkeerplaatsen) voorbij de hoofdstraat hogerop.
De hoofdstraat, een winkelstraat, is licht hellend tot hellend. Er is daar ook een oud Grieks theater: gratis voor rolstoelgebruiker én begeleider; € 3 voor snotneuzen van 6 tot 25 jaar en € 6 voor de anderen. Binnenin is veel duidelijk zichtbaar maar niet alles is bereikbaar voor de rolstoelgebruiker: er zijn hellende vlakken voorzien maar er zijn natuurlijk ook heel wat treden. Rolstoelgebruikers kunnen alleen de scene bezoeken en kijken dus in kikvorsperspectief naar het bouwwerk.
Wandel of rol daarna maar verder doorheen Taormina, het loont de moeite.
- Als je van Rovitello richting Linguaglossa rijdt heb je heel vlug (na 1 à 2 km)
een weg naar rechts richting Etna die leidt tot Piano Provenzana op zo’n 1900 m hoogte. Daar kan je tickets kopen om een tocht te maken tot Punta Lucia op 2934 m hoogte met kortgestuikte hoge tot autobussen omgevormde 4x4 (ttz tractie op 4 wielen) vrachtwagens. Wij zaten op de laatste tocht van de dag en die was gepland om 14h dus …
Een ticket kost 46 € (waarvan € 5,50 voor de gids) maar voor rolstoelgebruikers is het gratis.
Om in de bus te geraken moet je 4 uit de kluiten gewassen treden (elk 40 à 45 cm) overwinnen maar lukt dat niet dan nemen 2 stevige bonken je wel zonder problemen op en deponeren je op een bank in de bus. Niet twijfelen, doen! De tocht loont echt de moeite.
De rolstoel blijft terplaatse want ginder boven kan je er niks mee doen en blijf je dus tijdens de hele tocht in de bus.
“Het doel is de weg”.
En die weg slingert zich in vele haarspeldbochten naar omhoog over lava en/of lavastof (je voelt je op de maan), hogerop tussen muren (2 m hoog en meer) sneeuw of sneeuw doorspekt met zwart lavastof, enzovoort. Er wordt regelmatig gestopt: om te kijken, om uit te stappen en iets van naderbij te bekijken en/of te voelen, om een tochtje te voet te maken, om foto’s te nemen, terwijl de gids uitleg geeft (in het Italiaans, enkele kernwoorden in ’t Engels), enz. Er valt nog heel wat te vertellen maar ik zwijg: je moet het zelf maar gaan bekijken want het is ongelofelijk impressionnant
Ze vertelden ons ook dat de sneeuw soms tot in augustus kan blijven liggen. Hoe een sneeuwloze Etna eruitziet? Geen idee. Ik kijk al uit naar het reisverslag dat ons dat vertelt.
- Randazzo ligt niet ver van Rovitello, dus ook dicht bij de Etna, maar is nooit overspoeld geweest door de lava, wat veel steden die heel wat verder verwijderd zijn van de vulkaan niet kunnen zeggen. Het is een mooi stadje waar op veel plaatsen lavastenen te zien zijn, als straatstenen maar ook in de kerktoren.
We zagen er ook een huisje van 1 m breed ttz net genoeg voor de deur! Kan dat eigenlijk? Misschien is de deur het enige deel van het huis dat uitgeeft op de straat en is er dan verbinding (gang en/of trap) naar het woongedeelte achter of boven de bu(u)r(en).
Het stadje is ook tamelijk vlak, wat goed is voor rolstoelgebruikers maar sommige voetpaden zijn maar 20 à 30 cm breed en aangezien Italianen een beetje overal parkeren moet je al eens wandelen waar auto’s verondersteld zijn te rijden maar hoffelijk kunnen de chauffeurs toch ook zijn, zeker voor rolstoelgebruikers.
- Onze zuidelijkste uitstap was naar Syracusa die aan de zee ligt en relatief plat is en dus rolstoeltoegankelijk. We dwaalden wat rond in Neapolis, een van de wijken van de stad, waar we het Archeologisch park bezochten (ingang vermoedelijk € 4; gratis voor rolstoelgebruiker en begeleider). Het Grieks theater is bereikbaar via een doenbare helling, er valt nog het een en het ander te bezichtigen maar het oor van Dionysius was voor ons de max. Het is een hoge, diepe steengroeve met een gracieuze vorm en vooral met een prachtige akoestiek.
In Neapolis staat er ook een mooie, moderne kerk – la Madonnina – met een indrukwekkende toren als dak. Ga ook naar binnen, het loont de moeite
Een wandeling door Ortigia, (schier)eiland verbonden met Neapolis, mag niet ontbreken. De ruïne van de Apollotempel is niet veel soeps maar er zijn heel wat gebouwen, palazzi, de Duomo (ttz Dom, ook een bezoekje waard maar niet rolstoeltoegankelijk wegens een trapje met verschillende treden), de Piazza Archimede, enz. die het bekijken waard zijn.
- Noordwaarts en op enkele kilometer van het Europese vasteland (ttz het Italiaanse Calabrië) ligt Messina, ook een bezoekje waard, vooral zijn Duomo (is toegankelijk op de zijkant links, ga maar binnen, het loont de moeite) met de Klokketoren en oa zijn astronomische klok en op hetzelfde plein de Orionfontein. De Catalani-kerk wilden we ook bezoeken maar schijnt enkel toegankelijk te zijn op aanvraag zoals ze ons ter plaatse meldden.
We dachten ook aan een bezoekje aan de Museo Regionale maar uiteindelijk bleek dit museum veel verder te liggen dan voorzien: zie 8. (W)etenswaardigheden.
- Catania verdient ook een bezoekje. Het parkeren werd opgelost door de auto te parkeren op een voorbehouden parkeerplaats aan het station (aangezien het Hemelvaartdag was ging het parkeren misschien iets vlotter) en vandaaruit konden we wandelend de binnenstad bezichtigen. Hier en daar zagen we glasscherven (te vermijden als je rolstoelend de wereld verkent) en hadden gelezen dat dat kwam doordat autodieven de ruiten kapot sloegen. Maar bij nader zicht bleken die scherven afkomstig van groen glas, ’t zullen dus wel deze keer scherven zijn geweest afkomstig van flessen.
De Duomo is impressionant maar die dag konden we er niet in, nergens trouwens, en op het plein ervoor heb je de fontein met de olifant die een obelisk torst. We bekeken ook het Biscari-paleis, het Romeins theater én het Romeins amfitheater. Om dat laatste te zien moet je de Via Etnea door, de hoofdstraat van Catania, en dat merk je ook aan de mooie gebouwen. Het wemelt in Catania van de kerken. Een beetje overal trouwens.
- De “Gole de Alcantara” ttz Ravijn van Alcantara, gelegen in Castiglione di Sicilia en 20m diep (volgens Capitool) ofte Kloof van Alcantara, gelegen in Francavilla di Sicilia en 50m diep (volgens Trotter) is eerder een kloof gevormd door de rivier en ligt dichter bij Francavilla maar, wie weet, is Francavilla misschien (zoals Rovitello) een deelgemeente van Castiglione. Waar de 2 reisgidsen het er wel over eens zijn: men kan ook in de kloof afdalen via een lift.
Dus wij daar naar toe. Er is daar dus een lift maar die bereik je via een trap en na de lift is er nog een trap tot beneden. Ze zeiden ons dat er “forty” (40) treden waren. We hebben dat duidelijk verstaan maar stel dat ze “fourteen” bedoelden, dan zijn dat er nog altijd 14. Niet rolstoeltoegankelijk dus. Maar ga naar de Belvedere en daar heb je toch een zicht op de kloof en het zou me niet verwonderen dat de kloof eerder 20m diep is. Voor wie wel beneden raakt, is er de mogelijkheid om te wandelen in de rivier met visserspakken aan, er zijn verschillende moeilijkheidsgraden van tochten.
- ’s Anderendaags zouden we verhuizen van Oost-Sicilië naar West-Sicilië en waren we van plan om onderweg de Tempelvallei in Agrigento te bezoeken. ’s Avonds nog wat gebladerd in onze reisgidsen en toevallig botsten we op de Villa del Casale in Piazza Armerina en het was direct duidelijk: de Tempelvallei zou voor volgende week zijn en onze tussenstop werd dus de Villa del Casale.
Er is een voorbehouden parking iets verder dan de andere parkings (vraag ernaar aan de parkeerwachter), rechts naar beneden toe. Leg je blauwe parkeerkaart duidelijk zichtbaar. Parkeren kost € 1. Daar ze dachten dat we zo goed als niks zouden zien, wat ze ons ook meldden, was het gratis voor ons beiden.
De Villa del Casale is voor rolstoelgebruikers geen makkie, je kan niet alles zien maar doorbijters kunnen toch heel wat mozaïeken zien, tevens de mooiste.
Op het terrein van de Villa del Casale is er een trap met 9 treden (in aarde + een opstaande plank die de aarde tegenhoudt en het zijn niet echt hoge treden). De treden zijn evenwel breed en lang genoeg zodat de 4 wielen van de rolstoel telkens op elke trede kunnen.
Wij begonnen ons bezoek aan de Villa bij het plateau die eigenlijk het einde is van het parcours voor gewone stervelingen. Aangezien we daar bij dit plateau binnen konden in de Villa gingen we dus tegenstroom naar binnen en, mits wat gemanoeuvreer en wat pardons, konden we wat mooie mozaïeken (vooral veel dieren, over visvangst en jacht) zien.
Wij dan terug naar buiten en naar de echte ingang toe. Hilde ging dan op inspectie en kwam na een kwartiertje terug en vond dat zich daar de mooiste mozaïeken bevinden waarvan ik er enkele zou kunnen zien maar er is eerst een zeer steile helling van een tiental meter naar beneden en dan een metalen trap met 6 korte treden naar boven.
Vraag dus hulp – ook voor de helling – aan telkens 2 personen (er zijn er altijd bereid) en geef hen duidelijke instructies. Let er op dat ze je niet proberen op te heffen aan de voetsteuntjes maar aan iets onwrikbaars bvb het metalen kader van je rolstoel. Zorg er ook voor dat je zelf ietwat achterover leunt tijdens de beklimming én de afdaling. Zowel tijdens de beklimming als tijdens de afdaling van het trapje staat de begeleider (achter de rolstoel en met de 2 handgrepen van de rugleuning in de handen) best hoger dan de rolstoelgebruiker en de 2 helpers, andersom komt bijna al het gewicht op de begeleider terecht.
Na de afdaling van die steile helling en de beklimming van het trapje komt men weer op een plateau waar je weer verschillende kanten uit kunt en zie je enkele prachtige mozaïeken oa de beroemde atletes in bikini en de prachtige gang met de jachttaferelen. Proberen maar … het loont echt de moeite.
Aan de ingang (of uitgang, ’t is maar zoals je het bekijkt) is er een bar en daar zijn er toiletten en bij de dames is er ook een toegankelijk toilet dat – wat dacht je – op slot was/is.
- We hebben nogal wat rondgewandeld in Palermo – op een zondag weliswaar – en het leek best te doen. Er waren weinig hellingen, soms moesten we wel op straat lopen maar alle chauffeurs hielden daar rekening mee. We zagen mooie dingen zoals oa de Quatro Canti en op een paar decameter er vandaan de piazza Pretoria met de fontana, verder de kathedraal (mooi van buiten maar niet – volgens ons tenminste – van binnen) en verder nog een paar kerken en het Teatro Massimo.
Enkele dagen later waren we nog eens in de omtrek van Palermo namelijk in Monreale en in Mondello (zie 8. (W)etenswaardigheden).
- Monreale, op enkele km ten westen van Palermo, ligt heel wat hoger en dat zal je gemerkt hebben. Soms sterke hellingen in aanloop naar de stad en ook in de publieke parkeergarage waar we onze auto stalden (wel niet goedkoop: € 6 voor 2 à 3 uur) maar er is wel een lift naar de straat en vandaar kan men te voet, ietwat steil hellend maar niet te ver, tot de kathedraal.
De buitenkant is niet veel soeps maar binnenin is het een echte must. Er is heel wat te zien maar de mozaïeken stelen de show. Ze beelden bijbelse verhalen uit, in het koor, de apsis, de zijmuren, overal eigenlijk. Die mozaieken zijn waarschijnlijk de voorlopers van de stripverhalen, zonder tekstballonnetjes dan.
Met € 1 kan je oa bepaalde mozaïeken speciaal laten belichten en dan beginnen alle fototoestellen te klikken al merk je achteraf dat de resultaten niet denderend zijn. Voor dezelfde prijs kan je luisteren (keuze uit 5 talen; geen Nederlands, niet zo duidelijk en matig leerzaam) naar een audio die uitleg geeft over deze of gene mozaïek of iets anders.
Het klooster ernaast heeft een grote vierkante binnenplaats in open lucht omringd door een galerij ondersteund door vele tientallen dubbele kolommen die eindigen op gebeeldhouwde taferelen die verschillen van kolom tot kolom. Niet spectaculair, wel merkwaardig.
Er is evenwel een trap van 6 treden (naar beneden bij het binnengaan) maar ze helpen met plezier en we mochten er gratis in. Misschien omdat we er jonger dan 18 of ouder dan 65 uitzagen want die mogen ook gratis binnen. De anderen betalen € 6.
Elke dag open van 9h tot 18h30.
- Cefalù: een aanrader. Het oude stadje ligt tussen de zee (en je hebt de Via Vittorio Emanuele, op een paar tientallen meter van de zee) en de rots (en je hebt de Corso Ruggiero, evenwijdig aan en op een paar honderd meter van de Via Vittorio Emanuele, naar de rots toe). Moest je kunnen parkeren in de nieuwe stad op het niveau van de Corso Ruggiero, dan zou dat ideaal zijn. Dan wandel je naar die Corso Ruggiero en kan je de Duomo bezoeken en later kan je afzakken (ook letterlijk want de Corso Ruggiero ligt hoger dan de Via Vittorio Emanuele en dat hebben we geweten, het was efkes purmen want wij deden het weer eens averechts) naar de Vittorio Emanuele om de rest te bezoeken.
Een bezoek aan het oude stadje loont echt de moeite
De Duomo loont zeker ook de moeite maar het is ook efkes purmen. Er zijn veel treden maar die kan je vermijden door rechts naar boven te gaan: eerst 5 treden (elk breed genoeg om de rolstoel te bevatten) en dan een hellend vlak; aan de ingang 3 treden omhoog (neem ze in achteruit) en dan een trede omlaag en een omhoog. Er zijn fresco’s, beelden (ook halfverheven), mozaieken (oa een heel mooie Christusfiguur), zilveren altaren en achteraan zelfs een modern, een beetje Chagall-achtig, glasraam.
Er is het Mandralisca museum die, volgens hen, niet rolstoeltoegankelijk is. Het begint al met 4 treden en er zijn exposities op verschillende niveaus en er is geen lift.
De Middeleeuwse wasplaats is enkel goed te bezien door de begeleider, evenals de zee en de kust vanaf de Belvedere. Naast de oude stad heb je het toeristische stadje met zijn hotels en Co en langs de zee een echt zandstrand. Daar is het vlak wandelen.
- De weg naar Agrigento via de S282 en de S189 levert, zeker de eerste 35 km vanaf de kust, prachtige vergezichten op, alsook op Caccamo en zijn impressionant Normandisch kasteel. En nog maar eens het besef dat de enige rechte lijnen in Sicilië stilstaand water zijn of gemaakt door de mens. De rest is golvend en glooiend met voortdurende niveauverschillen. Eenvoudigweg prachtig!
De afstanden in Sicilië zijn ook een beetje onderhevig aan de relativiteitstheorie.
Onderweg zagen we op een bepaalde plaats volgende wegwijzer: Agrigento 62 km. Een paar km verderop was dat nog 62 km, 900 m verderop 59 km en 500 m verderop 61 km.
Langs die Siciliaanse wegen merk je ook, naast agaves, veel bloemen en cactusstruiken, nu en dan een vegetatie met Afrikaanse trekjes, bvb hoge palmbomen en banaanbomen.
Ons enige doel in Agrigento was de Tempelvallei.
Ingang: € 8 (Tempelvallei) + € 2 (Archeologisch museum); beide gratis voor rolstoelgebruikers. Je kan ook een audio (Italiaans en Engels) huren.
De folder met kaart van de tempelvallei: € 1. Let goed op en vraag aan welke biglietteria (B ttz het loket) je de ticketten aankocht (er zijn 2 ingangen) zodat je weet aan welke B je vertrokken bent en de kaart duidelijk kunt lezen.
De Tempelvallei is alle dagen van het jaar open van 8h00 tot 19h00.
Het Archeologisch museum is alle dagen van het jaar open. Van dinsdag tot zaterdag van 9h00 tot 19h00; op zondag, maandag en feestdagen, van 9h00 tot 13h00.
In archeologische sites zijn geen eten en drinken te verkrijgen. Voorzie dus water want het kan er heet zijn.
In de Tempelvallei is veel rolstoeltoegankelijk en je kan de tempels en Co duidelijk en van dichtbij zien maar je kan er niet altijd bij wegens trappen. De Tempio della Concordia (De Tempel van de Eendracht) staat nog volledig overeind en is dus één van de best bewaarde Dorische tempels ter wereld en is werelderfgoed van de Unesco.
Neem maar de auto als je naar het Archeologisch museum gaat, want het is zo’n 800 m bergop en er is daar ook een parking.
Het begon daar heel goed: geen enkele trede, heel lange stevige vlakke en hellende vlakken om heel wat hindernissen te overbruggen. Het leek ons ongelofelijk: waar hadden wij, rolstoelgebruikers, dat verdiend. Maar toen ineens moesten we een paar trapjes van 4 en 3 treden en nog een paar treden overwinnen. Waarom zo’n ellenlange stevige tredenloze rolstoelvriendelijke constructie maken en is er dan opeens geen eenvoudig hellend vlak mogelijk om een paar trapjes rolstoelvriendelijk te maken? Het antwoord was simpel: we hadden de toegangsweg gevolgd voor alle bezoekers en die dus ook de toegangsweg is voor rolstoelgebruikers. Het hellend vlak dient waarschijnlijk om de mozaieken niet te beschadigen en is niet voor rolstoelgebruikers aangelegd. In het museum staan heel veel mooie dingen, gevonden in en rond de tempelvallei, maar er steekt niet veel variatie in zodat men na een tijdje wel uitgekeken is op de zoveelste beschilderde vaas en al die vele beelden, schalen, potjes. De uitleg erbij is in het Italiaans, nu en dan ook in het Engels.
In het museum kwamen we 5 maal een trap, elk met 5 treden, tegen waar telkens een traplift – waar je met de rolstoel op kan rijden – voorzien was. De breedte van de traplift is wel nipt, ik vermoed 60 cm. Het moet heel lang geleden zijn dat ze nog een rolstoelgebruiker*** gezien hadden want ze wisten niet meer hoe die trapliften werkten, gelukkig wisten wij dat wel. Eén van die trapliften werkte niet (lege batterij) maar we trokken onze plan met de 4 andere.
*** Tijdens onze tweeweekse in Sicilië hebben we maar 1 rolstoelgebruiker gezien en dat was in Palermo.
- Drie wegwijzers voor de archeologische site van Solunto staan er heel duidelijk op de autosnelweg maar eenmaal je de snelweg bent afgereden mag je het vergeten. Met veel intuïtie en nog meer verkeerd rijden zijn we er dan toch geraakt. Maar er waren werken en de site was dus niet open maar na de werken zal het ook niet geschikt zijn want er is een fameuze helling ernaartoe en verder lijkt het niet de moeite waard, tenminste voor gewone stervelingen. Maar waar we geraakt zijn, daar hadden we wel een heel mooi zicht vanuit de hoogte op het haventje, de baai, de kust en de heuvels.
- San Nicola l’Arena is een sympathiek straatdorp aan de kust, heeft een vissershaventje waar wij ook naartoe konden en wandelen langs de pier kan ook want die is rolstoeltoegankelijk. Vanaf de straat naar de pier en het haventje is een helling, die lekker loopt bij het heengaan en is het wat purmen geblazen tijdens de terugtocht. Je kan ook rijden met de auto tot aan de pier via de kleine, korte zijstraatjes.
8. (W)etenswaardigheden
- Als je dus in een stadje komt met nogal wat hoogteverschillen, probeer dan te parkeren in de hoger gelegen delen en bezoek het stadje van daaruit. Uiteindelijk kom je terecht in de lager gelegen delen. Als het bezoek afgelopen is gaat de begeleider alleen terug naar de auto en rijdt neerwaarts om de rolstoelgebruiker op te pikken. Zo vermijd je de opwaartse hellingen met de rolstoel.
- Laat je maar helpen, mensen zijn daartoe altijd bereid maar besef ook dat mensen geen ervaring hebben met een rolstoel, toon hen dus duidelijk wat je wenst dat ze doen en laat je begeleider het heft (ttz de 2 handgrepen van de rugleuning van de rolstoel) in handen houden. En vergeet nen big smile en ‘grazie mille’ niet.
En laat je niet helpen, zeker als het niet nodig is en zeker in Italië, door mannen die stoer doende een dame (in dit geval Hilde, mijn dierbare eega ende toeverlaat) willen imponeren en proberen de klus zelf en alleen te klaren. Veel goede wil maar geen ervaring en ronduit gevaarlijk !
- Op bepaalde autosnelwegen moet tolgeld betaald worden.
Op de grote autosnelweg die we namen vanaf de luchthaven naar Palermo (A 29) en vandaar verder via Enna naar Catania (A19), hoefden we niks te betalen al was dat wel ongeveer 230 km.
Op de A 18 van Catania naar Messina valt er wel te betalen:
van Catania tot Fiumefreddo (onze afrit om via de S 120 naar Rovitello te rijden): € 1
van Fiumefreddo tot Messina: € 2,35.
Op de A20 vanaf Termini Imerese naar Cefalù (en terug) moest er ook betaald worden: geen idee meer hoeveel het was maar orde van grootte vermoedelijk € 1 à € 2.
- De rijstijl op Sicilië, net als de parkeerstijl (verkeerd, schuin- en dubbelparkeren zijn schering en inslag), is ook duidelijk Italiaans en gebaseerd op één regel: lap de regels aan je laars. Er wordt zelfs rechts ingehaald op een autosnelweg, vooral door motorrijders.
Of eigenlijk is er toch één regel, hier dan wat het inhalen betreft: “Als je op een autosnelweg wilt inhalen en je kijkt in de spiegel, dan moet je remmen omdat een andere auto je al aan het inhalen is. Dus, als je wilt inhalen, niet kijken in de spiegel en gewoon inhalen; hij die aan het inhalen was moet dan remmen.” Die regel toepassen doe je natuurlijk op eigen verantwoordelijkheid.
Rijden in Sicilië vond Hilde stresserend. In de steden omdat iedereen zijn zin doet, in de heuvels en bergen omdat het dikwijls nauwe wegen zijn met veel haarspeldbochten en steile hellingen (constant schakelen).
Toen we onze huurauto inleverden had ie zelfs nog geen schrammetje. Wie durft er nog schampere opmerkingen maken over de rijstijl van de dames?
- De enige maal dat we een internetcafé zagen in Sicilië was in Cefalù, we liepen er eens binnen maar het bleek geen internetcafé meer te zijn.
- Voor wie van markten houdt: op vrijdag voormiddag (rond 13h beginnen ze al op te ruimen) is er markt in Termini Imerese, niet ergens hogerop aan de Piazza Duomo te midden het stadje, maar helemaal beneden aan de haven op zeeniveau.
- Als je op restaurant gaat en je wenst wijn te drinken, kies of vraag naar Siciliaanse, plaatselijke wijnen. Dat heeft 3 voordelen: dat stemt hen gelukkig, het zijn goeie wijnen en het kost stukken minder. Wat de prijs betreft, Marsala-wijn zou daar een uitzondering kunnen op maken want deze wijn is normaal gezien duurder.
Nu en dan sprak ik langzaam Spaans als iemand geen Engels kon en dat lukte nogal maar… In het Spaans is een glas wijn “un vaso de vino” en als ik dat vroeg kreeg ik een karaf wijn (ongeveer ½ l) met een glas. Un vaso in het Italiaans betekent dus niet glas maar pot of vaas en dus ook karaf.
En vraag je een glas wijn, dan kan je evenzeer een groot glas wijn krijgen dat gerust 20 cl bevat.
Op de wijnkaart merk je niet of deze of gene wijn een schuimwijn (vino spumante) is, het staat niet aangeduid maar ze zeggen het wel dat ie spumante is als je zo’n wijn kiest en dan kan je nog beslissen of je al dan niet die schuimwijn wenst.
- In een pizzeria kan je zeker pizza’s, of beter gezegd pizze (het Italiaanse meervoud van pizza) eten, eventueel andere dingen. In een ristorante kan je vele gerechten krijgen maar niet noodzakelijk pizze. Vele ristorantes, als ze ook pizze serveren, duiden aan dat ze ook pizzeria zijn.
Je kan ook in heel wat pizzerie binnenstappen en een of meerdere pizze bestellen en betalen, wachten tot ze klaar zijn en meenemen.
Als een eetgelegenheid “tavola calda” (letterlijk: warme tafel) aanduidt, betekent dat dat ze ook warme gerechten serveren.
- Een woord dat eindigt op a eindigt in het meervoud dus op e (pizza; pizze), een woord dat eindigt op o eindigt in het meervoud op i.
- Het voorgerecht noemt antipasto (mv antipasti). Dan volgt “il primo” (de eerste) dat meestal een pasta is, eventueel ook risotto (een rijstgerecht) of minestra (soep). Dan “il secondo” (de tweede) een vlees- of visgerecht. Je moet het bijgerecht (“il contorno” nl aardappelen, groenten of salades) bijbestellen en bijbetalen. Dan heb je nog “il dolce” (wat zoetigheid of nagerecht betekent).
Maar ook hier zijn de Italianen soepel en krijg je op je bord wat je vraagt en dat weze één (bvb een pizza) of twee of drie of vier gerechten. Je kiest maar. En het gebeurde meermaals dat een van ons een gerecht meer koos dan de andere en ook dat kon zonder problemen. Het is zelfs gebeurd dat als er één gerecht (bvb il primo of il secondo) enkel was besteld door één persoon, wij elk een bord kregen en elk dus van de schotel kon nemen.
- In de buurt van de toeristische attracties (bvb Etna, Villa del Casale, Tempelvallei, enz.) kan je altijd wel iets verorberen om de kleine honger de baas te blijven, bv een stuk pizza of een belegd broodje (€ 2 à 3) of een gebakje of een stuk taart en de prijzen kunnen nogal wat verschillen. Vergeet ook niet dat roomijs een specialiteit is in Italië waartoe Sicilië behoort.
- In de weekends zijn er nogal wat restaurants die Karaoke organiseren. Niet spijsverteringsbevorderend, zeker niet voor de tot luisteren gedwongen tafelgasten. Niet kijken lukt nog wel maar niet horen, dat kan niet of je moet stokdoof zijn en op zo’n momenten zou men dat wensen.
- De eerste week aten we ’s avonds meestal in ons hotel in Rovitello. Er waren meestal weinig gasten en aten we dus wat de kok voorzien had maar je kreeg wel het menu aangeboden zodat je wist wat geserveerd werd. Je had tevens de keuze of je alle vier de gerechten of maar drie of twee gerechten wilde of geen dessert of geen voorgerecht of geen pasta, je koos maar. Het eten was er lekker.
- De tweede week op het appartement was een unieke gelegenheid om eens te gaan winkelen en lekkere dingen te kopen om onder ons op te eten: fruit (+ mispels van terplekke) en lekkere yoghurtjes, een sneetje brood met pistachepasta (hmmmm!!!) of met spek en eieren voor het ontbijt; lekker fruit en verse gerookte ham bvb meloen met San Daniele of/en verse broodjes met verse ricotta kaas (heerlijk, zeker als je enkel de verpakte ricotta kent) en een vleugje honing als middagmaal. En marsepein als toetje.
- Prijzen van de wijnen en de gerechten kunnen natuurlijk sterk verschillen. Hier dan toch een paar richtprijzen:
de antipasti vanaf € 3 à 4 tot € 8
de hoofdgerechten (primi en secondi) ongeveer € 8 à € 10; kan duurder worden voor specialiteiten met zeldzame schaaldieren en vis; meestal iets goedkoper voor pizze.
- In Linguaglossa (eerste stadje als men rijdt van Rovitello naar de kust toe) is er “L’altro Royal”, vooral voor de jeugd als men de decibels beluistert, maar het is ook een ristorante-pizzeria waar men aan democratische prijzen lekker en uitgebreid kan eten.
Antipasti: 6 bruschette: € 3; meloen met gerookte ham (grote porties): € 5.
Pizze: € 4 tot € 7
Een genereus glas sambucca (anijslikeur); 250 ml wijn; een glas perzikensap: elk € 2.
- Restaurant “Nespolo” (mispel), gelegen op de S 113 tussen San Nicola en Trabia, is toegankelijk, er is een hellend vlak aan de ingang om treden te vermijden en er is een ruim aangepast toilet met verhoogde wc maar er zijn geen handgrepen.
Amper was de antipasto verorberd of de primo stond al voor ons, dus traag eten en maken dat er nog altijd iets in je bord ligt als je niet wilt dat er teveel schot zit in de bediening.
Antipasti: eentje kostte € 3,50; de antipasto van de chef: € 8.
Hoofdgerechten: fettucine (pastagerecht): € 5; risotto frutti di mare (rijstgerecht met zeevruchten): € 7,50; een stuk taart: € 3,50; lokale wijn (vermoedelijk kleine fles ttz 37,5 cl):
€ 6; mineraal water 100 cl: € 1,50; capuccino: € 1,40.
- In San Nicola, het vissersdorpje, heb je restaurant “Covo del Brigante” (Hol van de Struikrover) die vooral gerechten met vis of schaaldieren serveert en we aten er elk 2 van die gerechten die 3 maal € 8 en 1 maal € 9 kostten; een goedgevuld glas wijn: € 3.
- Restaurant “ Lo Bono Antonino” in Trabia (niet ver van de S 113): meloen met hesp: € 6,50; risotto marina + spaghetti met zeevruchten, 2 gerechten dus, samen € 18; kleine fles wijn:
€ 5: cola: € 1,60.
- Vanaf de S 113 richting Aparthotel Torre Artale heb je onderweg Restaurant-Pizzeria Aquila Reale (waar je dus ook pizze kan afhalen): antipasto (rustico en bruschette): elk € 5; primi (farfalette met zalm en pasta met tonijn + groenten): elk € 8; één secondo (fritura de calamares): € 8; 1 fles wijn (75 cl): € 12; 1 fles water: € 1,50
- Na ons bezoek aan Monreale wilden we aan de kust, ten noorden van Palermo, Mondello bezoeken maar vooral er eten omdat we in Capitool gelezen hadden over dit vroegere tonijnvissersdorpje waar nu vele visrestaurants en oesterbars zijn. Oesterbars hebben we niet gezien omdat we niet weten hoe een oesterbar er uit ziet maar wel visrestaurants en pas de laatste, links van de straat en aanleunend aan de zee en dus met rechtstreeks zicht op de zee, viel in onze smaak tevens omdat er oesters te degusteren vielen. We hebben er lekker gegeten, ook oesters, maar hebben geen idee meer van hoe dat restaurant noemt en wat het ons gekost heeft want de rekening ging mee terug met de som die betaalden. Wat niet belet dat het een echte aanrader is. Het enige dat we ons nog herinneren is dat we, voor we binnengingen, grote mooi ogende oesters zagen die buiten ten toon gespreid lagen te dobberen onder water en ze ons meldden dat het € 9 was voor 4 en dat we er elk 6 verorberd hebben voor de prijs van € 8 per 4. Als men op vakantie is is nu en dan een zottigheid sterk aanbevolen.
- Veel restaurants, vooral in de toeristische streken, rekenen ook € 1 per coperto (couvert) aan.
- Tijdens die 2 weken in Sicilië waren we dus gewapend met 2 reisgidsen: Trotter en Capitool. Niet min, zul je zeggen en gelijk heb je want we hadden er heel veel aan maar …
foutjes en onzuiverheden – en nu en dan eens fameuze kwakkels – zijn nooit ver weg.
Vooraan in Trotter staat duidelijk: “Hoewel men geen inspanningen gespaard heeft om al de gegevens in deze gids uitgebreid te testen en te actualiseren, is het niet uitgesloten dat je ter plaatse vaststelt dat bepaalde gegevens in deze gids toch al opnieuw gewijzigd zijn.”
We appreciëren die inspanningen en wijzigingen voor wat bvb adres, ingangsprijs, enz. betreft. Maar veel gegevens zijn weinig of niet voor wijzigingen vatbaar en als je dan regelmatig zo’n foutjes opmerkt, ja dan krijg je geregeld oprispingen van: “die dat geschreven heeft, is ie hier wel geweest?” Een paar van de vele voorbeeldjes.
- Toen we in Ortigia in Syracusa ronddwaalden wilden we “de schitterende opeenvolging van gevels en bewerkte balkons in de via Vittorio (Veneto)” bewonderen zoals Trotter ons aanraadde maar die zagen we vooral in de via Maestranza (straat haaks op het einde van de via Vittorio), straat die we doorwandelden na de via Vittorio.
- Beide reisgidsen schreven veelbelovend over de Museo Regionale in Messina, daar wilden we absoluut naartoe. Capitool gaf als adres Viale della Libertà en dat dit museum slechts op 500 m ligt van de Piazza dell’Unità d’Italia. Trotter leverde ons zowel de straat als het straatnummer op van dat museum: Viale della Libertà, 465. Na ons bezoek aan het centrum van Messina gingen wij, vanaf de Piazza dell’Unità d’Italia dan op weg naar dat museum. Maar de eerste huizen van de Viale della Libertà waren allemaal goed uit de kluiten gewassen gebouwen van telkens zo’n 20 m breed en dat leek niet vlug te gaan veranderen. Huisnummer 465: dat veronderstelt ongeveer 230 gebouwen rechts en evenveel links en 230 gebouwen van elk 20 m breed dat maakt 4600 m. Als dit museum met nummer 465 maar op 500 m ligt dan veronderstelt dat dat de gebouwen maar 2m breed mogen zijn. Wij dus efkes vragen of dat museum nog ver af was: “jaja, nog een vijftal kilometer.”
We hebben dus dat museum niet gehaald. Maar kregen gratis de wijsheid mee dat reisgidsen ook falen.
- Stadskaarten in die boeken zijn ook zo iets:
- Je leest de goede raad ergens in of aan de Via Roma of de Via Verga in Cefalù te parkeren en dan kijk je naar de stadskaart en kan je die 2 straten niet vinden gewoon omdat ze in het nieuwe gedeelte van de stad liggen, terwijl de stadskaart enkel het oude en dus toeristische deel van de stad bevat. Om zoiets op te merken moet je zelfs niet in Cefalù zijn, dat kan men ook vaststellen als je die reisgids leest in Schuiferskapelle of op de Zuidpool. Of in het bureel van de redactieraad.
-Trotter begint, wat Palermo betreft, met: “De Quattro Canti ofwel de ‘Vier hoeken’ (plattegrond II, C3) zijn de navel van de stad. Gevormd door de kruising van twee verkeersslagaders, de via Maqueda en de Corso Vittorio Emanuele, verdeelden ze de barokstad in de 17de eeuw in vier grote wijken. Vijf barokke huizen, versierd met fonteinen, beelden die de jaargetijden*** voorstellen en voorzien van wapenschilden, vormen een mooi geheel dat beter onderhoud verdient.”
*** Zou Sicilië vijf jaargetijden hebben?????
“Vijf barokke huizen op vier hoeken” dat wilden we wel eens zien dus wij kijken naar de kaart van Palermo in Trotter. Jammer, maar op de kaart (op plattegrond II, C3 natuurlijk) bij die navel van de stad stond Quattro Canti niet aangeduid en waar via Maqueda en via Vittorio Emmanuele mekaar kruisten waren er maar 3 hoeken, de 4de hoek was een plein. Wij dus, zeer geïntrigeerd door al die rariteiten, op naar die stadsnavel en wat zagen we: vier hoeken, geen plein en vijf?, sorry, nee hoor, vier barokke huizen. Ook sorry voor het licht ironisch tintje maar in een tekst verwijzen naar een kaart en merken dat tekst en kaart al geen kanten overeenstemmen met mekaar, dat is er om vragen.
Nu zijn de 2 kaartjes (West- en Oost-Palermo) bij Capitool veel minder gedetailleerd en heb je meer aan de kaart van Trotter om je weg te vinden in Palermo maar je moet er dus wel de onzuiverheden bij nemen.
- Kijk in Capitool eens naar de kaart van Messina als je aan de duomo van Messina staat en let op de situering van de bezienswaardigheden ter plaatse en de situering ervan op de kaart, dan weet je het ook.
- Als je naar zo’n kaarten kijkt (eventueel met bijhorende tekst) en je staat dan terplaatse naar de werkelijkheid te kijken, of je leest informatie die pertinent onjuist is, of je ziet een Romeins theater dat niet klopt met de foto in de reisgids, ja dan is het normaal dat je je afvraagt of de schrijvers hier effectief waren en reist het vermoeden: “zijn alle reisgidsen (want Trotter en Capitool zijn niet van de minste) in hetzelfde beddeke ziek zijn?”
- En nu de positieve noot: ondanks al die valse noten blijven (liefst goeie) reisgidsen belangrijk om de pracht van een land te ontdekken en te smaken.
En …hoeveel kemels staan er in ons reisverslag? Eén ding is evenwel zeker: op de plaatsen en bezienswaardigheden waarover we het hebben, daar zijn we effectief geweest!
- De Michelin-kaart die we bijhadden heeft ons heel goed geholpen. De schaal van de kaart is 1/200.000 ttz 1 cm stelt 200.000 cm voor of 2 km. Een duidelijke kaart waar ook dorpjes en/of deelgemeenten als Rovitello en San Nicola op vermeld zijn.
- Op beide logies hadden we een wc met een regelbare stortbak. Het water, veel of weinig naargelang hetgeen de wc te slikken kreeg, loopt in de wc dankzij de handbediening van een hendel. Slim.
- In Nunziata, een onooglijk dorpje, wilden we ‘s avonds tanken in een Esso-station (op dat moment zonder bediening) met onze VAB-Esso-kaart maar de kaart werkte niet mee en wilde er ook niet meer uit. Soit. Later gebeld met VAB die ons, na de nodige uitleg, doorverbond met Cardstop maar die konden niks doen omdat we het kaartnummer niet kenden. Niet evident, een kaartnummer kennen van een kaart die je niet meer hebt. Teruggebeld naar de VAB die ons het nummer doorspeelde, ons opnieuw doorverbond met Cardstop die van nors naar echt onvriendelijk overschakelde en zei dat dat kaartnummer verkeerd was want het begon niet met de juiste cijfers. Teruggebeld naar VAB die ons geruststelde en zei dat ze het zelf zouden oplossen voor ons. Wat ze effectief ook deden. Besluit: VAB: vriendelijk en efficient; Cardstop: nors en onvriendelijk in stijgende graad en zonder resultaten. Laat het iedereen een les wezen dat je van al je kaarten de nummers kent, als je ze wilt laten blokkeren.
- Het weer tijdens onze veertiendaagse weerspiegelt de teneur van ons verblijf daar terplaatse: geen spatje regen gezien of gevoeld en de zon meestal op post.
- Hoe zien Sicilianen eruit? Geen idee. Maar als ik ginder in een of ander stadje op mijn eentje met een smile wat zat rond te kijken dan kwam er gegarandeerd iemand me in het Italiaans de weg vragen. Voor wie dit wil geloven, ik heb er geen idee van hoe ik er uit zie want ik heb al vele jaren in geen spiegel meer gekeken.
Sorry voor deze totaal nutteloze afsluiter maar aldus hebben jullie nog altijd geen idee hoe Sicilianen eruitzien (met al die volkeren – vermoedelijk gespeend van elke abstinentie – die daar gepasseerd zijn) maar we hebben ondervonden dat het sympathieke gasten zijn en dát valt niet van het gezicht af te lezen.