Cyprus langs twee kanten bekeken
Geschreven door Hilde en Piet
Cyprus (11 tot 26 – 3 – 2012)
1. Persoonlijke gegevens
- Reisverslag van Hilde en Piet Duyck-Deruyck
Burg. Decoenestraat 10
8520 Kuurne
056 72 53 71
pietduyck@pandora.be
- Aangezien Piet huisman is mag men op elk moment van de dag proberen contact op te nemen om meer te vernemen over deze reis en reisbestemming.
- Daar Piet rolstoelgebruiker is gaat in ons reisverslag speciale aandacht naar rolstoeltoegankelijkheid.
- Als we spreken van cat. 1, 2, 3 of 4 dan verwijzen we naar het Britse logo-systeem betreffende rolstoeltoegankelijkheid:
Cat. 1. Toegankelijk voor individuele rolstoelgebruiker.
Cat. 2. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker met begeleider.
Cat. 3. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker die enkele stappen
kan zetten en maximaal drie treden kan nemen.
Cat. 4. Niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers.
- Wat ons het best past en ons dus interesseert is categorie 2 én onze rolstoeltoegankelijkheidsbeoordelingen zullen vooral met die categorie te maken hebben.
Piet gebruikte op die reis een gewone rolstoel van 67 cm breed en een zithoogte van 50 cm.
- Dit reisverslag kan door Piet gemaakt worden omdat Hilde tijdens onze reis elke avond ons reisdagboek minutieus invult en ’n schrift invult betreffende de rolstoel(on)toegankelijkheid van waar we verbleven en al wat we bezochten. Later leest ze dit reisverslag, gebaseerd op ons reisdagboek en de notities betreffende rolstoeltoegankelijkheid en zet ze overal de puntjes op de i, figuurlijk dan, en vult hier en daar nog wat aan.
2. Voorbereiding + Reis-info
- De republiek Cyprus is gelegen op het gelijknamige eiland Cyprus in het oosten van de Middelandse Zee op ca. 70 km ten zuiden van Turkije en 105 km ten westen van Syrië en aldus behoort Cyprus geografisch gezien tot Azië. Cyprus werdt echter om politieke en culturele redenen meestal tot Europa gerekend en zeker tegenwoordig sinds Cyprus vanaf 2004 lid is van de Europese Unie en de munteenheid in Cyprus de Euro is.
Sinds 1983 bestaat op het noordelijk deel van het eiland de Turkse Republiek Noord-Cyprus die door Turkije werd ingepalmd en alleen door Turkije wordt erkend. Het eiland is daarmee feitelijk in tweeën gedeeld.
- In de bibliotheek vonden we 2 boeken over Cyprus namelijk ANWB Extra (2005) en Capitool Reisgidsen (2007) maar we ondervonden regelmatig in Cyprus dat de schrijvers ervan vermoedelijk niet op de plaatsen zijn geweest die ze beschrijven.
’n Voorbeeld: Capitool spreekt van Khirokitia (en op hun wegenkaart staat Chirokitia) en wij vonden ter plekke Choirokoitia. Geen idee of die van ANWB daar waren maar Choirokoitia schreven ze wel correct. Evenwel is het register van ANWB duidelijk minder lang dan dat van Capitool en aangezien we logeerden in Pafos stond de archeologische site van Palepafos (op +/- 10 km van Pafos) op ons programma maar van Palepafos heeft ANWB geen weet.
En dat was geen unicum: Kato Pafos staat op hun kaart van Pafos maar niet in de bijhorende tekst en ook het heiligdom van Apollo Hylates wordt niet vermeld al staat het wel op de kaart maar als Ieron Apollonos Hylates en op de kaart in Capitool staat het als Apollo Ylates.
Zo heel happy waren we dus niet met die 2 reisgidsen al waren ze wel noodzakelijk.
In ons reisverslag zullen we het hebben over Lemesos (niet Limassol) en Lefkosia en Lefkosa (niet Nicosia of Zuid-Nicosia en Noord-Nicosia) om de eenvoudige reden dat die namen in Cyprus in zwang zijn, die andere – die we aantroffen in de reisgidsen – niet.
Om o.a. naar Lemesos, Larnaka, Lefkosia en nog verschillende bestemmingen te rijden reden we op de enige autosnelweg (met één aftakking: naar de hoofdstad Lefkosia) die in het zuiden van het eiland – ongeveer de kust volgend – ligt vanaf Pafos (gelegen in het Westen), over Lemesos en Larnaka naar Agia Napa (gelegen in het Oosten). Agia Napa was in 1970 nog ’n stil vissersdorp en werd het, nadat de Turken Noord-Cyprus veroverden, de belangrijkste badplaats van Cyprus en dus ’n belangrijk vakantieoord. Dat ex-vissersdorpje en vakantieoord – vooral populair (volgens Capitool) bij Britse en Scandinavische jongeren – hebben we dus niet vereerd met ’n bezoekje van ons. Maar er schoot wel nog genoeg over in Cyprus om vele bezoekjes te brengen aan voltreffers als Pafos, Lemesos, Larnaca, Lefkosia en Lefkosa, het Kykkos-klooster, Kourion en verder Palepafos, Geroskipou, Troödos, Lefkara … en nog kleinere dorpjes.
- Onze voorbereiding verliep via ’n reisagentschap (Jetair/TUI in shoppingcenter, Kortrijk): ’n vlucht heen en terug en ’n toegankelijke kamer in een toegankelijk hotel boeken. Het werd uiteindelijk Hotel Aloe in Pafos (of Paphos). We wisten evenwel dat de kamer toegankelijk was maar dat Piet in de badkamer geen douche zou kunnen nemen daar dit een baddouche was.
zie verder 3) Logies en rolstoeltoegankelijkheid.
Gezien we dit pas eind januari boekten, kregen we bij deze last-minute een ferme korting.
Vluchten en hotel met half pension voor 2 personen 14 dagen kostte €1398,80.
- De vluchten met Jetair Fly ( JAF) Brussel-Pafos h/t verliepen vlot.
De check-in en assistentie op de luchthaven in Zaventem was goed. Zoals gewoonlijk hebben we ons aangemeld na de check-in aan de assistentiebalie en zij waren op het voorziene moment aan de gate om Piet in het vliegtuig te helpen met hun mini-rolstoel.
In Pafos ook met ‘n mini-rolstoel buiten het vliegtuig gebracht via een lift ipv de trap tot op het tarmac waar de rolstoel van Piet klaar stond*. Ook voor de terugvlucht geen probleem.
In het vliegtuig kregen we telkens plaats op de 2de rij. De eerste rij is voor de VIP’s, de tweede rij voor rolstoel-VIP’s en vippe rolstoel-VIP-begeleiders.
*Positief denkend geven we grif toe gelukkig te zijn dat onze rolstoel gaaf is toegekomen in Pafos maar er was ook nog ’n rolstoelgebruikster op onze vlucht en haar rolstoel was wel stuk.
- Transfers tussen luchthaven en hotel en vice-versa prima. Wij konden niet mee met het georganiseerd vervoer (met een touringcar) en betaalden bij voor privé-vervoer (4x€14,30). Er stond een taxi te wachten op ons bij aankomst in Pafos. Voor de terugreis had Hedia, de hostess ter plaatse, een briefje op onze kamer laten leggen dat er om 21h40 opnieuw een taxi zou komen. Die was er al om 21h15, maar voor ons geen erg. Wij zaten toch te wachten.
3. Logies en rolstoeltoegankelijkheid.
- In Pafos logeerden we in Hotel Aloe*, ‘n 4-sterren-hotel waar kamer 1 het meest geschikt (toegankelijk maar niet aangepast) zou zijn en waar ik geen douche zou kunnen nemen zoals ze ons in België hadden gemeld.
De ingang van het hotel lag al hoger dan de parking ervoor maar aan één ingangdeur kon men vanaf de parking naar binnen via ’n hellend vlak en bevond men zich dan op het niveau van de receptie van het hotel. Wij kregen kamer 1 die ook te bereiken was vanaf het receptie-niveau via ’n hellend vlak. Eigenlijk zaten we dan al ongeveer op het niveau van ’n eerste verdiep.
*Wij spraken altijd over Hotel “Alowé” maar uiteindelijk kwamen we toch te weten dat de Cyprioten spreken over Hotel Aloi.
- In de kamer was er net voldoende circuleerruimte, maar dat was ok.
De badkamer met lavabo, toilet en bad was te klein: we wisten al dat Piet niet in dat bad ’n douche kon nemen. In de rolstoel zonder de steuntjes kon Piet wel met de knieën onder de lavabo en kon zich aldus wassen. Evenwel, naar het toilet kon hij evenmin, wegens geen plaats genoeg om de rolstoel goed te zetten voor de transfert van rolstoel naar toilet. Gelukkig waren er 2 rolstoeltoegankelijke toiletten (een bij de dames en een bij de heren) op het niveau van de receptie (hebben we zelf ontdekt, werd ons niet gemeld) en dat heeft ons geholpen. Die aangepaste toiletten waren ruim genoeg en Piet kon er net in ondanks het feit dat de deur naar binnen draaide.
Er was ’n neerklapbare handgreep links van het toilet en we hadden ’n mobiele handgreep mee (op advies van Lut van Jetair) die we elke dag bevestigden (zonder de muur te beschadigen) aan de muur rechts van het toilet.
Voor het zeezicht hadden we beter niet bijbetaald want we zagen de zee nauwelijks gezien we slechts op het eerste verdiep zaten en bomen, de parking en de straat belemmerden het zicht.
- De hotelligging was zeer goed. Niet zo ver van het centrum. Toch rustig.
- Hoteldiensten : het hotel had bijna overal hellende vlakken en dus was bijna alles bereikbaar. De 3 liften die we gezien hebben waren toegankelijk.
Dus dat was ok.
Zwemmen zat er niet in: het binnenbad was een peddelbadje (de bijhorende douche is niet rolstoeltoegankelijk). De buitenbaden waren nog te koud (18°) voor Piet, Hilde is één keer gaan zwemmen maar dat was maar net doenbaar qua temperatuur. Dat vinden we echter normaal voor maart. Er zijn 3 buitenzwembaden met niveauverschillen maar er zijn overal hellende vlakken.
- Personeel in het hotel is vriendelijk, alles ok.
- Het half pension was echter niet helemaal ons ding. Na ’n tijdje kwamen de buffetten** een beetje ons oren uit : Cypriotic night, French Night, Italian Night, Carvery night,...Er zat niet veel variatie in en dat bevestigt ons dat B&B meer ons ding is. In het hotel was het eerder toeristenkost voor de vele senioren die er waren :-).
**Piet kon ook niet zelf gaan kiezen want het buffetdeel lag enkele (3 of 4) treden lager en dat was de enige plaats op het gelijkvloers in het hotel zonder hellend vlak.
- Er was weinig animatie in het hotel maar voor ons was dat geen probleem want wij maken daar geen gebruik van.
- Hostess Hedia van Jetair was vriendelijk en behulpzaam, al konden wij ons niet van de indruk ontdoen dat dit een nieuwe bestemming was voor haar en dat ze de plaatsen waarover ze sprak (bvb mbt de uitstappen) zelf niet goed kende. Nu, wij namen daar ook niet aan deel, dus voor ons ook geen probleem. Het kan ook verkeerd ingeschat zijn van ons, maar zo kwam het over.
-De huurauto was goed, een Ford Focus, netjes op tijd geleverd aan het hotel door een vriendelijke dame maar ze gaf niet al te veel uitleg. Jetair heeft voor ons via Holiday Auto’s in België onze huurauto geregeld. We opteerden voor eén met automatische versnellingen en airco en een goede verzekering en dat kostte ons €429 euro. We hadden jammer genoeg wat schade aan de auto (deuk in carrosserie) en de afhandeling in België (die nu nog bezig is) verloopt naar wens en we zouden zelfs onze franchise van 350 euro terugkrijgen via een verzekering.
4. Bezienswaardigheden en rolstoeltoegankelijkheid
- In Pafos is er een toeristische dienst niet ver van de haven (straat Poseidonos) waar je een brochure kan krijgen (109 blz) in het Nederlands over alle bezienswaardigheden en stratenplannen van alle belangrijke steden op het eiland. De toeristische dienst is toegankelijk via een hellend vlak.
- De eerste dag waren we nog autoloos en wandelden we dus naar Kato Pafos in Pafos en bezochten er de archeologische site (werelderfgoed Unesco) met o.a. de vloermozaïeken in de Romeinse villa’s: prachtig ! Er is een hellend vlak naar het Huis van Dionysos, de mooiste villa. Voor de rest is de site toegankelijk met een begeleider want het is soms wat duwen en zoeken voor de meest comfortabele weg, maar het lukt zeker en je mag je niet laten ontmoedigen.
We betaalden voor 1 persoon.
Je meldt je aan de kassa aan (er is een hellend vlak) en zij zullen je dan naar een andere ingang doorverwijzen op de linkerzijkant van de site.
Er valt nog meer te zien in Pafos maar dat bezochten we tussendoor op de dagen dat de auto-uitstadjes niet veraf waren.
Het huis van Theseus is niet goed toegankelijk, er zit hier en daar een trap tussen de hellende vlakken maar dit huis is minder interessant.
In Pafos heb je ook een oud fort dat je kan bezoeken maar alleen het zicht van op het dak (niet rolstoeltoegankelijk) over de stad en de zee is de moeite waard.
- Het Byzantijns museum (2 x 1 trede, dan 4 treden en daarna alles plat) in Pafos heeft 2 zalen met ’n collectie oude iconen (sommige 1000 jaar oud). Al die heiligen bekeken ons stoicijns en het viel op dat neuzen en handen schilderen niet iedereen gegeven is en ook aan het perspectief scheelde wel eens iets.
Het nabijgelegen Geologisch museum, waar Piet op gebrand was het te bezoeken, bleek ’n hoop stenen in ’n soort winkel, niemand te zien, gesloten en heel vuile ramen.
Niet ver ten noorden van Pafos zijn we naar de site van het klooster Agios Neofytos getrokken. Daar heeft ’n ascetische kluizenaar in de rots 3 cellen uitgehakt en eigenhandig beschilderd met taferelen uit het leven van Christus. Die 3 cellen zijn niet rolstoeltoegankelijk (15 treden) maar de site zelf wel (ze is licht glooiend) met o.a. het kerkje met vele iconen (hellend vlak ligt achter de kerk, vrij hoge hellingsgraad)
Vandaar op naar Lempa waar we wel de studentikoze uitingen van de plaatselijke art-school zagen maar niet de reconstructie van 6 woningen uit de jaren 3500 BC, ze bleken onvindbaar, althans voor ons.
- Wegwijzers zijn geen Cypriotische specialiteit en zeker niet in de steden. Onze eerste uitstap was naar Lemesos op ‘n 60-tal km van Pafos maar eenmaal ginder was het navigeren via vele kleine straten maar het toeristische deel had zich goed verstopt en we hebben het dan maar te voet ontdekt. We zagen ’n prachtige kerk met fresco’s door het glas van de deur want de kerk was gesloten. Ook ’n blitzbezoek aan de moskee en alzo herinnerden we ons weer dat je enkel buiten naar ’n moskee hoeft te kijken want binnen ’n moskee valt niks te zien: het is enkel en alleen ’n gebedsruimte zonder versieringen: heel sober. En ze vinden het ook niet leuk – eigenlijk wel begrijpelijk – ‘n toerist te zien die het interieur van de moskee wil bekijken.
Lemesos leek ’n bouwwerf: De winkelstraten lagen deels open door wegenwerken en de bekende wandelpromenade aan zee was één bouwwerf en volledig ontoegankelijk en zo hebben we met moeite een glimpje van de haven opgevangen.
Aan het kasteel (waar Richard Leeuwenhart in de 12° eeuw huwde) ’n terraske gedaan en dan heeft Hilde alleen de burcht bezocht wegens niet toegankelijk: de architectuur oogt fraai en de collectie is wat je verwacht: munten, stempels, kanonballen, zilverwerk, potterie en ’n veelheid van grafzerken of kapittels uit kerken en het uitzicht boven is mooi :-) : de bouwwerf die Lemesos die dag was. Nog gepoogd de archeologische site in Amathous te bezoeken maar die was al om 17h gesloten.
- Op de enige dag dat we ’n paar regenvlagen – die ’s nachts al begonnen waren – kregen reden we naar Polis, ’n stad op ongeveer 30 km ten noorden van Pafos waar 2 kerken met fresco’s (muurschilderingen) – volgens Capitool – zouden te bezichtigen zijn. Polis leek ons evenwel meer ’n dorpje en de 2 kerken met fresco’s bleken eerder kapelletjes met iconen te zijn.
En volgens ANWB ligt Polis aan de oostkust ? Zouden de ANWB-schrijvers dat in Cyprus niet opgemerkt hebben ?
Daarna naar de baden van Aphrodite (niet rolstoeltoegankelijk want naar het einde toe is er ‘n trap van ongeveer 15 treden. Hopelijk zal de tuin die ze aan het aanleggen zijn met bloemen, kruiden en struiken meer de moeite zijn dan de poel – die Hilde zag – waar water uit de rotsen – of waren het boomwortels ? – sijpelde.
Dan probeerden we de stadsstaat Marion te vinden waar er nog ’n leuk archeologisch museumpje – volgens Capitool – zou zijn maar dat hebben we niet gevonden. Later vernamen we dat Polis gebouwd is op de resten van Marion maar dat wist Capitool niet goed.
- Op naar de oude Romeinse stad Curium, Kourion in het Grieks maar op de snelweg zagen we enkel ’n afrit waar Kourio aangeduid stond en reden we dus door. Soit. We raakten toch in Kourion en heel wat, dankzij houten rampen, bleek toegnkelijk. Het theater oogde mooi, zowel in vogel- als in kikvorsperspectief en het zicht op de zee was fenomenaal. Het terrein zelf is vol natuurlijke hellingen en dan zijn kiezelpaden niet de beste optie voor rolstoelgebruikers maar het is toch gelukt. Na enig zoekwerk dan toch gevonden dat Piet ook de Agora, de baden en de christelijke basiliek kon zien! (volg een pad aan de linkerkant van de site).
Niet alles is van dezelfde periode: sommige dateren uit de Griekse periode (310-30 BC); andere dan uit de Romeinse periode (30 BC- 330 AD).
We hadden er nog niet genoeg van en zijn ook het Apollo Hylates heiligdom, 3 km daar vandaan, gaan bezoeken. Het is ’n heidens heiligdom waar veel pelgrims naartoe gingen met o.a. offergaven. We mochten gratis binnen.
Nog even doorgereden naar het Akrotiri-schiereiland met ’n zoutmeer, waar men pelikanen en flamingo’s kan zien. Helaas … ’t zal het seizoen niet geweest zijn al blijken die vogels net tot maart nog waar te nemen te zijn in Cyprus. .
- Op naar de hoofdstad dat onze 2 reisgidsen Nicosia noemen maar de hoofdstedelingen spreken van Lefkosia en Lefkosa aangezien het eiland Cyprus verdeeld is en de hoofdstad op de grens ligt van het Griekssprekend Zuidelijk deel en het door Turkije ingepalmde noordelijk deel. Lefkosia (het zuidelijk deel van de hoofdstad) is de hoofdstad van Cyprus en Lefkosa (het noordelijk deel van de hoofdstad) is de hoofdstad van het door Turkije ingepalmde noordelijk deel.
We parkeerden de auto in Lefkosia dicht bij het Cyprus (archeologisch) Museum dat we direct bezochten: nogal oubollig en alles in glazen vitrines met nummerkes maaaar de collectie zelf is prachtig: ’n waar plezier en ’n echte aanrader ! Af en toe capteert iets speciaal je aandacht en geniet je van de fijne decoraties, de speelsheid, de versieringen,… . De voorvaders van de Cyprioten (tot enkele eeuwen voor Christus) hielden van mooie dingen: beeldjes, vazen, offergaven … in brons, marmer, limestone, terracotta, goud of zilver, … voor elk wat wils.
Er zijn 2 hellende vlakken aan de ingang, binnenin zijn 10 zalen bereikbaar. Er is nog een zaal in de kelder en één op het eerste verdiep, bereikbaar via een plateaulift maar die hebben we niet gebruikt, gezien de collectie Hilde niet interessant leek.
Dan naar de Sint-John-kathedraal en het aartsbisschoppelijk paleis maar die waren die dag gesloten vanaf 13h op zaterdag. Wel even de Omeniye moskee bekeken.
Op naar Lefkosa. De grensovergang voor voetgangers is op het eind van de Lidrasstraat (grote autovrije winkelstraat) : identiteitskaart tonen, ’n dagvisum invullen en laten afstempelen en klaar is kees. Gewandeld in de bazar, de vele winkeltjes bekeken en honing en Turks fruit (soort zacht gesuikerd snoep uit sap van fruit) gekocht.
Buyuk Han is ’n oude karavanserai met ’n moslimschrijn in het midden: interessant, Ottomaans gebouw. Momenteel zitten er veel kleine winkeltjes in.
Ook het omgekeerde gezien van de Mezquita (moskee die ’n kathedraal werd) in Cordoba: de St Sofia-kathedraal omgevormd tot moskee Selemije Cani: er staan nu 2 minaretten op en alle afbeeldingen van mensen en dieren en de sculpturen in het hoofdportaal zijn verwijderd en het interieur is witgekalkt. Uit respect zijn we dus niet naar binnen geweest.
Nog even gewandeld tot aan het Atatürkpark en dan teruggewandeld naar Europa.
- ’n Dagje de streek rond Pafos verkend. Palepafos is ‘n archeologische site met bijhorend museum in de buurt van Kouklia. Het is meer van hetzelfde en als je veel fantasie hebt zie je misschien de tempel van Afrodite. Het is wel ’n feit dat er in de 12° eeuw voor Christus al ’n cultustempel was. Op de site staat ook het Lusignanhof dat gebouwd werd ten tijde van de kruistochten: ’n vierkant gebouw met binnenplein en ’n groot poortgebouw. Er is daar een museum en een filmprojectie over de site maar dat is niet rolstoeltoegankelijk.
Vandaar naar Geroskipou waar ’n schitterend kerkje staat uit de 9de eeuw met 6 koepels (5 + 1) en mooie fresco’s (uit de 14de eeuw: bijbelse taferelen). Zeker de moeite, niet overslaan!
Groot hellend vlak naar de ingang (kerk ligt lager dan het plein), aan de ingang van de kerk zijn er 2 treden.
- Het Kykkosklooster moet – vindt Piet - op het programma staan als men naar Cyprus gaat.
Het was wel 2 uur rijden waarvan het, vanaf Panagia, de laatste 40 km bergop, bergaf ging, constant bocht in, bocht uit en we hadden maar 1 tegenligger.
Bij het binnenkomen in de kerk kreeg Piet ’n cultuurindigestie bij het zien van de iconostase: ’n teveel aan pracht en praal (was het koper of goud ?) van de olielampen en lusters en ontelbare iconen. We konden het niet allemaal bekijken zonder te denken aan de rijkdom van de kerk en er toch even wat gedegouteerd van te zijn. En de kerk is tevens volledig beschilderd met fresco’s. Dan kwam de binnenkoer aan de beurt waarbij veel mooie mozaïeken en fresco’s over het leven van Christus en het leven in het klooster: Piet’s cultuurindigestie verdween bij het zien van die mooie dingen, zonder overdaad, die men rustig kon bewonderen. Dan het Byzantijns museum: ’n indrukwekkende collectie van iconen, vergulde bijbels, versierde kruisbeelden, enz.
Het Kykkosklooster ligt op 3 niveaus. Niveau van de kerk is beneden, je kan via een metalen hek met het pictogram van een rolstoel binnen gaan.
Wil je naar het eigenlijke klooster dan moet je terug naar buiten,via de weg omhoog tot aan de hoofdingang en dan kan je het gelijkvloers bezoeken van het klooster en kijken naar de versieringen op de verdieping, die enkel te bereiken zijn via trappen maar wel te bekijken zijn vanaf het gelijkvloers..
Wil je naar het museum dan moet je terug naar buiten via de hoofdingang, de weg omhoog volgen en dan naast een ronde toren een hellend vlak nemen. Je moet wel binnen verwittigen dat je aan zult komen want het is gesloten, ze doen het maar open op vraag.
Er is daar ook een panoramisch restaurant (waar de vele souvernierswinkels zijn) en daar is een hellend vlak en een aangepast WC.
De weg naar Panagia – wegens geen enkele wegwijzer daar ter plekke – vonden we niet en na heel wat tijd merkten we dat we richting Troödos (de hoogste berg van Cyprus) en het gelijknamige dorp reden. We reden in het dorp op ‘n besneeuwde weg tussen 2 sneeuwmuren van ’n tweetal meter hoog en daarna over berg en dal tot de autosnelweg en zo terug naar Pafos. Dat ritje duurde ditmaal 3 uur maar ’t loonde vooral de moeite dankzij Troödos.
- Ten noorden van Lemesos lagen ’n drietal dorpjes die we wilden bezoeken. De site van Choirokoitia bleek helemaal niet toegankelijk: enkel 3 gereconstrueerde huizen uit het Neolithicum waren te bezichtigen en voor de rest hevige hellingen en trappen.
Op dus naar het klooster Agios Minas waar de nonnen fruit kweken, iconen schilderen en honing verzamelen. Evenwel zijn heren in korte broek en dames in lange broek er niet welkom. Zouden dames in minirok er dan wel binnen mogen? Soit. Piet die nochtans in lange broek was vertikte het zonder Hilde waarvan enkel haar gezicht en handen naakt waren – net zoals Piet enkel ’n naakt gezicht en naakte handen had – het klooster te bezoeken.
Op dus naar Lefkara, bekend om zijn kantwerk en zilverwerk. Joepie, dat kon! Het bezoek aan de kerk met ’n overweldigende iconostase was tof en vooral daar iemand (de koster, vermoeden we) zo vriendelijk was om ons alles te tonen en uit te leggen. Hun bijzonderheid: een nagel van het heilig kruis meegebracht door de heilige Helena.
Kuieren in het stadje was ook plezant. Typische steegjes waar soms geen auto kan passeren maar ’n rolstoel wel al ging het ’n beetje op en neer maar het was toch te doen. We zagen zelfs ’n terrasje boven de straat tussen de eerste verdiepingen van 2 huisjes weerszijden van die straat.
Aan de huizen te zien moet het ooit ’n rijk stadje zijn geweest. Overal zitten inderdaad dames te handwerken (borduren en kantklossen) en je uit te nodigen in hun winkel maar daar wisten we raad op: we praatten constant tegen mekaar en dan stoorden ze ons niet. Er dan eentje gaan drinken – de wijntjes en zeker de witte, zijn in Cyprus ’n aanrader – op ’n café-terras, ’n tweetal meter boven de straat, van ’n cafeetje maar met ’n hellend vlak ernaartoe vanaf de straat en dus toegankelijk. Chapeau !
- Op naar Larnaka maar eerst naar het zoutmeer gereden waar de Hala Sultan Tekke moskee ligt die niet rolstoeltoegankelijk was maar het is ’n mooi gebouw, één van de heiligste plaatsen voor de moslims op Cyprus. Prachtige ligging. Je mag de moskee ook bezoeken mits schoenen uit te doen en hoofd en armen te bedekken, maar binnenin is er niet veel te zien; het is eerder de site op zich. Uiteindelijk, helemaal op het laatste, zagen we dan toch flamingo’s op het meer en ook de Kamares aquaduct (18e E) die tot 1939 Larnaka van water voorzag uit een bron op 10 km buiten de stad.
Zoals in de andere steden was het moeilijk om het oude centrum te vinden. Eens geparkeerd ook nog verloren gelopen want de zon stond niet op haar plaats. Of was het de zee? Uiteindelijk dan toch de zee met de palmenpromenade gevonden. Gekuierd op de promenade tot bleek dat het strandzand er vrij hard uit zag en wij dus gaan wandelen óp het strand en dus op het zand: ongelooflijk ! Wij vroegen ons af of er stabilisé in het zand zat.
We hebben er echt van genoten want hoeveel keer kan een rolstoelgebruiker op het strand aan de kustlijn wandelen ?
De houten pier en de hele kustpromenade zijn vlak en er is op het strand een openbaar rolstoeltoegankelijk toilet, te bereiken via een hellend vlak. Duur : €1 voor een plas !
Verder ’n bezoek gebracht aan het Turks fort (rolstoeltoegankelijk), mooi gebouw en vanop ’n bovenplatform (niet toegankelijk) ’n tof uitzicht op de stad en de zee. Leuk.
De Agios Lazaros-kerk was de moeite. Piet bewonderde (vanaf de deur want er zijn 6 treden neerwaarts) de architectuur en de mooie stevige stenen bogen en gewelven. Hilde ging naar de grafkelder waar het graf van Lazarus is (of niet ?) en bewonderde de iconostase. Mooie typische kerk.
- “The Tombs of de Kings” (koningsgraven) zijn geen graven voor koningen maar voor belangrijke personen van de stad. De necropolis uitgehouwen in de grond – die bestaat uit zachte zandsteen – ligt niet ver van de zee in Pafos. Sommige graven zijn bovenaan open en dat is handig voor Piet om ze in vogelperspectief te bekijken. De hoofdwegen tussen al die graven zijn goed begaanbaar en, mits wat duwwerk en de nodige motivatie zijn we ongeveer overal geraakt waar we wilden. Soms ook was het niet gemakkelijk waar het zanderig was of met kiezels. Bijna 3 uur zijn we ondergedompeld geweest in de sfeer van de site. Een aanrader en een totaal ander site dan bvb Kourion of Kato Pafos.
- Op onze laatste dag met de gehuurde auto zag ons programma er goed uit maaar … .
Eerst kwamen we de richtingaanwijzer naar Louvaras tegen maar besloten eerst naar Agros, bekend om al wat met rozen te maken heeft, te rijden. Agros lag duidelijk in de bergen en de straten zagen er nergens horizontaal (dus moeilijk toegankelijk) uit. Daarbij, van rozen en commerce daaromtrent niks gemerkt. Vandaar naar Palaichori waar het interessantste de Metamorfosis tou Sotiroskapel is met zijn vele fresco’s maar die bleek gesloten en op de terugweg hebben we geen richtingaanwijzer naar Louvaras gezien.
Op de terugweg naar Pafos zijn we de 3 rotsen van Afrodite (Petra tou Romiou) gaan bekijken. Het zicht op zee was mooi maar de rotsen zijn drie maal niks.
5. (W)etenswaardigheden
- Bij praktisch alle sites was de ingangsprijs 3,40 € (1 keer 1,7 €) en voor ons was het altijd 1 betalen en 1 gratis.
- In Pafos moet je zeker wandelen langs de kustpromenade die loopt van de oude haven tot … ? We hebben eens meer dan een uur gewandeld en die promenade liep nog verder door. De kustpromenade vanaf het hotel tot aan de haven is toegankelijk met begeleider want er zijn hellingen ipv trapjes. Er zijn wel hier en daar treden maar dan telkens maximaal één.
- Men heeft de blauwe parkeerkaart niet echt nodig in Cyprus want er zijn nauwelijks voorbehouden parkings.
We zagen er geen bij archeologische sites. En is er al één, zoals bvb in Lemesos, dan staat er ’n glascontainer op.
- In de steden wordt erg veel op de voetpaden geparkeerd en dat maakt dat rolstoelgebruikers dan op straat hun weg moeten vinden.
- In meer toeristische plaatsen zijn er vaak hellende vlakken naar de voetpaden toe.
- Omwille van de centjes hadden we gekozen voor half-pension en de eerste dagen leek het eten (voorgerechtje, soep, hoofdgerecht en dessert, alles naar keuze) ons lekker maar dan, naarmate de dagen vorderen, komen dezelfde gerechten regelmatig terug …
- Van 18h tot 19h was er elke avond happy hour in de cocktailbar van het hotel: we bestellen en betalen bvb 1 Daiquiri en we krijgen 2 Daiquiri’s !
- Het eten van meze (blijkt ’n afkorting te zijn van mezedes) MOET je eten als je in Cyprus bent. De 2 zondagen dat we er waren zijn we meze gaan eten in “Happy Island” dat in de straat Poseidonos in Kato Pafos ligt, dat is de straat die naar de haven loopt. Het ligt net voor hotel Almyra. Dit is geen toeristisch restaurant want het ligt niet aan de zee. Het is een restaurant waar veel Cyprioten komen. Toeristen gaan naar de restaurants langs de kust. Het toilet is jammer genoeg op het eerste verdiep.
- Meze is dus ’n verzameling van minstens ‘n 15-tal kleine gerechtjes die in volgorde regelmatig op tafel komen. Er is meze* die, naast groenten en sausen ook vlees en vis bevatten (38 € voor 2 personen) maar er is ook vis-meze (42 € voor 2 personen) dat naast de groenten en sauzen geen vlees maar enkel vis- en schaaldiergerechtjes bevat. We opteerden telkens voor vismeze.
We kregen waar voor ons geld: ’n grote schaal Griekse sla, pittabroodjes, houmous , tarama (de lekkerste ooit gegeten), tzaziki, patatjes, rode bietjes, ’n ander slaatje en olijven met koriander als cold-starters, allemaal in aparte schaaltjes. Dan volgde inktvis, calamares, octopus (ja, dat waren 3 verschillende dingen), ’n grote gamba, ‘n 15-tal marida’s (’n soort sambaza, visjes met kop en staart gefrituurd), dan vermoedelijk ’n rode poon en dan ’n hele bereide verse vis. Dit alles met ’n Ouzo (’n soort Griekse pastis) vooraf (voor Piet), ’n hele fles Thisbe (of was het Tsibe ?) voor ons beiden. Achteraf nog ’n glaasje commanderia (zoete Cypriotische dessertwijn) voor Piet en ’n Irish Coffee voor Hilde.
*’n meze-gerecht kan enkel besteld worden voor 2 personen of meer.
Evenwel was er geen meze te bespeuren tijdens de avondmalen in het hotel.
- Hilde liet zich niet kennen en zwom als enige – we waren toen al ’n tiental dagen in Cyprus en de zwembaden in open lucht in het hotel hadden nog geen klanten kunnen lokken – ’n half uurtje in 18°C fris water. Chapeau ! ‘n Paar dagen later probeerden er toch al ’n paar het ook eens te wagen.
- De was in ’t hotel: 7,5 € voor T-shirt en 9 € voor ’n broek.
In ’n wassalon in Pafos: 10 € voor een 15-tal stuks waspoeder, wassen en drogen inbegrepen. De keuze was niet moeilijk
- Pas onze laatste dag, autoloos dus en dus in Pafos, ontdekken we dus ‘n Starbucks.
Zo’n lekkere koffie lust Hilde wel en ze merkte dat er, voor niet-koffie-drinkers als Piet, er ook ‘n chocoladevariant kon gedegusteerd worden. Ook lekker.
- Op ’n terrasje kan men gerust ’n glas wijn (was altijd lekker vol) bestellen (en drinken) of krijgt men ‘n wijnflesje van 18 cl en ’n wijnglas.
- Er is een vrij uitgebreid busnetwerk en een ritje kost €1. Een dagticket evenwel €2 en dan mag je overstappen zoveel je wil. We zagen toch wel dat bussen soms aangepast waren maar we hebben dat niet uitgeprobeerd, gezien we een auto hadden.
- Met een huurauto mag je niet binnen in het Tukse gedeelte van het eiland, tenzij je een extra verzekering neemt ! Goed je papieren nalezen ! Er zijn wel 2 overgangen voor auto’s voorzien met grenscontroles.