Indre-Loire met het gezin
Voor wie het eerste deel (Dordogne) van ons extra-lange reisverslag nog niet las: wij zijn Thomas en Lien, beiden manuele rolstoelgebruikers die enkel meters kunnen stappen. Ina is 8 en kleine Jona is zo klein niet meer, met zijn 3 jaar.
Nu gaan we richting Indre-Loire. Onderweg stoppen we in Châteauroux om een vriendin op te halen. We nemen er ons middagmaal in Café et Brasserie Les Halles, op een verkeersvrij plein (Rue Hélin-Lafarge). Verder lijkt er op zondag in Châteauroux niet veel te beleven. Ook al is de kerk waarbij we geparkeerd staan wel erg mooi!
We rijden verder naar ons logement: Camping Parc De la Brenne, Domaine de Puylagorge, en komen er terecht in een stukje Nederland in Frankrijk. De camping is er eigenlijk speciaal voor gezinnen met kinderen met een beperking. De badkamers zijn enorm aangepast (douchebed, douchestoel, toiletstoel, tillift …) er zijn aangepaste safaritenten, en kampeerbungalows (houten tenten zonder compartimenten, en met tentdak) met helling. Voor de kinderen is er de mogelijkheid om aan de animatie deel te nemen. Afhankelijk van de ondersteuning die er nodig is, wijzigt ook de prijs. Voor kinderen die geen bijzondere ondersteuning nodig hebben, en jonger dan 4 jaar zijn vraagt men 100 euro voor een volledige week (voormiddagopvang en namiddagopvang. Voor opvang over de middag vraagt men 5 euro per keer extra), voor kinderen ouder dan 4 vraagt men 50 euro voor een volledige week. Afhankelijk van de ondersteuningsnood die uw kind geeft, gaat dan prijs dan omhoog. Op de formulieren staat expliciet dat je het met een PGB (persoonsgebonden budget- Nederland) kan betalen.
Wij logeren in een kampeerbungalow. Het is 1 ‘grote’ ruimte, met daarin 4 bedden, een kookplaat, een frigo, een lavabo (met een bidon die je met water moet vullen), … Achteraan is er ook een rek. Voor ons als zelfstandige rolstoelgebruikers was deze kampeerbungalow niet zo ideaal. Los van het feit dat je bijvoorbeeld de waterbidon zelf moet vullen, en dat het kookplaatje niet onderrijdbaar is, waren er wel grotere moeilijkheden. Voor de deur ligt een helling. De deur openen (draait naar buiten) met de sleutel, doe je dus vanop een helling. Om het terrasje te gebruiken moet je dan weer een ander hellinkje op. Dus met je hete spaghettipot eerst een helling af, en daarna de volgende helling weer op… We waren gauw blij dat Eva ons toevallig vergezelde. Om het toegankelijk sanitair te kunnen gebruiken is er een sleutel, die je bij je aankomst moet vragen. De toegankelijke badkamer (vlakbij onze kampeerbungalow) heeft zoals reeds eerder beschreven zeer veel hulpmiddelen. Dit heb ik nog nooit eerder gezien! Prachtig! Voor ons als zelfstandige rolstoelgebruikers, betekende het wel dat je eerst tal van hulpmiddelen moet verschuiven, op een gladde vloer, om dan voorzichtig de klassieke douchestoel te bereiken. Door al die hulpmiddelen die er staan is de douche dan ook niet meer overdreven groot. Toen ik daarover vertelde vernam ik dat er elders op het domein ook een ‘gewone’ toegankelijke douche met douchestoel was. Deze ben ik dan gaan zoeken. Ik had er wel de juiste sleutel niet voor, maar bij ééntje was de deur open, en zag ik inderdaad naast de douchestoel enkel een douchebed staan. Dat was dus al wat minder verhuis. Maar het is wel prachtig dat er zo’n accommodatie is, ik denk dat dit voor veel mensen de kans geeft om zonder zorgen op vakantie te gaan!
Ina sliep in een tentje naast onze kampeerbungalow, en dat was een goed plan, een extra bed was echt teveel geweest. Pas op het einde ontdekten we dat we gerust gevraagd mochten hebben 2 bedden door een stapelbed te vervangen! Dat had ook veel plaats uitgespaard.
Maar ik zou natuurlijk niet gelukkig zijn als we geen uitstapjes gemaakt zouden hebben!
We gingen met z’n vijven kanovaren (titelfoto, bovenaan de pagina). Ons vertrek was op de camping in Bélâbre. Ontzettend vriendelijke man stond ons er te woord. We mochten zo lang kanovaren als we wilden, en achteraf gewoon afrekenen. Hij plooide ons met z’n vijven in 1 boot, en daar gingen we. Rustig op de Anglin, weinig variatie in wat er te zien was. Maar wel mooi! In het ene deel helemaal niemand tegengekomen. We parkeren aan de toeristische dienst van Bélâbre, want dat blijkt op de camping te zijn. En op 2 meter van onze auto, stappen we 3 trapjes naar beneden om dan rechtstreeks in de kano te kunnen stappen. Ik denk zeker geen 10 meter in totaal van onze auto! Dat is natuurlijk ideaal voor ons. We varen ruim 2 uur (en picknicken onderweg bij een betonnen dam). De man rekent ons 10 euro, 5 euro per uur aan! We kwamen echter in zijn middagpauze terug, waardoor we nog eens rondwandelden. Zo ontdekten we net over de brug gemeentelijke mogelijkheid om te baden. Er is een meertje aangelegd. Je kan er vlakbij parkeren op een rolstoelparking, en met een betonnen helling helemaal tot in het water rijden! Er is ook een aangepast toilet. In juli en augustus is er in de namiddag een redder. Baad je op andere momenten dan is dat op eigen risico.
Argenton-sur-Creuse. Het Venetië van de Berry lezen we. Op maandag is dit een doods stadje. Bijna alle winkels zijn gesloten! Het water beperkt zich ook tot de rivier langs de stad. Het is zeker niet zo dat het stadje continu door water doorkruist wordt. Wel vinden wij het relatief vlak! Ook de ondergrond valt meestal goed mee. We gaan er wel niet echt op ontdekking, maar we snuiven even de sfeer op de brug op, en lopen door wat vermoedelijk de winkelstraat is. Op de paardenmolen halen onze kinderen hun hartje op.
Saint-Benoit-du-Sault. Dit dorpje is echt middeleeuws, en veel mooier dan Argenton-sur-Creuse. Helaas is veel mooier synoniem voor veel ontoegankelijker. Smalle straatjes met trappen en/of gladde stenen, steile hellingen,… Mochten we opnieuw gaan dan zouden we wellicht bij de kerk parkeren. Daar heb je een uitzicht over de ‘Portefeuillevallei’ (rivier de Portefeuille) beneden. De stadsomwalling is er wel relatief hoog. Ik kon er op vele plaatsen vanuit mijn rolstoel niet overkijken. Iets hoger in het dorpje konden we wel gemakkelijk over de muur kijken. Ondanks het feit dat dit dorpje met de rolstoel zeer moeilijk is, is het toch wel een aanrader. Desnoods rij je er gewoon even met de auto door! Ik las ook dat het vlakbij de A20 ligt, en daardoor een ideale tussenstop onderweg naar het zuiden is!
Bij vertrek uit het dorpje stoppen we nog op de Place du Verdun en we eten een dagschotel in Auberge du champ de Foire. Dagschotel 14 euro voor voorgerecht, hoofdgerecht, kaas, dessert! En als toetje een toegankelijk toilet! Vriendelijk, vers en lekker! Een aanrader.
L’étang de la mer rouge (Saint-Michel-en-Brenne). We rijden naar dit meer, en wandelen rechtdoor een heel eind langs het meer, en daarna door het ‘bos’. Uiteindelijk kijken we op de kaart en zien we dat we op de gewone weg zullen uitkomen. Daarom maken we rechtsomkeer. Dit stukje staat als rolstoeltoegankelijke route aangegeven. Toch zijn we hier wel blij met ons vijfde wiel. De ondergrond is immers een combinatie van grint en grotere stenen. Voor ons met ons vijfde wiel een makkie, maar met gewone kleine voorwieltjes was dit toch wel uitkijken geweest.
We gaan met de auto naar la Maison de Parc de la Brenne, en kunnen daar naar een toegankelijk toilet.
Tussenstop onderweg naar huis: La Pique Assiette, Arteney. Echt tegen de A10, lekker en vers gegeten, toegankelijk toilet, glijbaan voor peuters en schommel. Dik in orde.
Lees ook deel 1 van onze gezinsreis: Dordogne.