West Sichuan en Oost tot Centraal Tibet (China)
Geschreven door Jozef.
Traject: Chengdu, Ya’an, Luding, Xinduqiao, Luhuo, Garze, Derge, Chamdo, Baxoi, Bome, Nyingchi, Lhasa, Tsedang, Gyantse, Shigatse, Shegar, Shigatse, Lhasa, Chengdu
Periode: Van 13/09 tot 10/10/2009
Ik reisde met mijn partner als onmisbare hulp bij het optillen en voortduwen van de rolstoel.
Algemeen
Onze reis was individueel maar volledig georganiseerd.
Het transport naar Chengdu (Sichuan - China) boekten we bij het reisbureau Joker in Mechelen, we reisden met KLM.
Joker in Mechelen levert gewoonlijk prima service en KLM vinden wij één van de betere luchtvaartmaatschappijen op dit ogenblik.
Transport
- heen en terug naar de bestemming: vliegtuig kostte € 503 + 246,29 + 10 = € 759,29 p/p
- ter plaatse: het vliegtuig kostte 1.550 RMB(+/- € 155,00) p/p taksen inbegrepen. De wagen kostte 21.600 RMB, chauffeur en verplichte gids kostte 5.100 RMB
Logies
We kozen steeds voor een hotel of guesthouse, ook uit noodzaak door mijn handicap.
Geldzaken
Algemeen is het prijspeil in het land vrij goedkoop. Wagenhuur met chauffeur is wel duur.
China is geen achtergesteld land en alle moderne snufjes zijn voorhanden, in mindere mate in de plattelands dorpjes.
We betaalden met lokale munt, ter plaatse gewisseld voor € of US$. Dit ging gemakkelijk en vrij gunstig bij wissel.
Koers: 1 € = 9,60 tot 9,80 RMB en 1 US$ = +/- 6,80 RMB
Voor de gemakkelijkheid neem ik in het verslag de wisselkoers 1 € = 10 RMB
Zwart wisselen is niet interessant, want je hebt dan geen bewijs van wisselen om later je resterende RMB terug te kunnen omwisselen in euro.
Infobronnen
We raadpleegden Lonely Planet Tibet 2008, Guide du Routard China 2007 en Footprint Tibet juni 2009
De gedetailleerde plannetjes uit LP volstaan meestal.
Het internet bracht soelaas, we vonden er veel nuttige info.
Nuttige websites: Acces Tibet Tours: www.accestibettour.com , Amdo Tours: www.transtibet.com
CITS: www.tibettravel.org : is uiterst betrouwbaar, maar vrij duur.
Mix Hostel: www.mixhostel.com : is goed en betrouwbaar.
Navo Tours: www.navo-tour.com : is goed, betrouwbaar maar duur.
Sim’s Cozy Travel: www.gogosc.com : is goed en betrouwbaar maar wacht lang om definitief een toer te regelen(tot 14 dagen voor vertrek).
Windhorse Tours: www.windhorsetour.com : is waarschijnlijk goed.
F.I.T.: ttbfitsonam@hotmail.com : is goed en betrouwbaar maar iets duurder.
We kozen voor China Yak uit Chengdu: www.chinayak.com en hebben verkeerd gegokt, want de organisatie werkt niet naar behoren. Een volgende keer zouden we bij Sonam in Lhasa te rade gaan en hoogstwaarschijnlijk met hen in zee gaan.
Veel reisverslagen zijn er niet voorhanden van de over land route Chengdu - Lhasa betreft. Bernadette Ackermans (pas terug van Sichuan) heeft haar uiterste best gedaan om ons op de goede weg te helpen.
Inreisvoorwaarden
Paspoort, aan te vragen op de gemeente, en een visum via de Chinese ambassade:
Boulevard du Souverain 400, 1160 Brussel
Openingsuren: Ma. 9 tot 11.30u en 15 tot 17u
Di. - Vr. 9 tot 11.30u
Je geeft het ingevuld formulier samen met je paspoort en een pasfoto af en een week later mag je het paspoort, met visum erin, komen ophalen en pas dan betaal je € 30. Een ander persoon mag het in jouw plaats doen.
Reisverzekering
Naast Eurocross van het ziekenfonds hebben we steeds de reisverzekering van VTB.
De reisverzekering van VTB kost € 74,00(€ 92,50 - 20% als lid van Wegwijzer reisinfo)
Veiligheid
China is voor de westerse toerist een vrij veilig land. In de autonome regio Tibet moet je je soms wel gedeisd houden en zeker tegenover politie of militairen, om niet opgepakt te worden.
Gezondheid
We zorgen ervoor regelmatig in orde te zijn met DTP en Hepatitis A, zodat er ons nog weinig kan overkomen. Regelmatig je handen wassen is een must, want Chinezen zijn niet al te netjes en nemen het begrip hygiëne niet al te nauw en zeker niet op straat. De Tibetanen ogen doorgaans vies en vuil en zij reiken vlug de hand, daardoor is ontsmetten geen overbodige luxe.
Klimaat
Tijdens de reisperiode was het weer vrij goed met menige zonnige en enkele dagen bewolkt tot heel zwaar bewolkt en af en toe lichte regen. Aan het basiskamp van de Mount Everest scheen de zon, maar het dak van de wereld schuilde achter de wolken.
Taal
Chinees is dé voertaal en in Tibet het Tibetaans, maar vermits wij twee geen van beide spreken of verstaan, trachtten we het te redden met Engels en gebarentaal. De verplichte gids deed meestal dienst als tolk.
Fotografie/Film
Wij namen digitale foto’s en daarnaast filmden we met een aparte camera.
Communicatie
Via telefoon: In openbare telefooncellen valt de prijs mee. Ze zijn herkenbaar aan het blauwe uithangbord China Telecom.
Via e-mail: Internet is ingeburgerd in China en Tibet, maar alles opvragen zoals wij hier in België doen, lukt heel moeilijk of zelfs niet. Wij mailden meestal in hotels aan Y 10/u.
Waardering
We hebben op deze reis heel wat bijgeleerd op gebied van de verschillende bevolkingsgroepen en hun onderlinge twistpunten. Tibetanen en Chinezen komen niet overeen.
Aandachtspunten
In mijn vrij verslag heb ik voornamelijk aandacht voor reizen met een handicap.
Enkele gegevens over ons:
Somers Jozef (°1941) en Meesemaecker Marie-Claire (°1950)
Kard. Cardijnstraat 52
2840 Terhagen/Rumst
Telefoon: 03/888.04.56
E-mail: somers.jozef@skynet.be en somersjozef@hotmail.com
Andere reizigers mogen contact opnemen. Als mindervalide en persoon op rust ben ik meestal thuis aan te treffen, maar mijn spraak wordt niet altijd door iedereen voldoende verstaan. Om geïnteresseerden niet teleur te stellen, is het aangewezen ons te contacteren na 18u, dan kan Marie-Claire die personen te woord staan. Een andere mogelijkheid is vooraf per mail een datum en uur afspreken.
Inleiding
We hebben enerzijds gekozen voor Centraal-Tibet, het meest voor de hand liggende en meest bereisde deel van het land. We bezochten Lhasa en de route richting Kathmandu, met o.a. het basiskamp van de Mount Everest.
Anderzijds kozen we voor een stukje minder gekend Tibet, namelijk Oost-Tibet of de Kham genoemd.
We vertrokken in Chengdu via deels de noordelijke route, die nog behoort tot de provincie Sichuan en de zuidelijke route tot Lhasa, totaal over een afstand van 2.400 km.
De stenen huizen en gebedsvlaggen doen denken aan het zuidelijker gelegen Bhutan, het landschap op deze van Zwitserland en de Rocky Mountains. Het is een prachtige route met verschillende bergpassen van meer dan 5.000 m en idyllische bergmeren. De bevolking is gastvrij en uiterst vriendelijk.
Logies: ligging en toegankelijkheid
De in onderstaande lijst opgenomen gegevens over toegankelijkheid zijn in hoofdzaak bedoeld voor minder mobiele personen en/of rolstoelgebruikers. De overige gegevens zijn even goed bruikbaar voor de modale reiziger. We proberen altijd te logeren in kleine hotelletjes, maar op de tocht die we nu ondernamen, was dit niet mogelijk. We lieten dezelfde hotels boeken die VTB ook gebruikt op de overland route en het beste voorhanden was soms nog vrij basic. Door mijn handicap moet de kamer en de badkamer aan zekere vereisten voldoen en indien er geen lift is, zo weinig mogelijk treden om bij de kamer te komen. In de meeste gevallen kregen we een kamer op het gelijkvloers (in China is dit de 1e verdieping). De toiletten in gans China zijn heel laag en voor het merendeel hadden we beenharde matrassen op de bedden. Ik vermeld telkens bij de hotels hoe ze waren. In alle hotels hadden we doorlopend koud en warm water. Prijzen van overnachtingen moet ik schuldig blijven, vermits het een totaalpakket was.
Wenjun Mansion Hotel
Qintai Road 180, Chengdu, Sichuan province, China
Tel.: + 86/28-861.387.85 Fax: + 86/28-861.632.224
Website: www.dreams-travel.com/wenjun/en
E-mail voor reservatie: dreams-travel-wj2@hotmail.com
Gmail: dreamstravel@gmail.com
Tour consulting: Tel.: + 86/28-861.365.28 Fax: + 86/28-861.322.24
E-mail: dreamswj@dreams-travel.com en dreams-travelwj2@hotmail.com
Het Wenjun Mansion Hotel is gelegen ten zuidwesten van het centrum tegenover het Wenhua park en de Qingyanggong tempel. De binnenkoer en tevens restaurant kan je op zonder oneffenheden. Voor de receptie zijn een drietal treden en een te smal steil hellend vlak, dat eerder bedoeld is voor de bagage. Om bij onze kamer(102) te komen heb je nogmaals twee treden en dan is het vlak tot de ingangsdeur. We beschikten over een ruime kamer met 3 enkele bedden. De badkamer viel best mee, al was de deuropening maar net breed genoeg voor mijn rolstoel. Ik kon er amper keren met de rolstoel en de beensteunen moesten er telkens af. Hier maakte ik voor de eerste keer op deze reis kennis met een laag toilet zonder wandbeugels en een beenharde matras. Het hotel is in ieder geval een aanrader, zelfs voor wie zich in een rolstoel verplaatst. Het is wel aangewezen er met een begeleider te komen, anders zou het moeilijk lukken vanwege de treden. Op het terras aan de kamer was een tafel en 2 stoelen, waaraan we het ontbijt namen. Het buffetontbijt is er verzorgd.
Garden Hotel
Xinduqiao
Van dit logies heb ik geen gegevens kunnen bemachtigen. Het ligt in volle centrum van het stadje, dat toch maar uit één straat bestaat. Het is een simpel guesthouse en de kamers zijn klein maar netjes. De badkamerdeur is te smal en de meegebrachte plooibare toiletstoel, van Chinese makelij, kwam hier goed van pas. In de badkamer was alles voorhanden, zelfs een Chinees toilet(geen zittoilet). Er worden geen maaltijden geserveerd en enkel een Chinees ontbijt met noedels, dumplings en warme melk met rijst. Wij aten er enkele gekookte eieren. Wij hadden een kamer op het gelijkvloers en bij de inkomdeur is er maar 1 trapje. De matras was hier even hard.
Danba Gubao Hotel
Danba
Meer gegevens van dit logies heb ik niet. Het ligt in het centrum van de stad aan de oever van de rivier. Bij de inkom zijn twee en iets verder drie treden, maar dan is het vlak tot bij de lift. In de gang naar de kamer waren ook nog eens eerst twee en vervolgens drie treden. Om bij de kamer te komen had ik altijd de hulp nodig van het personeel. We konden beschikken over een grote nette kamer met twee eenpersoonsbedden. De kamer heeft in annex een grote badkamer met open douche met losse sproeier, een laag zittoilet en onderrijdbare lavabo. Wandbeugels waren er onbestaande. Aan de badkamer was er een opstapje van een achttal cm. De matrassen waren nog maar eens hard, het went niet vlug, maar dit is typisch Azië. Het avondeten en het ontbijt hebben we voor de gemakkelijkheid op de kamer genuttigd en beiden waren prima.
Luhuo Kasa Hotel**
Luhuo
Ook van dit logies heb ik geen gegevens, maar het is voldoende gekend, de betere reisagentschappen, zoals VTB, overnachten hier ook. Het is het beste voorhanden in deze stad. Het ligt ongeveer in het centrum van Luhuo. Bij de inkom zijn 3 treden, er is geen lift, maar we kregen een kamer op het gelijkvloers toegewezen. De nette kamer was vrij groot, maar de badkamer daarentegen, met alles erop en eraan, was klein. Het lette niet echt, want ik kon er toch niet in omdat de toegangsdeur te smal was. De plooibare toiletstoel kwam hier voor de tweede keer van pas. Handdoeken zijn er niet voorhanden. De receptie verwittigde ons op te letten voor gauwdieven, maar we hebben er gelukkig niet mee te maken gehad, ook niet met een poging tot. De matrassen waren hier ook hard. Het avondmaal in het hotel was goed en niet duur, Y 50(€ 5) voor ons twee. Mineraal water was er niet te krijgen. Er wordt alleen een Chinees ontbijt gegeven, waardoor wij weer eens op enkele gekookte eieren verder moesten.
Kangba Binguan Hotel
Dong Da Street 71, 626700 Garze, Sichuan provincie, China
Tel./Fax: + 86/836-752.33.66
Dit logies ligt in de Chinese wijk van de stad. Voor zover ik mij nog herinner was er bij de inkom maar één trapje en verder is het vlak tot bij de lift. Wij konden beschikken over een grote kamer en een vrij gemakkelijke badkamer. De lavabo ligt in een lang blad, waaraan ik mij kon vasthouden. Er is een afgesloten douchecabine met losse sproeier en een kleine overstap. Het zittoilet was hier ook redelijk laag en dan wordt rechtstaan voor mij een moeilijke klus. Wandbeugels kennen ze hier nog niet. Het avondmaal in het restaurant van het hotel was goed. Tsewang, onze gids, bestelde samen met ons het diner en het ontbijt. Er wordt gevraagd het ontbijt de avond tevoren te bestellen. Ook hier waren het beenharde matrassen.
Dege Chola Hotel**
Derge
Het hotel ligt in het volle centrum van Derge, even achterin zodat het er rustig slapen is. Adres of andere gegevens heb ik er niet van. Bij de inkom ligt, naast de twee treden, een schuin vlak, waarlangs je heel gemakkelijk naar binnen kunt met hulp. Onze kamer was op de 1e verdieping en er is geen lift, maar het personeel is behulpzaam en vriendelijk en droeg mij in mijn rolstoel naar boven en rolde mij tot in de kamer. We hadden er een grote kamer en een vrij gemakkelijke badkamer, met een deur die breed genoeg was. Wandbeugels zijn er onbestaande en de matrassen waren nogmaals hard. Het avondmaal in het restaurant van het hotel was prima, maar Tsewang heeft het samen met ons besteld, want niemand begrijpt zelfs maar één woordje Engels. Er wordt alleen een Chinees ontbijt geserveerd en wij vervielen in onze oude gewoonte, gekookte eieren als ontbijt. Voor de lever is het misschien minder goed, maar voor de lijn des te beter.
Chamdo Hotel of Chamdo Fandian**
West Road 22, Chamdo County, Tibet
Tel.: + 86/895-482.59.98, 482.31.68
Het hotel ligt in het centrum van de Chinese wijk van Chamdo tegen de Ngom Qu rivier en tegenover het Jampaling klooster. Het is het meest luxueuze hotel in Chamdo met 108 kamers, 6 luxe suites, 27 deluxe standaard, 21 standaard en 24 triplo kamers. Er is een buiten theetuin, een zwembad en een degelijk restaurant. Er is tevens een beauty salon en een grote parking met de mogelijkheid van een vrije carwash service. Het is misschien het beste hotel in Chamdo, maar het is uitgeleefd. Bij de inkom zijn twee treden en dan is het vlak tot de grote lift. De kamer was niet al te groot, maar we hadden een balzaal van een badkamer met ligbad met losse sproeier, lavabo en zittoilet, maar geen wandbeugels. Warm water is voorhanden van 8 tot 11u en van 20 tot 23u. We hebben een tafeltje en een stoel op de gang gezet om meer ruimte te creëren. De receptie en het personeel in het restaurant was alles behalve vriendelijk en niemand sprak een woord Engels. Er was dan ook geen Engelstalig menu beschikbaar. Het eten, in aparte kamertjes, was goed maar peperduur.
Baxoi Government Hotel***
Baxoi
Het ligt ook in het centrum van de stad, die in feite maar 1 hoofdstraat kent. Je zou deze straat de Chinese wijk kunnen noemen, want de weinige Tibetanen die er nog resten, wonen achterin. Meer gegevens heb ik van dit logies niet kunnen bemachtigen. Het is een koel staatshotel en aan de balie was men niet echt vriendelijk. Onze kamer was op de 1e verdieping en er is geen lift. De kamer was niet te groot en vrij smal. De badkamer daarentegen was redelijk gemakkelijk en met zittoilet, eigen boiler en glazen om de tanden te poetsen, maar geen toiletpapier. Voor het avondmaal ben ik niet in de kamer geweest, dat zou teveel rompslomp teweeggebracht hebben voor de personen die mij op en af moeten dragen. Nadien heeft Tsewang, de chauffeur en een derde persoon mij tot boven gedragen. Het is er rustig slapen tot 7.15u, tijd voor het appel in de naburige kazerne. Er worden in dit logies geen maaltijden geserveerd, zelfs geen ontbijt. Er is een goed restaurant op loopafstand van het hotel. Het is het beste in het stadje. Ook hier harde matrassen.
Bome Zizuan Bome Hotel**
Bome
Het hotel ligt in het nieuwe centrum van Bome, tussen de ingeweken Chinezen. Het ligt aan het begin van de hoofdstraat in een zijstraat Meer gegevens heb ik er niet van. Het is zeker een rustig hotel, maar vrij tochtig want alle deuren stonden op mekaar open. Het personeel liep rond in dikke vesten. De kamers zijn allen op de 1e verdieping en er is geen lift. Het restaurant is op het gelijkvloers, maar er wordt ’s morgens alleen Chinees ontbijt geserveerd en voor diegenen die er geen graten in zien, is dit prima. Wij hielden het nogmaals bij enkele gekookte eieren. De heel ruime kamer, met twee enkele bedden, had eindelijk eens een zachte matras, wat een zaligheid. De badkamer was niet al te groot, maar vrij gemakkelijk. De lavabo stond goed geplaatst, er was een douchecabine met losse sproeier en het zittoilet was hoger dan de doorsnee Chinese versie. Wij vonden het er prima.
Shang Bala Hotel***
Qizheng Road, BaYi Town, 860000 Nyingchi, LinZhi, Tibet
Tel.: + 86/894-583.59.99 Fax: + 86/891-894-583.55.55
Het hotel ligt in het nieuwe en Chinese gedeelte van de stad. Het hotel oogt luxueus. Je kan erin zonder oneffenheden en de aanwezige lift is meer dan groot genoeg. Er was maar 1 groot probleem, ik kon met de rolstoel niet in de badkamer. De manager werd erbij gehaald en zij stelde voor een rolstoel van het hotel te gebruiken. Het werd uitgetest en lukte evenmin. Het scheelde maar enkele cm. De enige oplossing hiervoor was, de badkamerdeur uitnemen en de hoepels van de wielen verwijderen en dan lukte het nipt. Eind goed, al goed. De kamer was groot genoeg en ik kon nu in de kleine badkamer. Wanneer ik er met de rolstoel binnen was, kon Marie-Claire er niet in, maar voor de rest was alles OK. Hier waren het weer harde matrassen. Het restaurant levert prima werk, maar niemand verstaat een woord Engels. Tsewang werd weer onze toeverlaat, anders konden we met een lege maag in bed. Voor de rest is dit een heel goede locatie.
Tibet Gorkha Hotel***
Raysal South, Linkor Road 45, Jiangsulu, Lhasa Old Town, Tibet
Tel.: + 86/891-627.22.22 Fax: + 86/891-627.19.93
Tel. receptie: + 86/891-6271991/2
E-mail: tibetgorkha7@hotmail.com en tibetgorkhahotel2009@hotmail.com
Het hotel ligt net binnen de oude Tibetaanse wijk van Lhasa en op 5 minuten loopafstand van het Barkhorplein en de Jokhang Tempel. Op deze locatie was ooit het consulaat van Nepal gevestigd. De kamers liggen rond een binnentuintje en die op de verdiepingen zijn beter uitgerust dan degene op de begane grond, maar er is geen lift. Je kan het hotel binnen zonder oneffenheden, maar aan de receptie is 1 trapje(25cm) en om bij de kamers op het gelijkvloers te komen zijn er 2 kleine treden, die door de begeleider van de rolstoel in één keer kunnen genomen worden. De kamer met 2 enkele bedden(harde matras) was ruim en de badkamer te doen. Aan de deur hiervan is een klein opstapje(5cm), de lavabo is onderrijdbaar, het zittoilet staat er juist naast en de open douche met losse sproeier heeft een klein overstapje(10cm). De doorgang tussen lavabo en toilet is nogal smal. Er is een aparte boiler voor warm water. Er is een elektrisch vuurtje beschikbaar voor de koudere dagen. In het businesscenter staan 8 PC’s op je te wachten, daar is een trap van +/- 25cm + een kleine overstap van de sluiting van de schuifdeur. Prijs per uur internet is Y 10(€ 1). Het restaurant voor ontbijt en andere maaltijden bevindt zich op de 2e verdieping, maar het personeel brengt het graag naar de kamer. Elk personeelslid is even vriendelijk en wanneer we terug in Lhasa zouden komen, gaan we er zeker terug. Het is een echte aanrader in Lhasa.
Tsedang Hotel****
Naidong Road 21, Tsedang, Tibet
Tel.: + 86/893-782.55.55 Fax: + 86/893-782.18.55
Website: www.tsedanghotel.com
E-mail: zdfd@126.com
Het hotel ligt in het hartje van de Chinese wijk. Je kan erin zonder oneffenheden en er is een lift. Wij betrokken een kamer op het gelijkvloers, maar om er te komen moesten we een steil hellend vlak omhoog. De kamer was ruim en de badkamerdeur net breed genoeg voor de rolstoel. Ze was vrij ruim en bevatte naast een ligbad, een douchecabine met hoge instap (30cm) en beiden met vaste sproeier. Het laag zittoilet stond naast de lavabotafel. Het personeel is vriendelijk en behulpzaam waar nodig. Internet is mogelijk, maar het lukt niet altijd om verbinding te krijgen. We zijn tenslotte in China en de overheid durft wel eens het net blokkeren. Het restaurant mag er best zijn, maar je zit in aparte plaatsjes. Het is een aanrader, maar zulke luxe zoals hier hoeft voor ons niet altijd. De matrassen waren iets zachter dan gewoonlijk.
Gyantse Hotel***
Shanghai Donglu 2, 857400 Gyantse County, Shigatse prefecture, Tibet
Tel.: + 86/892-817.22.22 Fax: + 86/892-884.66.66
Het hotel ligt in de Chinese wijk in hartje Gyantse. Het is een duur maar uitgeleefd hotel, maar het beste voorhanden in de stad en het wordt door veel touroperators genomen voor hun groepen. De kamer konden we bereiken zonder oneffenheden. We hadden een ruime kamer met twee bedden. De badkamer was niet zo gemakkelijk met een laag ligbad met losse sproeier, een degelijke onderrijdbare lavabo en een laag zittoilet, dat in de weg stond om bij de lavabo te komen. De plooibare toiletstoel kwam er nogmaals van pas. De matrassen waren nog maar eens naar de harde kant. Wanneer er groepen logeren, worden het ontbijt en avondmaal in buffetvorm gegeven. ’s Avonds kan je ook à la carte eten. Het ontbijtbuffet was er verrukkelijk, er is keuze te over van brood, gebak, confituur en eieren naar wens gebakken of gekookt. Het personeel is er vriendelijk en tracht je te helpen, maar ze verstaan geen woord Engels.
Zang Long Hotel****
Tibet Shigatse a city Everest 1th, 857000 Shigatse, Tibet
Tel.: + 86/892-889.96.66 Fax: + 86/892-884.66.66
Website: www.rkzzlhotel.com
Dit logies ligt in het Chinees gedeelte van de stad en op een kwartier wandelen van het Tashilunpo klooster, in de onmiddellijke buurt van het Shanghai Plaza, China Post, China Customs, een grote supermarkt, het grote stadsbussenstation en de People’s Bank of China. Het hotel heeft 118 verschillende types van luxueuze kamers en 8 luxueuze suites in Tibetaanse stijl. Je kan het hotel in zonder oneffenheden, want bij de ingang is een breed hellend vlak aangelegd ten behoeve van de auto’s. Er is een grote lift die je op de verdiepingen brengt. De kamers zijn vrij ruim, maar hebben een piepkleine badkamer met douchecabine met losse sproeier en met een overstap van +/- 50cm. Met de rolstoel kon ik amper bij het toilet, maar de onderrijdbare lavabotafel is goed van hoogte. De badkamerdeur was net breed genoeg en er is geen opstapje. De matrassen zijn er vrij zacht.
Qomolangma Hotel
East Road 1, 858200 Qomolangma Dingri, Tibet
Tel.: + 86/892-826.27.75 Fax: + 86/892-826.28.18 GSM: + 86/139.089.112.75
Dit hotel ligt net buiten het dorp Shegar in het midden van niets. Het is een basic en ietwat uitgeleefd hotel, waar tot hiertoe bijna iedere touroperator met zijn mensen zijn intrek nam. Bij de inkom zijn een drietal treden en een kleine overstap van de schuifdeur. De kamers zijn allen op het gelijkvloers gesitueerd, zijn lang en vrij smal. Met mijn rolstoel kon ik er niet omkeren, ik moest achteruit de kamer uit. We hadden een kamer met drie lage bedden met te zachte matrassen en dat is ook weer niet ideaal. De piepkleine badkamer was ook niet alles. Ik kon er amper in en om mij te kunnen wassen aan de lavabo, moest ik op het gesloten toilet zitten. Verder was er een laag ligbad met vaste sproeier. Er is de ganse dag koud en warm water. Je kan het avondeten in buffetvorm of à la carte gebruiken. In buffetvorm kost het Y 45 p/p(€ 4,50) en daarvoor krijg je een zestal schotels van Tibetaanse gerechten.
Een beter alternatief is het splinternieuwe
Tingri Bebar Hotel
858200 Bebar Tingri, Tibet
Tel.: + 86/892-892.66.55 Fax: + 86/892-883.32.63 GSM: + 86/139.089.218.95
E-mail: xzdrbbjd@163.com
Dit splinternieuwe hotel ligt in Shegar zelf en is volledig toegankelijk zonder noemenswaardige obstakels. Slechts 1 enkel trapje scheidt je van de ingang tot de kamers, die vrij ruim zijn. De badkamer is beter ingedeeld dan bij het Qomolangma Hotel. Er worden ook maaltijden geserveerd. Hoe die zijn, weten we natuurlijk niet, maar volgens de foto’s die we er van konden zien, ziet het er niet slecht uit. Dit etablissement is een goed alternatief voor een volgende keer of voor reizigers die na ons in Shegar willen slapen.
Transport
Internationale vluchten
13/09 Brussel - Amsterdam 13.25u - 14.25u, vluchttijd 1.00u
Vlucht uitgevoerd met Cityhopper(Fokker 50) van KLM, vluchtnummer KL 1726
13/09 Amsterdam - Chengdu 18.05u - 10.05u(14/09), vluchttijd 10.00u
Vlucht uitgevoerd met Airbus Industrie A330-200 van KLM, vluchtnummer KL 891
10/10 Chengdu - Amsterdam 11.35u - 16.35, vluchttijd 11.00u
Vlucht uitgevoerd met Airbus Industrie A330-200 van KLM, vluchtnummer KL892
10/10 Amsterdam - Brussel 17.30u - 18.20u, vluchttijd 0.50u
Vlucht uitgevoerd met Cityhopper(Fokker 50) van KLM, vluchtnummer KL 1731
Binnenlandse vluchten
09/10 Lhasa - Chengdu 10.45u - 12.30u, vluchttijd 1.45u
Vlucht uitgevoerd met van Sichuan Airways, vluchtnummer 3U 8902
Kosten van het vervoer ter plaatse
Taxi van Terhagen naar de luchthaven in Brussel € 45,00
Taxi van de luchthaven in Brussel naar Terhagen € 30,00
Transport gedurende 24 dagen naar en in Tibet Y 21.600(€ 2.160,00)
Vervoer in het Panda Research Center Y 20(€ 2)
Taxi van Norbulingka in Lhasa naar het Gorkha Hotel Y 10(€ 1)
Taxi van Potala naar het Gorkha Hotel Y 10(€ 1)
Taxi van Wenshun Mansion Hotel in Chengdu naar de Wenshu Tempel Y 12(€ 1,20)
Taxi van de Wenshu Tempel naar Jinli Street Y 16(€ 1,60)
Taxi van Jinli Street naar het Wenshun Mansion Hotel Y 10(€ 1)
Praktische informatie
Elektriciteit
In alle hotels zijn er stopcontacten voor stekkers met twee platte pinnen, maar je kan er even goed de gewone stekkers in gebruiken. Het is wel handig een verloopstekker mee te nemen voor het geval het toch eens niet zou lukken.
Handbagage
De regels voor handbagage zijn nog niet versoepeld. Vloeistoffen, gels, zalfjes en scherpe voorwerpen zoals nagelknippers, knipmessen en schroevendraaiers zijn nog steeds taboe in de handbagage. Zulke zaken horen in de bagage die je incheckt. Op sommige luchthavens wordt je van boven tot onder gecontroleerd.
Prentbriefkaarten en postzegels
Prentbriefkaarten vindt je bij de voornaamste bezienswaardigheden en postzegels koop je best in een postkantoor. De verplichte gids weet er wel raad mee.
Veiligheid
Voor de westerse toerist is de overland route van Chengdu naar Lhasa en verder in Tibet is veilig. Het enige waar je moet op letten, dat je nergens gaat of staat dat niet op je permit vermeld staat, want dat is problemen zoeken. Je moet je ervan vergewissen of je alleen op stap mag op een bepaalde plek of met een gids, zeker in Tibet. Buiten de lijnen lopen, is vragen om opgepakt te worden en zo breng je de gids in de problemen. Wij hebben nooit enig gevoel van onveiligheid gevoeld, zelfs niet in een zwaar belegerde stad als Lhasa.
Vaccinaties
Voor deze streken zijn de volgende vaccinaties niet alleen aanbevolen, maar zelfs een must: DTP en Hepatitis A.
Wetenswaardigheden
- Wanneer iemand in Tibet zijn tong naar u uitsteekt, is dat een vorm van erkentelijkheid.
- Tracht voor een reis naar Tibet de Chinese feestdagen te vermijden, de kans is dan groot op sluiting van bezienswaardigheden.
- Neem, indien mogelijk, een badge met je foto en enkele lukrake gegevens mee op je reis naar China. De Chinezen verstaan geen jota van wat er op de badge staat, maar daardoor kan je wel genieten van verminderingen bij bezienswaardigheden
- In het lamaïsme zijn er 4 strekkingen, waarvan de Gelug de voornaamste is. Verder zijn er Nyingma, Sakya en Kagyu.
- De Gelug orde werd de belangrijkste school op het einde van de 17e eeuw door de benoeming van de Dalai Lama als geestelijk en politiek leider van Tibet. Het bleef zo tot de dispora van 1959. De stichter is Tsongkhapa. Gelug betekent deugdzaam, dat verwijst naar de strenge regels voor monniken en nonnen. De Dalai Lama en de panchen lama zijn zijn de bekendste lama’s binnen de orde. Het zijn de geelmutsen.
- De Nyingma, dat oude vertalingen betekent, orde werd gesticht in de 8e eeuw door Trisong Detsen Padmasambhava en Shantarakshita, de abt van de Nalanda universiteit. De Nyingma orde zijn de roodmutsen.
- De geestelijke leider van de Sakya orde is de sakya trizin en is sinds 1945 Ngawang Kunga Tegchen Palbar Samphel Wanggi Gyalpo. De naam sakya(letterlijk “bleke aarde”) is afgeleid van het grijzige landschap van de Ponporiheuvels in de buurt van Shigatse.
- De Kagyu orde gaat terug op Marpa(1012-1097), ook wel “de vertaler” genoemd. De belangrijkste leerling van Marpa was Milarepa. De belangrijkste leerlingen van Milarepa waren Rechung Dorje Dragpa(Rechungpa) en de monnik Gampopa uit Dakpo.
Als rolstoelgebruiker
Om aan onverwachte kleine problemen aan de rolstoel te kunnen verhelpen, is het aangewezen enkele sleutels en een schroevendraaier(klein model) met hulpstukken en eventueel plakgerief en een fietspomp mee te nemen in de grote bagage. Zulke zaken mag je niet in je handbagage stoppen, want bij de security wordt het er toch maar uitgenomen, verbeurd verklaard en bij de scherpe voorwerpen gedeponeerd worden. Reeds enkele jaren liggen op mijn wielen krypton banden(zonder lucht) en dan valt het probleem van platrijden toch al weg. In de mate van het mogelijke en van de plaats in de bagage neem ik een reserve wieltje mee voor vooraan. Zij zijn toch zo broos en breken vlug middendoor.
Reisroute
13/09 Brussel - Chengdu via Amsterdam
14/09 Aankomst in Chengdu en overnachting in Wenshun Mansion Hotel
15/09 Chengdu - Xinduqiao
16/09 Xinduqiao - Danba
17/09 Danba - Luhuo
18/09 Luhuo - Garze
19/09 Garze - Dege
20/09 Dege - Chamdo
21/09 Chamdo siteseeing
22/09 Chamdo - Baxoi
23/09 Baxoi - Bome
24/09 Bome - Nyingchi
25/09 Nyingchi en omgeving
26/09 Nyingchi - Lhasa
27/09 Lhasa siteseeing
28/09 Lhasa en omgeving
29/09 Lhasa en omgeving
30/09 Lhasa - Tsedang
01/10 Tsedang en omgeving
02/10 Tsedang - Gyantse
03/10 Gyantse - Shigatse
04/10 Shigatse siteseeing
05/10 Shigatse - Shegar
06/10 Shegar - Base Camp Mount Everest - Shegar
07/10 Shegar - Shigatse
08/10 Shigatse - Lhasa
09/10 Lhasa - Chengdu, middagvlucht
10/10 Chengdu - Brussel via Amsterdam
Bezienswaardigheden: toegankelijkheid en inkomprijs
Een badge met foto en lukrake gegevens over jezelf meenemen en tonen, kan je ettelijke Yuans besparen aan inkomgelden bij bezienswaardigheden. De Chinezen snappen geen jota van wat erop staat.
Gemakkelijkheidshalve neem ik een wisselkoers van Y 10 = € 1, terwijl het maar 9,69 was.
Qing Yang Gong: Enkele treden bij ingang, voor de rest vlak, op de verschillende tempels na,
Tempel waar je een drietal treden en een hoge overstap hebt. Toegang Y 10 p/p.
Panda Research: Grotendeels goed bereikbaar, terrein golvend en zonder begeleider niet of
Center Ya’an moeilijk haalbaar. Toegang Y 80(€ 8), senioren en mindervaliden halve prijs. Vanaf
de ingang ga je met shuttlebus naar midden van het domein, dit transport is in de
prijs van het ticket begrepen.
Tagong klooster: Zo goed als vlak, overstappen bij de kapellen. Toegang Y 10 p/p (€ 1).
Yinlu Hai meer: Het meer is vanaf de weg te zien, je kunt er naartoe over een smalle zandweg.
Toegang Y 20(€ 2).
Llegu gletsjer: Niet haalbaar met rolstoel. Toegang Y 50 p/p(€ 5).
Lamaling klooster: Er zijn een 20-tal treden bij ingang, dan vlak tot bij het hoofdgebouw.
Toegang Y 15 p/p(€ 1,50), senioren en mindervaliden gratis.
Ancient Cypress Forest: Niet haalbaar met een rolstoel, veel treden. Toegang Y 15 p/p.
Basum Tso meer: Het meer kan je zien, het klooster op het eiland kan je met een rolstoel niet
bezoeken wegens trappen en een vlottende weg op het meer.
Toegang tot het domein Y 100 p/p(€ 10), senioren halve prijs.
Jokhang Tempel: In het complex zijn menige trappen, maar de bezoekers helpen je graag hogerop.
Toegang Y 85 p/p€ 8,50), senioren en mindervaliden gratis.
Potala paleis: Met een rolstoel is dit complex niet haalbaar door de vele treden buiten en in het paleis.
Toegang Y 100 p/p(€ 10).
Platform voor foto’s Potala: Hier kan je niet komen wegens een hoge trap. Toegang Y 2 p/p.
Norbulingka: Is haalbaar met begeleider. Enkele treden en overstappen aan de paviljoenen.
Toegang Y 60 p/p(€ 6).
Ramoche klooster: Dit complex is zo goed als vlak, op enkele overstappen na. Toegang Y 20 p/p(€ 2).
Drepung klooster: Niet haalbaar met een rolstoel, trappen en klimmen. Toegang Y 50 p/p(€ 5).
Nechung klooster: Enkele treden, maar de monniken helpen graag. Toegang Y 10 p/p(€ 1).
Ganden klooster: Niet haalbaar met een rolstoel, een massa trappen. Toegang Y 50 p/p(€ 5).
Sera klooster: Te doen met begeleider. Toegang Y 50 p/p(€ 5).
Mindroling klooster: De inkom is vlak en tot op de binnenkoer lukt het, maar de kapellen hebben
steile smalle trappen en dat gaat niet. Toegang Y 25 p/p(€ 2,50), senioren en
mindervaliden gratis, maar je moet het uitdrukkelijk vragen.
Tandruk klooster: Deels te doen, maar niet de verdieping. Nu wordt geen toegang gevraagd wegens
restauratiewerken, normaal Y 70 p/p(€ 7).
Pelkor Chöde klooster: Complex is vlak maar niet het klooster en de Kumbum. De toegang bedraagt
met Kumbum: Y 40 p/p(€ 4), senioren en mindervaliden gratis na aanvraag.
Tashilunpo klooster: Heel moeilijk met een rolstoel wegens slecht pad en vele treden.
Toegang Y 55 p/p(€ 5,50). Wij mochten gratis binnen.
Sakya klooster: Is zo goed als vlak. Bij de tempels enkele treden en overstappen. Toegang Y 45 p/p,
senioren en mindervaliden gratis inkom. Foto’s Y 25(€ 2,50).
Base Camp Mnt. Everest: Je komt met een minibus van de parking tot bij het basiskamp. De beklimming van het heuveltje lukt niet. Toegang tot het N.P. is Y 180 p/p(€ 18)+ Y 400(€ 40) voor de wagen.
Touroperatoren
Acces Tibet Tours, Tibet Travel Expert: Tel.: + 86/28-861.836.38(4 lijnen) Fax: + 86/28-875.624.24
Is waarschijnlijk goed. Website: www.accestibettour.com
E-mail: service@accestibetmail.com en sales@accestibetmail.com
Amdo Tours: Tel.: + 86/971-713.00.53
Is waarschijnlijk goed. Website www.transtibet.com
E-mail: amdotours@163.com en pingpai@hotmail.com
China Yak: Tel.: + 86/28-666.151.41 Fax: + 86/28-666.151.44
GSM: + 86/135.512.643.72
Website: www.chinayak.com
E-mail: chinayak123@hotmail.com
Is niet betrouwbaar en niet goed, zij gebruiken het logo van de CITS en daardoor leek het ons betrouwbaar.
Wij ondernamen met dit reisbureau uit Chengdu de ganse rondrit van Chengdu tot Lhasa en verder tot het Basiskamp van de Mount Everest. We hadden met hen veel problemen en we willen langs deze weg iedereen waarschuwen om zeker bij hen geen reis te boeken.
CITS: Chengdu Head Office, Sales Department, CITS Sichuan
Is uiterst betrouwbaar maar vrij duur. Lingsan Business Building, Room 506, 3rd Segment Renmin Nanlu
Chengdu, China
Tel.: + 86/28-855.521.38 Fax: + 86/28-855.445.88
Website: www.tibettravel.org
Mix Hostel: Tel.: + 86/28-832.222.71
Is goed en betrouwbaar. Website: www.mixhostel.com
E-mail: mixhostel@hotmail.com
Navo Tours: Tel.: + 86/28-861.177.22 Fax: + 86/28.861.199.77
Is goed, betrouwbaar en vrij duur. Website: www.navo-tour.com
E-mail: en@navo-tour.com
Sim’s Cozy Travel: Tel.: + 86/28-819.793.37 Fax: + 86/28-833.553.22
Website: www.gogosc.com
E-mail: simscozygh@yahoo.co.jp
Is goed en betrouwbaar, maar ze wachten te lang om definitief een route vast te leggen en prijzen door te geven, zelfs tot vier weken voor vertrek.
F.I.T. onder leiding van Mrs. Sonam: E-mail: ttbfitsonam@hotmail.com
Is uiterst betrouwbaar en iets minder goedkoop. Kan een wagen met Tibetaanse chauffeur en gids naar Chengdu laten komen om je op te pikken. Zij zijn te vinden schuin tegenover het Snowland Hotel/Restaurant in Lhasa.
Tsewang: GSM: + 86/1588.9001.005
E-mail: tsewanginlhasa@yahoo.com
Hij was onze gids op de overland route. We waren uiterst tevreden over zijn diensten. Hij kan eveneens zorgen voor de nodige permits, een wagen met chauffeur en een verplichte gids en eventueel logies vastleggen.
Windhorse Tours: Tel.: + 86/28-862.547.01 Fax: + 86/28-862.547.10
Is goed en betrouwbaar maar duurder. Website: www.windhorsetour.com
E-mail: windhorsetour@hotmail.com en sales@windhorsetour.com
Verslag
Van Chengdu overland naar Lhasa 13/9 tot 10/10/2009
T A S H I D E L E K
Zondag 13/09 Brussel - Amsterdam - Chengdu
Om 11u stopte de chauffeur van het taxibedrijf Meerhof van Willebroek voor de deur om ons naar de luchthaven van Brussel Nationaal te voeren. Vermits het zondagmorgen was, zat het verkeer niet in een knoop en in minder dan een half uur waren we ter plaatse. We haastten ons naar de incheckbalie, maar vernamen er dat hun systeem volledig plat lag. Om 11.45u konden de activiteiten eindelijk starten. De kleine vlucht naar Amsterdam was snel OK, maar om een goede plaats te bemachtigen op de grote vlucht, was een ander paar mouwen. De heer achter de balie zag het niet echt zitten en stuurde ons door naar de balie van KLM. De bediende achter dit loket wist er ook geen raad mee en zond ons terug met de smoes, de baliebediende moet het maar oplossen. We hebben alles maar op zijn beloop gelaten en we zouden wel zien wat het werd bij het aan boord gaan in Amsterdam.
Stipt op tijd(13.25u) hebben we Brussel verlaten en om 14.10u landden we op Schiphol. Met een assistent trokken we naar de transferdesk om te trachten de toegewezen plaatsen te wisselen. Het werd voorlopig een maat voor niets. Na enkele tijd kregen we te horen dat we op rij 10 twee plaatsen konden bezetten. Bij de pre-boarding merkte Marie-Claire dat rij 10 niet ideaal was. Het waren zitjes gewoon tussen de andere rijen en ver van het toilet. Het boordpersoneel heeft er vlug een oplossing voor gevonden en zo werd ik met een smal rolstoeltje naar het zitje 30 E gebracht en dat is vlak bij de toiletten en achter een tussenwand. Op die plaatsen kan ik mijn benen meer strekken en kan ik mij rechttrekken aan de wand voor mij. Zulke goede regelingen aan boord gebeuren bij weinig luchtvaartmaatschappijen en KLM verdient er een grote pluim voor, dit is nog eens service naar de klant toe. In Amsterdam werd ook weer stipt vertrokken. Aan boord van de Airbus kon, in het gehandicaptentoilet, de tussenwand verwijderd worden en waren extra wandbeugels bevestigd.
Maandag 14/09 Aankomst in Chengdu
Na een voortreffelijke vlucht landden we in Chengdu om 10.10u zoals was voorzien. Na het ophalen van de bagage, kon werk gemaakt worden van de formaliteiten. We werden grondig bestudeerd van kop tot teen en onze paspoorten werden meermaals bekeken. Al bij al liep het vrij vlot en rond 10.45u verlieten wij reeds de aankomsthal, waar we opgewacht werden door een chauffeur van China Yak, het reisbureau waar we de toer geboekt hadden. De man hield een bordje met onze namen strak voor zich uit. Hij vergezelde ons naar het voertuig en bracht ons naar het bureel van China Yak in Chengdu. We werden hartelijk verwelkomd door Melissa, die ons dossier op de voet gevolgd had. Zij blijkt de verantwoordelijke te zijn in Chengdu en ook de enige persoon die voortreffelijk Engels spreekt en schrijft. We moesten via het bureel gaan, omdat we de aanbetaling voor onze trip nog moesten vereffenen. Als onthaal werd ons een beker warm water voorgeschoteld, een gebruik dat blijkbaar normaal is in deze streken. Voor we de rekening konden voldoen, moest Marie-Claire met een bediende van het reisbureau naar de Bank of China om US$ te ruilen voor Yuan en intussen ook de nodige euro’s te wisselen voor onderweg op de over land route.
Na betaling van het resterende bedrag voor de trip, maakten we kennis met de chauffeur voor de eerste twaalf dagen. Het zag er een vriendelijk en gedienstig heerschap uit, maar hij sprak en verstond geen woord Engels. De gids was er nog niet, die bleek nog onderweg met de trein vanuit Lhasa. Melissa, de verantwoordelijke voor Chengdu en voor onze trip, had ons nog op het hart gedrukt, “als er problemen zijn onderweg, moet je maar contact opnemen met mij, ik regel het dan wel”. We hoopten dat er geen problemen zouden opduiken, maar je weet maar nooit. We konden haar ten allen tijde bereiken op haar GSM. Wanneer alles definitief(?????) geregeld was, namen we afscheid van Melissa en bracht de chauffeur ons naar het Wenjun Mansion Hotel. Dit logies hadden wij door China Yak laten reserveren voor één nacht. Als we goed en wel geïnstalleerd waren op de kamer, trokken we op verkenning in de buurt van het hotel. Schuin tegenover het hotel is een ingang van het Wenhua Park of Wenhua Gong Yuan. In het park kom je hier en daar theehuisjes tegen, waar de lokale bevolking, jong en oud maar meer oud dan jong, bijeen komt om Mahjong en met de kaarten te spelen. De thermossen met thee ontbreken er niet. Wanneer je door het park gaat, de juiste weg is moeilijk te vinden, kom je bij de Qing Yang Gong Tempel, de Taoïstische Tempel van de Groene Geiten uit de Tang dynastie. Het is de oudste en grootste Taoïstische tempel van Chengdu. Het is een langgerekt tempelcomplex met achteraan een min of meer verwaarloosde tuin. Deze boeddhistische tempel is een bezoek meer dan waard. Het is een kleurrijker complex dan eender welke boeddhistische tempel. De monniken in de tempels slaan op de gong wanneer een gelovige offers brengt. In grote en mooi uitgewerkte stenen bakken gevuld met zand wordt massaal wierook en rode kaarsen gebrand. Na een uitgebreid bezoek aan het complex werd het stilaan tijd om terug te keren naar het hotel, want het liep reeds tegen 18u en het werd iets frisser. We bestelden in het hotel ons avondmaal, verorberden het en kropen tussen de lakens, want morgen begon voor ons de lange tocht over land naar Lhasa.
In Chengdu was het gans de dag overtrokken en mistig met veel smog, maar zoiets is in deze stad heel gewoon. De zon kregen we er niet te zien, maar het was er niet koud.
Dinsdag 15/09 Chengdu - Ya’an - Luding - Kangding - Xinduqiao
Met het reisbureau en de chauffeur was afgesproken om te vertrekken rond 7.30u, want we hadden een lange rit voor de boeg. Ontbijten moesten we niet in het hotel, de gids en chauffeur zouden er wel voor zorgen onderweg. Het werd 7.45u en er was niemand te bespeuren. Marie-Claire heeft het agentschap gebeld en daar werd ons bevestigd, dat de heren onderweg waren. Iets voor 8u was het zover. Het inladen ging vrij stroef, omdat de chauffeur de truc nog niet kende om de bagage en de rolstoel netjes te laden. Tegen 8.10u konden we eindelijk instappen en wegwezen uit de chaotische stad Chengdu. Toen we de gids vroegen waar we ons ontbijt konden nemen en haalde hij een plastiek zakje boven met drankblikjes met melk, fruitsap en enkele zoete ontbijtkoeken. We moesten die al rijdende in de wagen verorberen. Het was in ieder geval geen al te beste start.
De eerste stop was in Ya’an bij het Ya’an Giant Panda Conservation Centre of Ya’an Panda Breeding Centre. De chauffeur parkeerde de wagen en wij moesten dan maar te voet verder, dachten wij. Ver moesten we echter niet gaan, want een honderdtal meter verder sloot een slagboom de weg naar het natuurpark af. Hier moesten we wachten op een minibus, die ons tot bij de eigenlijke inkom zou brengen. Bij de ingang hadden we de keuze, met een open busje of te voet tot bij de panda’s. Wij verkozen het laatste, maar we hadden ons licht misrekend qua afstand en tijd. Het park is immens groot en de weg is glooiend tot bij de verschillende gebouwen en dat wisten we niet. We genoten van de mooie natuur en konden de geur van frisse lucht opsnuiven. Aan de terminus van de minibusjes heb je verschillende gebouwen waarin panda’s zijn ondergebracht en in een ervan staan couveuses om baby panda’s warm te houden en te voeden onder controle. Er lopen natuurlijk panda’s in de natuur, maar achter een omheining. Of ze echt gevaarlijk zijn, weet ik niet, maar als je hun klauwen ziet, zijn het toch geen doetjes. De volwassen exemplaren zijn meer dan groot genoeg. Wanneer we op de prachtige dieren uitgekeken waren, zochten we de uitgang op en trachtten een minibus te bemachtigen. Blijkbaar was er net een vertrokken en op een volgend wachten zou iets te lang duren. Een heer die er, toevallig of niet, met een klein minibusje geparkeerd stond, wou ons tot op de parking voeren voor de prijs van Y 20(€ 2). We zijn aan het bezoek gestart om 10.15u en het was ten einde om 12.30u. De inkomprijs bedraagt Y 80(€ 8), ouderen en mindervaliden betalen halve prijs. Grote delen van het park zijn gemakkelijk te bezoeken met een rolstoel met begeleider, vermits het parcours niet altijd vlak is.
We vervolgden onze weg en genoten onderweg in een plaatselijk restaurantje van onze Chinese lunch(Y 15(€ 1,5) voor ons twee). Bij het binnenrijden van Luding plofte een lange ijzeren pin in de rechter voorband. De chauffeur trachtte nog verder te rijden, maar het stuk metaal sloeg bij iedere omwenteling van het wiel tegen de carrosserie en dat was niet houdbaar. De herstelplaatsen voor autobanden lagen hier niet dik bezaaid, maar na enkele minuten kon hij er toch een op de kop tikken. De band plakken lukte er niet, maar een reserve wiel steken kon wel. Door dit voorval zagen wij het bezoek aan de oude ijzeren voetgangers hangbrug over de Dadu-rivier in het water vallen door gebrek aan tijd. Op deze brug werd door het 4e regiment van het Chinese Arbeiders en Boerenleger de Kuomintang verslagen tijdens de zogenaamde “Lange Mars” in 1935. De brug werd gebouwd tijdens de Qing dynastie in 1705. De brug bestaat uit 13 zware ijzeren kettingen waarover planken zijn gelegd, ze is ongeveer 104 m lang en 2,80 m breed. Na een 60-tal km bereikten we Kangding, waar de lekke band hersteld werd. Kangding is de hoofdstad van de “Garze Tibetan Ethnic Autonomous Prefecture”. De stad is gebouwd in een nauwe kloof aan beide zijden van de Zheduo rivier, omgeven door hoge bergen met besneeuwde bergtoppen. Na de reparatie en omdat het toch reeds vrij laat was, namen we hier ons avondmaal en vertrokken in Kangding om 19.30u naar Xinduqiao. Normaal was de overnachting in Kangding voorzien, maar door wegwerkzaamheden, die nog enkele jaren kunnen aanslepen, waren wij genoodzaakt verder te rijden. De weg tussen Kangding en Xinduqiao is enkel open tussen 18u en 6u. Indien we toch in Kangding gebleven waren, dan zaten we er vast tot de volgende avond en dat wilden we nu ook weer niet. In Kangding hebben we door dit voorval dan ook niets kunnen bezoeken.
We vertrokken in Kangding om 19.30u en zaten bijna onmiddellijk in het drukke verkeer vast. De reden hiervoor was niet het te drukke verkeer, maar de barslechte staat van de weg en daardoor moest de chauffeur zich in het stikdonker een weg banen. Er leek geen einde aan te komen. Nu en dan konden we enkele meters rijden, om dan weer enkele minuten te moeten wachten om verder te kunnen. Uiteindelijk zijn we in Xinduqiao om 23.30u aangekomen. Het logies, het Garden Hotel, dat we voor deze nacht zouden krijgen, was helemaal niet voorzien in het programma, maar op dit tijdstip was de lust weg om te morren dat het logement niet naar onze zin was. Het is een vrij basic guesthouse. Onze kamer was netjes maar niet al te groot. De plooibare toiletstoel, die we in Chengdu meekregen, bewees hier zijn dienst, want de deur van de badkamer was veel te smal voor de rolstoel en er was enkel een Chinees hurktoilet. Na het inchecken doken we vlug onder de lakens, want we waren gewoon bekaf van de lange en vermoeiende rit.
Eens buiten Chengdu kregen we mooi weer met veel zon en het bleef zo tot ’s avonds. Onderweg van Kangding naar Xinduqiao was het pikdonker maar droog.
Woensdag 16/09 Xinduqiao - Bamei - Danba
Van ontbijt moesten we niet veel verwachten, want er werd enkel een Chinees ontbijt geserveerd en dat is niet onmiddellijk onze dada. Door toedoen van onze gids, Tsewang, kregen we toch elk twee gekookte eieren en daar moesten we het maar mee doen. Aan drank geraakten we helemaal niet. Gelukkig lag er in de wagen voldoende water om ons vochtpeil in stand te houden. Om 8.30u konden wij in Xinduqiao vertrekken en na ongeveer 1 uur gereden te hebben, stonden we stil bij een brug. De weg was afgesloten tot 11u. Wanneer we toch verder mochten, was het met mondjesmaat over een lange smalle brug. Op deze brug mocht maar één voertuig tegelijkertijd over en tegen een slakkengangetje van 10 km/u. Vrachtwagens moeten via een andere weg, want ze mogen de brug niet over. Over de brug belandden we op een stuk weg in aanleg. We sukkelden van de ene put naar de andere en als er een toevallige tegenligger opdook, moesten we in konvooi achteruit. Het was één modderpoel. Na een 10-tal km en een goed half uur later kwamen we in Tagong aan.
Tagong(Lhagang) betekent “favoriete plek van de Bodhisattva’s in Tibet”. Het stadje ligt op 113 km van Kangding en op 3.700 m hoogte. Het gebied rond het stadje is een enorme steppe omgeven door besneeuwde bergen en bezaaid met tenten van nomaden. De glooiende heuvels rond Tagong hebben op hun top gebedsvlaggen en chörtens en geven een uitzicht op de 5.820m hoge piramidale piek van de Zhare Latse. Het Tagong klooster werd gebouwd tijdens de Qing dynastie(1641-1911) als herdenkingsmonument voor de Han-prinsessen Wencheng en Phagspa. Het Grote Staatscollege van het Tibetaanse Boeddhisme huisvest het Boeddhistisch Instituut, wat ook wel het”kleine Jokhang klooster” genoemd wordt. Het is één van de 108 tempels, die onder de regeringsperiode van Songtse Gampo gebouwd zijn. Hier is het gedenkteken van de 12 jarige Sakyamuni(Boeddha), dat door prinses Wencheng daar gebracht werd, toen ze op weg was naar Lhasa. Het is een kopie van de Jowo Sakyamuni Boeddha van Lhasa. Het bevat gedenktekens, witte torens, andere culturele voorwerpen en de Boeddhistische Heilige Schrift van de Sakya orde. Deze tempel is speciaal omwille van zijn 4 torens, die elk in een andere kleur zijn geschilderd in groen, rood, geel en wit. In een gebouw aan de linkerkant staat het beeld van een 1.000-armige Chenresig(Avalokiteshvara). Een groot Boeddhafestival van 3 dagen gaat er door op 30 juni van de Tibetaanse kalender.
Het klooster is vlak op enkele overstappen na. De centrale gebedshal heeft een 10-tal treden en een hoge overstap. De kora rond het complex moet je zeker doen. Je wordt dan door de plaatselijke bevolking met bewondering gadegeslagen en je wordt heel vriendelijk begroet. Je voelt de dankbaarheid van de Tibetanen, omdat je meeleeft met hun geloofsovertuiging. Op het traject van de kora staan menige grote gebedsmolens, die regelmatig rondgedraaid worden door biddende gelovigen. Het pad is vrij vlak en deels te doen met een rolstoel. De meer dan 100 witte chörtens zijn prachtig maar niet bereikbaar, je kan ze enkel vanaf de straat bewonderen. Ze zitten ingesloten achter een muur en een ijzeren hek verspert de doorgang tot de chörtens. Het is een prachtig complex en de toegang bedraagt Y 10 p/p(€ 1).
Na het bezoek namen we onze lunch in het restaurant op de hoek van het tempelplein. Het wordt gerund door Nederlanders, maar die waren niet aanwezig. In dit restaurantje serveert men naast Tibetaanse, ook Chinese en Westerse gerechten en je kan er basic overnachten. De bevolking van Tagong bestaat voornamelijk uit Khampa Tibetanen, herkenbaar aan hun cowboyhoeden en stoere laarzen. Op hun motor of te paard rijden ze door de weinige straten van Tagong.
We hebben onze hongerige buikjes gespijzigd en konden nu de verdere tocht aanvatten, met een volgende stop in Danba. Tussen Tagong en Danba bleef de slechte weg voortduren en je zou kunnen denken, dat wordt je gewoon. Maar niets is minder waar. We maakten een korte stop in Bamei om de reeks mooie chörtens rond het kloostertje ten zuiden van de stad te bewonderen en te fotograferen. Ze zijn echt mooi, zeker van op een afstand. In Danba aangekomen zetten we de rit nog 7km verder tot in Jiaju, een prachtig bergdorp waarvan de huizen versierd zijn met kleurrijk houtwerk. De naam “Jiaju” betekent in het Tibetaans “honderd families”. Het dorp is gelegen op de hellingen van de heilige berg Yaxiao en er leven Jiarong en Qiang. De streek is blijkbaar heel vruchtbaar, want de appelaars en perelaars bezweken haast onder de massa vruchten. De vriendelijke bevolking deelde hun oogst gul met ons en de appelen en peren smaakten naar nog. Van Jiaju moesten we terug over Danba om Suopo, een ander bergdorp, te bereiken, waar de bezienswaardigheid de enorme “watchttowers” zijn. In een ver verleden bouwden ze tot 60 m hoge uitkijk- en verdedigingstorens. Ze werden gebruikt om landbouwproducten en kostbare bezittingen in op te bergen, maar ze hebben momenteel geen enkele functie meer. De torens zijn nu louter een toeristische attractie. Onze chauffeur en gids zeiden, dat we de torens enkel van over de rivier konden bewonderen, maar er moet een weg naar het dorp zijn. Dit hebben we nadien vernomen van andere toeristen, maar onze twee heren maakten er zich gemakkelijk van af. Tegenover het dorp maar aan de overzijde van de rivier is een kleine parking en uitzichtpunt aangelegd en vanaf dit punt hebben wij het dorp aanschouwd. Het geplande bezoek aan Suopo was dan ook vlug afgehandeld. In de nabije toekomst is een nieuwe brugverbinding gepland en wordt het dorp beter bereikbaar.
Tegen 18.15u arriveerden we definitief in Danba en konden we inchecken in het Danba Hotel. Het kwam er nu op aan een goede en gemakkelijke kamer op de kop te tikken. De verdiepingen speelden weinig rol, want er was een lift. Op die manier was de kamerkeuze vrij vlug gemaakt. Bij de deuropening van de badkamer was een opstapje van +/- 8cm, maar voor de rest was de kamer picobello. We besloten om ons avondeten en ontbijt op de kamer te nuttigen, want het restaurant is op de hoogste verdieping en de lift reikt niet tot daar. Het viel allemaal best mee.
De ganse dag was zonovergoten en we genoten er met volle teugen van.
Donderdag 17/09 Danba - Dawu - Luhuo(232 km - 5/6u)
We namen het ontbijt op de kamer zoals gevraagd en daarna konden we vertrekken. Om 8u werd het startschot gegeven een eerste stop werd gehouden aan de Guyuan Gompa. Het klooster is meer dan de moeite om het te bezoeken. Het is zo goed als vlak met aan de verschillende kapellen de onontbeerlijke overstappen, maar het is helemaal niet toeristisch. Er wordt zelfs geen inkom gevraagd. We kregen er een goede uitleg door een monnik over het klooster. Er leven momenteel 270 monniken. Ze waren erg behulpzaam bij de menige overstappen. We hebben enkele foto’s kunnen nemen in het klooster met medeweten van de aanwezige geestelijken. Bij het beëindigen van het bezoek was één van de monniken zo fier als een pauw, omdat hij de rolstoel mocht voortduwen. Dit voorval werd vereeuwigd op de gevoelige plaat en de gekiekte geestelijken vonden het nog prettig ook. Na dit klooster bereikten wij Dawu, waar de Nyatso Gompa op het programma stond. Bij het zien van de lange klim, hebben we besloten om er niet aan te beginnen. Misschien kan je met de wagen tot boven rijden, maar die moeite deed onze chauffeur niet. Omdat het lunchtijd was, stapten we een klein noedel restaurant binnen en in geen tijd stond een dampende kom noedels voor onze neus en het smaakte.
We zetten onze weg verder om in Luhuo de Dronga Gompa te bezoeken. Het gigantische klooster ligt tegen de flank van een heuvel in het noorden van de stad. Je kunt met de wagen tot bij het klooster komen. Met de hulp van enkele monniken ben ik in een kapel en in de grote bidruimte van de monniken kunnen komen. Er zijn meerdere treden om erin te komen, maar dat waren we ondertussen gewoon geraakt. Het is de enige plek waar we een foto van de Dalai Lama zagen staan. Waarschijnlijk houden de monniken zich hier gedeisd en wordt het daarom door de Chinese overheid gedoogd. Het interieur van het klooster is prachtig en zeker een bezoek waard. Van het klooster zijn we naar het hotel gebracht en na intrek in de kamer, zijn we op stap gegaan in het stadje. We hadden enorm veel bekijks vooral door de rolstoel. Het is de enige plek waar men ons meermaals aansprak, in het Chinees natuurlijk, of we transport zochten naar Garze. Sommigen trachtten zelfs enkele woordjes in het Engels uit te brengen. In Luhuo hangen veel stoere Khampa’s rond en die geven het stadje een beetje een Far West gevoel met hun hoge laarzen en cowboyhoeden. Tegen 19.30u zochten wij terug het hotel op voor het avondeten, maar er was niemand die een woord Engels verstond. Ten einde raad hebben we er Tsewang gaan bijhalen en die kon voor ons bestellen wat we wilden. De maaltijd was goed, maar liet heel lang op zich wachten.
We konden weer de ganse dag genieten van een stralende zon.
Vrijdag 18/09 Luhuo - Garze(100 km - 2u)
Om 8u was de wagen geladen en vertrokken we uit Luhuo richting Garze. Bij het Kasuo meer, een klein maar mooi idyllisch blauw bergmeer, werd halt gehouden. Je kan er wandelingen maken rond het meer, maar vermits zoiets voor ons moeilijk of niet kan, bleef het bij genieten van de prachtige natuur en een fotostop. We hadden vandaag maar een heel korte afstand af te leggen en de natuur was wel mooi maar niet spectaculair. De wegen bleven daarentegen de ganse tijd rotslecht. De chauffeur had het moeilijk om de vele putten in het wegdek zoveel mogelijk te mijden. Arbeiders zijn constant bezig met het vullen van de putten met zand, maar zulks is dweilen met de kraan open. De wegen worden voornamelijk kapot gereden door de zware trucks. Iets voor de middag waren we reeds in Garze. Bij aankomst in Garze zei de chauffeur, ik breng jullie naar het hotel en daarna jullie zijn vrij. Met die uitspraak waren wij helemaal niet gediend. We waren niet naar Tibet gekomen om op een hotelkamer te zitten niksen. We zijn na een zoveelste woordenwisseling tot een akkoord gekomen. Hij zou ons naar het klooster brengen.
Het klooster van Garze was ooit het grootste Gelugpa klooster in de Kham regio. Het is één van de 13 kloosters, die gebouwd werden door de volgelingen van de 5e Dalai Lama. Omwille van het feit dat de heuvel, waarop het klooster werd gebouwd, uit witte steen bestond, werd het klooster “zuiver wit en mooi” genoemd. Deze naam werd later aan de stad gegeven, die zich er rond vormde en nog later zelfs aan de prefectuur. De gebouwen zijn recent gerestaureerd en heel mooi. De voornaamste bezienswaardigheid is de Hoofdhal, bedekt met gouden muurschilderingen en gebedsvlaggen. In de muren zijn honderden kleine gouden Sakyamuni beeldjes ingewerkt en er staat een enorm beeld van de Maitreya, of toekomstige Boeddha, gekleed in een zijden gewaad. De Verzamelhal heeft 72 pilaren van steen en hout en een gouden dak.
Het grote probleem hier was, dat het klooster tegen de flank van een heuvel geplakt ligt en hoe moesten wij het aan boord leggen om bij de ingang te geraken. De chauffeur deed toch eens de moeite om aan omwonenden te vragen hoe hij boven bij de ingang kon komen. Het is hem uiteindelijk gelukt tot bij de inkompoort te rijden. Nu was het een kwestie om door de poort te gaan en zo kom je op het voorplein voor de Hoofdhal. Van op dit plein heb je een prachtig zicht op het stadje en de Trolaberg. Terwijl Marie-Claire met Tsewang de andere delen van het klooster bezocht, hield ik mij op het plein bezig met alles tot in de puntjes te bekijken. Ik kreeg al vlug het gezelschap van een monnik, maar tot een echt gesprek kwam het niet, hij verstond geen Engels en ik geen Chinees of Tibetaans. Ik kon in de overige kapellen in het klooster niet komen door de vele treden.
Wanneer het bezoek hier ten einde was, lieten we ons in het centrum bij een plaatselijk restaurant neerploffen voor de lunch. Samen met Tsewang stelden we een kleine menu samen en we aten er voor enkele Yuan. De resterende tijd van de dag spendeerden we in het stadje, de chauffeur en Tsewang hadden we voor de rest van de dag vrijaf gegeven. We startten met een bezoek aan de Den Gompa. Dit klooster is kleiner dan het Garze klooster, maar ademt meer sfeer uit. Er staan 2 gompa’s naast mekaar, oud en nieuw. De oude gompa leek ons de beste qua sfeer. Er straalt veel minder sfeer uit het nieuw gebouwd klooster. Pelgrims lopen constant de kora rond het kleine klooster en wij hebben hun voorbeeld gevolgd en het werd door de pelgrims in dank aanvaard. Beide kloosters of tempels zijn vrij gemakkelijk bereikbaar, je hebt enkel een kleine klim naar het complex, maar ter plaatse is het vlak en er zijn zelfs geen overstappen. Van dit gebedsoord wandelden we terug het stadje in, tenminste voor zover dit kon. Vermits Garze in een bergstreek ligt, is het doodnormaal dat de straten niet altijd vlak liggen en voor een serieuze klim bedankt Marie-Claire graag en ik wil haar dat ook niet aan doen. We zaten hier tenslotte toch op 3.400m en dan trap je vlug op je adem. Garze is een bruisende marktstad en ligt in een brede vallei. De lage houten huizen zijn omringd door de toppen van de Chola berg en van de Kawalung keten. Het heeft een speciale sfeer en men kan er mooie wandelingen maken.
Tegen zonsondergang trokken we ons terug in het hotel en lieten Tsewang ons nogmaals bijstaan om een deftige maaltijd op ons bord te krijgen. Wanneer je een groot deel van de dag in de open lucht gelopen hebt, kan een warme maaltijd smaken en het was lekker. Na het verorberen hiervan trokken we ons terug op de kamer en kropen tussen de lakens en voor de zoveelste dag op rij op een beenharde matras. In Garze was het Golden Yak Hotel in het programma voorzien, maar Bernadette Ackermans, ook lid van Wegwijzer en Chinakenner, die hier voor ons voorbij kwam, wist te zeggen dat het Kangba Hotel nieuwer en beter was. We konden beschikken over een vrij ruime kamer en een redelijk gemakkelijke badkamer. Ik kon erin met de rolstoel. De onderrijdbare lavabo ligt in een lang blad, de douchecabine heeft een kleine overstap en een losse sproeier. Het toilet was weer eens heel laag.
Bij het vertrek in Luhuo hadden we lichte regen, maar vanaf 9u brak de zon door het wolkendek en dit voor de rest van de dag.
Zaterdag 19/09 Garze - Dege(220 km - 5/6u)
Na een deugddoend ontbijt konden we om 8.15u vertrekken voor de volgende trip. Onderweg merkten we voor het eerst koeiendrek in de vorm van pannenkoeken, die tegen de muren van de huizen geplakt hingen om te drogen. In de koeiendrek staan nog de vingers van de vrouwen die ze gevormd hebben, net zoals je het in India ziet. Wanneer de pannenkoeken voldoende droog zijn, worden ze netjes opgestapeld op de rand van het dak. Ze worden gebruikt om het huis te verwarmen en ook om te koken. Volgens Tsewang, onze gids, geven die gedroogde uitwerpselen geen geur af. Plots werden we een halt toegeroepen voor een zoveelste politiecontrole en zoals altijd bij zulke controles werden alle permits, paspoorten en de boorddocumenten van de wagen grondig nagekeken. Het viel ons op dat de chauffeur heel vriendelijk en hoffelijk was tegen de politiemensen. Het was er hem om te doen geen bekeuringen of boetes op te lopen en smeergeld zou niets helpen. Alles bleek in orde, want we konden doorrijden. Een gewilde stop kwam er in Manigango bij het klooster. Marie-Claire is er alleen met de gids binnen geweest. Het was voor mij niet haalbaar door de vele treden.
De route die we volgden was gewoon prachtig met mooie vergezichten op besneeuwde bergpieken van meer dan 6.000 m, met als hoogtepunt de Trola pas met zijn 5.050 m. Op de top van de pas wapperen duizenden gebedsvlaggen in de wind en krijg je spectaculaire uitzichten op de omliggende bergreuzen. Bij de top van de pas beginnen de Tibetanen te zingen en gooien gebedsbriefjes door het raam van de wagen. Bij aankomst in Dege, Derge of Dergé checkten we eerst in het Dege Chola Hotel in. Derge ligt op 3.300 m en telt +/- 58.000 inwoners. Het is het culturele hart van de regio Kham, dat op dit ogenblik is opgenomen in Sichuan. Het oude stadsgedeelte en de dorpen er rond zijn erg Tibetaans gebleven. Derge is nu een verzameling betonnen gebouwen, samengeperst in een smalle kloof. Het was ooit de machtigste staat van de regio Kham, dat valt onder de provincie Sichuan. Zij zijn de enigen die niet overwonnen werden door de Mongolen in de 17e eeuw.
Het Scripture Printing House of Parkhang was gepland om te bezoeken en moest nu aan de beurt komen. De xylograaf collectie in dit klooster wordt beschouwd als de meest eclectische in de wereld. Het gebouw telt vier verdiepingen met meer dan 30 kamers. Op de eerste verdieping vindt je verschillende soetra-zalen, waar Boeddha en de voorouders van Derge worden aanbeden. De tweede en derde verdieping hebben kamers voor proeflezen, het graveren van de blokken, het drukken en binden en de administratieve kantoren. De vierde verdieping dient om de afgedrukte pagina’s te verluchten. Het Scripture Printing House telt 217.000 gegraveerde blokken in haar archieven, inclusief klassiekers uit verschillende sekten van het Tibetaans Boeddhisme. Het bezit 100.000 blokken voor boeken over de Tibetaanse cultuur, wetenschap en technologie, geschiedenis, biografieën, geneeskunde, wiskunde, taal en diverse andere werken. Vanwege zijn rol in het behoud van de Tibetaanse cultuur, is Derge samen met het Sakya klooster en het Potala paleis in Lhasa van historische en culturele betekenis. We hadden er brute pech, want het was het ganse weekend gesloten wegens een festival waaraan de monniken hun medewerking verleenden. Na enkele kiekjes van de buitengevel vroegen we aan Tsewang om het graf van Tangtong Gyelpo en Tanggyel Lhakhang op te zoeken. Beide mannen kenden het geen van beiden en vroegen aan de weinige mensen in de straat waar we naartoe moesten. Tenslotte moesten we voorbij de Parkhang om na een korte klim over een verharde weg bij een bouwwerf aan te komen. Dit moest het beoogde doel zijn. Marie-Claire is met Tsewang een vluchtig kijkje gaan nemen en zei me, dat je er halsbrekende toeren moest uithalen om iets van het complex te kunnen zien. Van een mooi panorama over de stad was er geen sprake.
Er zat nu niets anders op dan de festivalweide aan de oever van de rivier op te zoeken. De chauffeur voerde ons zonder morren en Tsewang vergezelde ons tot bij de ingang, waarna we er alleen op uit trokken. We konden onderweg rekenen op enorme belangstelling van de voorbijgangers en op de festivalweide was het niet anders. De aanwezigen vergaten soms zelfs naar het spektakel te kijken, zo gingen ze op in het staren naar die vreemde langneus in een rolstoel. Het kwam er feitelijk op aan, wie kijkt naar wie. Wij zelf kwamen ogen tekort om de fraai uitgedoste bevolking te bekijken en zij van hun kant vergaapten zich aan ons, bij sommigen viel letterlijk de mond open van verbazing. Wij waren voor hen in ieder geval een extra attractie boven op het festival. Er werden maskerdansen uitgevoerd door de monniken, onder de monotone muziek van verschillende instrumenten, bespeeld door een stel onvriendelijke monniken. Wanneer we het spektakel vervelend begonnen te vinden, het is steeds zowat hetzelfde, zochten we de uitgang en Tsewang op. Na wat geharrewar tussen de mensenmassa merkten we onze begeleider en konden we het feestgewoel vaarwel zeggen. Rond 17u waren we terug in het hotel om even de batterijen op te laden, letterlijk en figuurlijk. In de lobby van het hotel keken wij het programma voor morgen even in, ondertussen genoten wij van een lekkere banaan. Een dame kwam op ons af en vroeg, waar hebben jullie die bananen gevonden? Zo bracht het ene woord het andere mee en toen vernamen we dat zij Zwitserse was en met haar man en nog een ander koppel ook een trip naar en in Tibet deden met twee terreinwagens, uiteraard met twee chauffeurs maar met 1 gids. We spraken af om voor het avondeten samen te komen in het restaurant van het hotel. Bijgestaan door Tsewang, onze bereidwillige gids, bestelden wij onze maaltijd, want de twee koppels lieten op zich wachten. Ze zijn na enige tijd verschenen en het werd een gezellig samenzijn. Het avondeten was uitstekend en niet te duur.
We vertrokken onder een zwaar bewolkte hemel en hadden geen zicht op de omliggende besneeuwde bergpieken. Vanaf Manigango werd het weer beter en kregen we zicht op een blauwe hemel met witte wolken en volop zon. Op de festivalweide in Derge was het zelfs vrij warm.
Zondag 20/09 Dege - Chamdo(340 km - 8u)
In dit logies hoorden ze het donderen in Keulen, wanneer wij toast en gebakken eieren vroegen als ontbijt. We moesten het weer maar eens stellen met enkele gekookte eieren en een kop thee. Nadat we dit sobere ontbijt verorberd hadden, konden we inladen en wegwezen voor een rit door het hooggebergte. Om stipt 8u startte de chauffeur zijn wagen en een eerste, maar gedwongen stop kwam er na een half uur rijden bij een checkpoint van de politie. We naderden de Autonome Regio Tibet en van daar deze extra controle. Alle documenten werden weer grondig nagekeken en na een kwartier konden we eindelijk onze weg verder zetten. Even buiten Derge werd de weg erbarmelijk slecht(er is een nieuwe in aanleg, maar dit is een werk van jaren). Op een bepaald ogenblik stopt het verkeer voor een vrachtwagen met een gebroken vooras. Regelmatig werd het verkeer opgehouden door trucks of auto’s die zich vast gereden hadden in de dikke laag modder. Het zijn soms groeven van 50cm diep, veroorzaakt door het zware vrachtvervoer. Na enige tijd bereikten we de Dege-la pas(4.245 m) met sneeuw op de top. Boven op de pas wapperen honderden gebedsvlaggen in de wind. Wanneer de afdaling ten einde was, zagen we het grote complex van het Wara klooster liggen. Het is een mooi klooster, tenminste van buitenaf gezien, want alle deuren waren hermetisch gesloten voor het publiek.
Vermits het Wara klooster in een kom ligt tussen verschillende bergen, vatten wij de klim naar de volgende pas onmiddellijk aan. Na enkele kilometers zagen we de gebedsvlaggen wapperen op de Lashi-la pas(4.352 m). De overgang naar de Jape-la pas(4.481 m) verloopt zonder dat je een echte afdaling hebt moeten doen. Hetzelfde scenario speelde zich hier ook af. Omstreeks 14.40u belandden we in Jungda, waar we op een zoveelste controle van de permits en de paspoorten en visum stuitten. Vanaf dit plaatsje ben je op Tibetaanse bodem en van daar de controle van alles en nog wat. Alles bleek nogmaals OK en we konden beschikken. We maakten van de gelegenheid gebruik om onze lunch te nemen. Ditmaal was de locatie minder netjes, maar het was te doen. Het grote voordeel in die landen is, dat elke maaltijd vers wordt klaargemaakt en geroerbakken wordt in een gloeiend hete wok. Van zulke voeding kan je moeilijk ziek worden. Om 15.30u konden we aan de voortzetting van de rit beginnen en vanaf hier was de weg geasfalteerd en degelijk onderhouden, oef eindelijk gedaan met hotsen en botsen in de vele putten en bulten die we de voorbije dagen moesten trotseren. Vanwege de slechte staat van de weg met modder en de daardoor vast gereden trucks en andere auto’s verloren we vandaag minstens twee uur. We kwamen nu pas in Chamdo aan om 19.15u na een rit van +/- 11 uur. We hebben vlug ingecheckt en ons daarna zo spoedig mogelijk naar het restaurant begeven. We werden door het personeel naar een apart kamertje geleid, in China is dit de gewoonste zaak van de wereld, en er werd ons een menu in het Chinees overhandigd. Er zat weer niets anders op dan onze gids er bij te halen en die bracht soelaas. Hetgeen we voorgeschoteld kregen was lekker maar peperduur. Na de maaltijd werd het bedtijd.
Het weer viel tegen, want we moesten het stellen met een overtrokken lucht. Om 14.30u werd het iets beter en werd het zwaar bewolkt en de zon liet zich even zien. In de late namiddag, op de Jape-la pas kregen we lichte sneeuw te verwerken, die later overging in regen. Qua weer was het een dag om vlug te vergeten.
Maandag 21/09 Bezoek Chamdo
Chamdo of Camdo ligt in het oosten van de Tibetaanse Autonome Regio en centraal in
de cultuurhistorische provincie Kham. De stad ligt op een heuvel bij de samenvloeiing van de rivieren Ngon-chu en Dza-chu. In Chamdo wonen ongeveer 80.000 inwoners, waarvan de meesten etnische Tibetanen zijn. Een grote minderheid vormen de Han Chinezen. De twee bevolkingsgroepen leven gescheiden in hun eigen stadsdelen, de Tibetanen in het oude centrum en de Chinezen in het nieuw er rond gebouwde stadsdeel. Chamdo werd in 1909 door de Chinese krijgsheer Erfeng, bijgenaamd “de slachter van Chamdo” ingenomen. In 1917 nam het Tibetaanse leger de stad weer in. Op 19 oktober 1950 was Chamdo de eerste grote stad die in handen viel van het Chinese leger bij de verovering van Tibet. Op de top van de heuvel, boven de stad, staat het Lamaling klooster. Het oorspronkelijke klooster stamt uit de 15e eeuw, maar is verschillende keren verwoest. Het heeft de grootste kloostergemeenschap van Tibet, er leven +/- 1.000 monniken.
Voor het eerst deze reis konden we het iets rustiger aan doen en moesten we niet zo heel vroeg uit de veren. Er stond enkel het Galden Jampaling klooster op het programma en na dit bezoek wat rond slenteren in Chamdo. Onder een stralende zon verlieten we om 9.15u het hotel om even later bij het klooster aan te komen. Op het groot plein voor het complex heb je min of meer een overzicht op de verschillende gebouwen. We startten links vooraan bij de hal van de toekomstige Boeddha of Maitreya. De kapel ernaast is de Mandala kapel. De Mandala is gemaakt van zuiver goud. Een mandala is de tantrische mystieke plaats van meditatie. De symmetrische geometrische vorm zorgt ervoor dat de aandacht automatisch op het midden wordt gericht. Vervolgens begaven we ons naar de Protector Chapel en het Galden Deping Palace, het winterverblijf van vier succesvolle Boeddha’s Pabala, Xiwala, Guduo en Jaren Boeddha. De volgende in het rijtje werd de Dukhang of verzamelhal van de monniken (geel kappen). We waren er getuige van het gemeenschappelijk gebed, geleid door de Opper Lama. Het is heel indrukwekkend wanneer deze grote hal is gevuld met honderden monniken. Het is het grootste gebouw van het complex met rode pilaren, waaraan grote zijden hangers hangen in Tibetaanse kleuren. Achteraan en met enkele treden staan prachtige beelden van Sakyamuni, Maitreya en Tsonkhapa. Tijdens de gebedsstonde is deze ruimte niet te bezoeken. Het zou heel storend zijn voor de monniken. Ze werden nu al afgeleid door de aanwezigheid van de rolstoel.
Na de grote verzamelhal kwam het Samqing Langshuo College aan de beurt. Het stelt niet zo veel voor. Op de binnenkoer wordt regelmatig aan een grote gebedsmolens gedraaid door gelovige Tibetanen. Boven de inkompoort hangt op een bord de zin: Its main workshipping Buddha is Avalokitesvara and has the statues of Medico Buddha Atisha(Nepalese dr.) and Negas Juna. Uiterst rechts van dit gebouw bevinden zich alle leslokalen van het college. Zij stellen niet veel voor. Dan is er nog de kora rond het complex, maar die is niet zo speciaal. Er zijn zelfs geen gebedsmolens te vinden op het circuit.
Wanneer we de kora hadden rondgelopen, gingen we een klein stukje te voet door de oude wijk. Ver geraakten we niet, want de helling was veel te steil. We werden door de chauffeur en gids opgepikt en bij een noedel restaurant in de stad gedropt. Rond 14u krasten we op in het restaurant en zochten we te voet de plaatselijke groentemarkt op aan de voet van de vooraf genoemde helling. Later slenterden we nog wat rond en zakten daarna af naar het hotel om te proberen internetverbinding te krijgen. Het lukte nergens en een hotelbediende was zo vriendelijk om een PC van het hotel ter onze beschikking te stellen. We kregen er een beker warm water boven op en de tijd dat we er spendeerden op het internet werd ons gratis aangeboden door de directie. Van prima service gesproken.’s Avonds werd het een réunie in het hotel met twee koppels Zwitsers die we in Derge voor het eerst ontmoetten en twee Franse dames, die we hier in Chamdo in het klooster tegen het lijf liepen. Het werd een gezellig onderonsje in verschillende talen, Frans, Duits, Engels en Zwitsers-Duits en wanneer we het niet konden uitleggen in één van de drie eerste talen, mochten wij een poging doen in het Nederlands.
In Chamdo genoten we de ganse dag van een deugddoend zonnetje.
Dinsdag 22/09 Chamdo - Baxoi(265 km - 6u)
We hadden een vrij lange rit voor de boeg en vermits we onderweg nog iets willen zien en enkele fotostop inlassen, vertrokken wij reeds om 8u. De route was er één om niet vlug te vergeten. Na de Nya-la pas(3.465 m) met prachtige vergezichten bij beklimming en afdaling, volgde de Lang-la pas(4.572m) waar men na iedere bocht een ander mooi zicht krijgt en op de top een prachtig panorama op besneeuwde bergpieken van 6.000m. Hierop volgde de Bangda hoogvlakte, waar de luchthaven van Lhasa, de hoogste ter wereld, zich bevindt. Ettelijke kilometers verder volgde de Zar Gama-la pas(4.658 m), waar de afdaling spectaculair is en de uitzichten adembenemend. Onderweg zagen we regelmatig pelgrims, die zich al biddend op de grond werpen en weer opstaan, het zogenaamde prostreren. Terwijl zij zich op de grond werpen, citeren zij mantra’s zoals”Om mani padme hom”. Hun tocht voert naar het honderden kilometers verderop gelegen Lhasa. Per dag leggen zij ongeveer 5 kilometer af. Ze overleven op aalmoezen die ze onderweg krijgen. Sommigen zijn jaren onderweg en komen van einde en ver.
In de late namiddag bezochten we het Dola klooster tegen Baxoi. Het behoort tot de roodmutsen. Het is een klein klooster en er staat een mooi beeld van Boeddha. Om er te komen heb je een trap van een 50-tal treden, maar je kan met de wagen binnenrijden tot tegen de trap. Marie-Claire is wijselijk alleen aan het bezoek begonnen, het zou onmenselijk geweest zijn voor de dragers om mij naar boven te brengen. Vanaf het klooster en de inkompoort heb je mooie vergezichten op de omgeving. De weg naar Baxoi leidde ons via een klein ommetje naar het Neru klooster, dat evenmin een groot complex is. Het ligt net buiten Baxoi, op een viertal kilometer buiten het stadje. De bovenverdieping en het plafond van de traphal zijn kleurrijk bewerkt, geschilderd en versierd. Het interieur stelt niet veel voor, maar achteraan de verzamelhal staat een mooi beeld van de toekomstige Boeddha of Maitreya. Het kleine maar prachtige kloostertje is omgeven door chörtens en er staat een grote mooie gebedsmolen. Na een gezamenlijke foto met de aanwezige monniken lieten we het klooster voor wat het was en reden naar de eindbestemming voor vandaag en namen onze intrek in het Baxoi Government Hotel. We waren er rond 17.30u.
Vermits er hier geen lift was en alle kamers op de eerste verdieping gesitueerd zijn, heb ik besloten niet onmiddellijk naar de kamer te gaan maar buiten op het gelijkvloers te wachten op Marie-Claire, zij moest de bagage op de kamer deponeren. Terug verenigd slenterden we door het stadje. Ik kan moeilijk schrijven door de straten, want het stadje telt maar één lange straat. We hadden meer dan tijd genoeg en van die gelegenheid maakte ik gebruik om bij de kapper binnen te stappen om mijn haar een beetje bij te knippen, vraagprijs Y 40 en na afpingelen nog Y 20(€ 2), wat nadien nog te veel bleek maar het was een toeristenprijsje. We merkten in de straat een warme bakker en we kochten er enkele ontbijtkoeken voor morgenvroeg, want in het hotel serveert men geen ontbijt, zelfs geen Chinees. De gids van een Duits groepje gaf ons een tip voor een goed restaurant en het was maar net achter het hotel gelegen. Het was er inderdaad heel goed en niet te duur. Bij terugkeer aan ons logies waren de chauffeur en Tsewang, samen met twee mannen van het personeel, genoodzaakt mij in mijn rolstoel naar boven te dragen. We wensten hen nog een goede nacht en doken tussen de lakens.
Vandaag was het licht tot zwaar bewolkt met zon.
Woensdag 23/09 Baxoi - Lake Ranwu - Bome(219 km)
We werden om 7.15u gewekt door het ochtendappel in de kazerne naast het hotel. De luide Chinese militaire muziek bleef een half uur duren en zo moest je wel wakker worden. Het ontbijt namen we op de kamer en hierdoor waren we vlug klaar om te vertrekken. Om 8.15u kon de chauffeur zijn wagen starten en weg waren wij. Het werd een mooie rit met veel vergezichten op tal van besneeuwde bergpieken. Via de Shel-la pas(4.905 m) en de Ngajuk-la pas(4.462 m) bereikten we het Ranwu meer. Het meer ligt op 3.850m in het prachtig bergmassief van de Kangri Karpo en heeft een oogverblindende groene kleur. De sneeuw en het gesmolten ijs van de omliggende gletsjers leveren voldoende water en zijn de bronnen van veel rivieren zoals de Yarlung Tsangpo. Veel bergpieken rond het meer zijn 5.000 m hoog. Aan de voet van deze toppen staan sparren en cypressen. Even verder ligt de Lhegu gletsjer, één van de 61 gletsjers van dit massief. Deze keten brengt het grootste aantal gletsjers van gans Tibet voort. Je kan hier een wandeling naar de gletsjer maken, inkom Y 50 p/p(€ 5). Met een rolstoel is deze natuurwandeling niet haalbaar. Het voorleggen van een badge van mijn vroegere werkgever, die de bediende letter voor letter overschreef, maar er geen jota van verstond, leverde als resultaat op dat ik gratis de slagboom voorbij mocht. Van op de parking heb je reeds een mooi zicht op de ijsmassa. Marie-Claire is met de gids aan de trekking begonnen, maar aangezien de gletsjer nog op grote afstand lag, is zij maar op haar stappen teruggekeerd. Ze wou me niet te lang alleen achterlaten.
We naderden nu stilaan ons einddoel, maar niet zonder een stop bij het Dodung klooster op 6 km van Bome of Pomi. Het klooster is in de jaren ’50 door het Chinese leger verwoest en heropgebouwd in 1984 en behoort tot de orde van de roodmutsen. Het ligt op een heuvel boven de stad. De weg er naartoe loopt door sparrenbossen, die het klooster ook omgeven. De gebedshal in de prachtige bovenverdieping heeft mooi uitgewerkte gouden motieven en in meerdere kleuren geschilderde en versierde houten ramen. Het plafond boven de inkom is ook prachtig uitgewerkt. Het interieur is niet speciaal. Er leven 23 monniken.
Voor we in Bome aankwamen, werden we er aan een politiepost op attent gemaakt, dat één van de achterbanden leeg gelopen was. Dat waren eens vriendelijke politiemensen. Waarschijnlijk was de band vorige keer niet goed gerepareerd en was dat het probleem. Ondanks dit kleine oponthoud konden we toch reeds inchecken in het Zizuan Bome Hotel om 15u en hier was ik ook weer min of meer genoodzaakt in de kille lobby te blijven, want alle kamers in het hotel zijn boven er is ook weer geen lift. Marie-Claire deponeerde onze spullen op de kamer en we trokken op verkenning in het stadje. Bome is een nieuwe en in hoofdzaak Chinese stad. Ze komt heel koel en onpersoonlijk over. Er is dan ook weinig of niets te beleven. Op die manier waren we vlug terug in het hotel en vroegen of we tegen 19u aan tafel konden, een uitleg die we met handen en voeten moesten doen, want wij kennen geen Chinees en het personeel geen Engels. Wij kregen hun fiat en probeerden reeds op het menu te zoeken wat we wilden eten. Toevallig zagen we Tsewang richting hotel komen en hebben zijn hulp er nog maar eens bijgeroepen, anders geraakten we niet aan een degelijke maaltijd.
We startten onder een zwaar bewolkte hemel, die later opentrok. We kregen dan volop zon en een blauwe hemel met witte wolken.
Donderdag 24/09 Bome - Pailong - Lulong - Nyingchi(240 km - 6/7u)
Deze morgen was het weer Chinees ontbijt en zelfs een buffet, maar die warme rijstpap en andere warme hapjes is niet ons ding. We hebben het dan nogmaals en voor de zoveelste keer, bij een gekookte eieren dieet gehouden, kwestie van niet met een lege maag te moeten vertrekken. Om 8.15u zijn we gestart en net buiten het centrum van de stad merkten we de achterbuurten van Bome. Hier leven en wonen de weinige overgebleven Tibetanen, min of meer aan het oog onttrokken voor de voorbij rijdende wagens met toeristen. Na 35km stopten we bij een voetgangers hangbrug, die leidt naar het kleine Bakha klooster. Met de hulp van Tsewang zijn wij aan de moeilijke klim, over een zandweg met keien, begonnen. Na enige tijd hebben we de strijd moeten staken, want het pad werd erbarmelijk slecht en het was voor niemand aan te raden verder te zwoegen. Als overmaat van ramp kregen we op de terugweg nog een fikse bui over ons heen. Gewapend met paraplu’s zijn Tsewang en Marie-Claire terug op pad gegaan naar het klooster en ze hebben het tussen de regenbuien door bezocht.
Ettelijke kilometers voorbij het Bakha klooster kregen we weer een spectaculaire weg voorgeschoteld met veel putten en het nodige slijk. Deze piste liep tussen bossen en langs de oever van dezelfde rivier als die waar de hangbrug over gaat. Onze wagen zat volledig onder het slijk. In Pailong hadden we weer een zoveelste checkpoint, maar alles bleek OK. Het lag in onze bedoeling in Pailong te wandelen, om de sfeer op te snuiven van de Moenba-minderheid. We zijn er gewoon niet uit de auto geweest, het was er een echt hondenweer. De route langs hier kan mooi zijn bij goed weer, nu was het zicht nul door de lage wolken. Bij het laatste checkpoint kreeg de chauffeur een ticketje, waarop zijn vertrektijd in Pailong vermeld stond. Hij wist ons te zeggen, via Tsewang, dat de tijd tussen Pailong en de volgende checkpoint in Lulang werd gemeten en hij mocht er niet vroeger aankomen. Wanneer hij het traject te vlug zou afleggen, wachtte hem een fikse boete. De laatste 50 km reed hij amper 30 km/u om de tijd te rekken. Onderweg werd op onze vraag gestopt bij een typisch dorp uit de Kham, Zhaxigang. De stenen huizen met houten daken lijken op deze van het naburige Bhutan. In sommige van de huizen kan je sinds kort overnachten in een formule van B&B voor Y 40(€ 4) per nacht en per kamer. De kamers zijn smaakvol op zijn Tibetaans ingericht en je beschikt er over alle comfort. We werden er vriendelijk ontvangen door de eigenaars, die ons een korte rondleiding gaven.
Lulang volgde op Zhaxigang en onze twee compagnons namen hier de gelegenheid te baat om hun late lunch te nuttigen, het was ondertussen 16.25u. De herstart werd gegeven om 17u en de afstand tussen Lulang en Nyingchi is slechts 80 km. De snelheidslimiet was hier ook 30 km/u en over de korte afstand moest hij 3 uur doen. Het is gewoon gekkenwerk, maar de overheid heeft deze maatregel ingevoerd omdat er te veel zware ongevallen gebeuren door overdreven snelheid. Hij treuzelde en gaf ons tegen Nyingchi nog graag een extraatje om niet voor duister aan de checkpoint Nyingchi aan te komen. Wij snapten het hele geval niet, maar Tsewang gaf tekst en uitleg bij dit voorval. De wagen, waarmee wij vervoerd werden, had geen licentie om toeristen te vervoeren in Tibet, zelfs geen Chinezen. Om niet tegen de lamp te lopen, haalde hij zulke trucjes uit. De chauffeur maakte nog een stop aan het viewpoint van het Serkyim-la N.P., maar het zicht was er nihil door de lage bewolking. Om op het uitzichtpunt te mogen komen, betaal je Y30(€ 3) en dat om niets te kunnen zien. Wij hebben ervoor bedankt. Even verder heb je nog een plek waar je, bij mooi weer, hetzelfde zicht hebt en hier is het gratis. Om 20.30u, dus na een rit van 12 uur konden wij inchecken in het Shang Bala Hotel. Hier begonnen de problemen pas. Er werd ons een kamer toegewezen en ik vroeg aan Marie-Claire die eens te checken. Ze kwam terug en zei dat de badkamerdeur te smal was voor de rolstoel. De receptie beweerde dat alle kamers dezelfde waren, uitgezonderd die met een dubbel bed. Na een korte controle, moesten we vaststellen dat het ook niet ging. Ondertussen werd er een rolstoel van het hotel bij gehaald, de hoepels eraf gevezen, de deur van de badkamer verwijderd en dan lukte het net. Het was heel nipt om erin te geraken. Het werd 21.30u eer we aan tafel konden en we vergingen van de honger. Niemand in het hotel verstond een woord Engels. Tsewang is ons nog maar eens uit de nood komen helpen. De maaltijd was prima maar vrij duur. Om 22.30u konden we onder de dekens duiken.
Vertrokken onder een laag wolkendek en met zicht nul, kregen we zelfs lichte regen te verwerken. Nadien werd het weer beter en kregen we een waterzonnetje te zien.
Vrijdag 25/09 Nyingchi
Nyingchi ligt in de Kongpo regio. Dit gebied is verschillend met de rest van Tibet, zowel op cultureel, ecologisch, als op taalkundig gebied en is lager gelegen dan de rest van het land. Dit bosrijke gebied heeft een uiterst aangenaam mild en vochtig klimaat.
Het ontbijt was eindelijk eens zoals wij het altijd al hadden gewild, maar tot hiertoe weinig kregen, met toasten, croissants en andere ontbijtkoeken. Nu waren we voor vele uren gerust en zouden onze magen niet vlug protesteren. Om 9.30u vertrokken wij naar het dorpje Buchu even buiten Nyingchi. We waren net buiten de stad, toen we weer op een checkpoint stuitten, maar alles was OK. In Buchu was het voorzien het kleine klooster te bezoeken. Het behoort toe tot de Nyingma orde en is tevens het oudste klooster van de Kongpo regio. De oorspronkelijke gebouwen dateren uit de 7e eeuw onder het bewind van Gontsen Gompo. Het twee verdiepingen hoge klooster heeft een opvallend gouden dak, een mooie gevel en een donker interieur. Er staan prachtige beelden en je merkt versierde geschriften, foto’s nemen is er taboe. Het is een mooie klein complex en ligt in de buurt van het beter gekende Lamaling klooster. In en rond het Buchu klooster zie je veel typisch geklede vrouwen in klederdracht van de streek met mooi geborduurde mutsen op. Het zijn echt heel lieve en vriendelijke mensen, die zich gewillig laten fotograferen, uiteraard tegen een kleine vergoeding. Zij zijn toeristen gewoon en kennen de gebarentaal voor het vragen van hun billijke vergoeding voor het poseren. De ingang van het complex heeft enkele treden, maar voor de rest kan je het complex met een rolstoel bijna volledig bezoeken. Na het bezoek aan het klooster liepen we samen met hen de kleine en simpele kora en dit werd door hen zeer geapprecieerd.
We vervolgden onze weg om bij het Lamaling klooster een stop in te lassen. Het is gebouwd in de jaren ’50 als klooster van de Nyingma orde, aanhangers van het oorspronkelijke lamaïsme. Het is het grootste en belangrijkste klooster van het Tibetaans Boeddhisme in de streek. Het is prachtig gelegen en aan drie zijden omringd door bergen. De architectonische vormgeving is ingenieus en heeft een unieke vorm. Het volledige klooster ziet er uit als een mandala, bekroond met een gouden dakpagode. De vier buitenmuren zijn respectievelijk geschilderd in wit, rood, blauw en groen. Het hoofdgebouw herbergt in twee zalen beelden in brons en goud van Padmasambhava. In de Sutra-zaal staat een prachtig beeld van Sakya-muni. Het buitenzicht van dit bedehuis is maar gewoon, maar het interieur is mooi. Veel uit de Nyingma school stamt uit de oorspronkelijke Tibetaanse religie, de Bön, die ervan uitgaat dat alles in de natuur een geest heeft. De kora rond de gebedshal stelt niet veel voor. Gebedsmolens en Tibetanen in typische klederdracht, zoals in het Buchu klooster, ontbreken er. Om in het complex te komen heb je menige treden, maar de aanwezige Tibetanen staken een handje toe. Wanneer je in het complex binnenkomt, sta je midden een prachtige bloementuin. De toegang tot het klooster bedraagt Y 15 p/p(€ 1,50). Het bezoek liep ten einde en om 13.45u keerden we naar Nyingchi terug voor de lunch.
We startten terug om 15u met als doel het Ancient Cypress Forest, inkom Y 15(€ 1,50) per persoon. In dit bos staan de meest indrukwekkende cypressen van China. Je vindt er de oudste cypressen ter wereld. Zij zijn zo’n 2.500 jaar oud en variëren in hoogte tussen 40 m en 55 m. De oudste heeft een doormeter van 5,80 m. Het park is 10 ha groot. Door de vele treden en het bospad is het niet of heel moeilijk haalbaar met een rolstoel. De korte klim van de grote parking naar het ticket-Office lukt nog net, maar daar starten reeds de treden. In het begin zijn er maar enkele, maar verder op het circuit komen die hindernissen regelmatig terug en zoveel toeristen zijn er niet om een handje toe te steken. Geduld is een schone deugd en ik heb het uitgeoefend op het grote plein aan het ticket-Office en had er veel bekijks van Chinese toeristen. Sommige van hen probeerden zelfs een gesprek op gang te brengen, maar het stokte vrij vlug door hun gebrekkige kennis van het Engels. De vraag is meermaals gesteld om mee met Chinese toeristen op de foto te staan, wat ik altijd gewillig toesta. Zulke toestanden zijn gewoon op onze reizen en ik vraag er geen vergoeding voor. Rond 16.30u ben ik onder een boom moeten rijden om er te schuilen voor enkele regendruppels, gelukkig is het bij die enkele druppels gebleven. Tegen 17u was Marie-Claire met de gids terug en konden we naar Nyingchi terugkeren. In Nyingchi hielden we het rustig en stelden orde op zaken. Met Tsewang hadden we bij de receptie ons avondmaal reeds samengesteld en besteld. Toen we in het restaurant aanschoven, wist men blijkbaar van niets en de dame van de receptie werd er bijgehaald. Die herinnerde zich nog heel vaag wat we besteld hadden en het is op zijn pootjes terecht gekomen.
De ganse dag kregen we een blauwe hemel met afwisselend witte en grijze wolken, maar volop zon. In de late namiddag begon het te overtrekken en kregen we enkele regendruppels te verwerken.
Zaterdag 26/09 Nyingchi - Lake Basum Tso - Lhasa(510 km)
Vermits wij een lange rit voor de boeg hadden, vertrokken we om 7.30u, vroeger dan normaal. Het eerste doel was het Draksum Tso meer. Even buiten Nyingchi kregen we weer een checkpoint, voor het in ontvangst nemen van een ticket met het uur van vertrek. Dit keer viel het best mee, want het volgende controlepunt lag 40 km verder, net 10 m voor de afslag naar het meer. De chauffeur ging met het ticket naar het bureau en kwam al schouder schuddend terug. Alle aanwezige manschappen deden een dutje. Het begin van het meer ligt op 33 km van de afslag op de weg Lhasa - Nyingchi, het eilandje met het kleine Tsodong Gongba op 38 km. De toegang tot de regio rond het meer is Y 100 p/p(€ 10) en met verminderingskaart als mindervalide of senior betaal je Y 50(€ 5). Het Draksum Tso meer is het grootste zoetwatermeer van Oost-Tibet. Besneeuwde bergtoppen van meer dan 6.000 m vormen het decor van dit prachtige jadegroene meer. In het midden van het meer staat het kleine Tsodong klooster. Zowel Lamaling als Tsodong zijn aanhangers van de Nyingma orde, die nauw aanleunen bij de Bön religie, een oude spirituele traditie. De bouw van het klooster werd aangevat door de Nyingma monnik Sungye Lingpa en is sinds 2000 het huis van enkele nonnen. De drie originele beelden van Avalokitesvara, Padmasambhava en Gautama Boeddha zijn tijdens de Culturele Revolutie(1966-76) beschoten en verbrand door het Chinese Volksleger. Ze werden later gerestaureerd door de lokale Lama Dudjom Rimpoche en zijn zoon Chuni Rimpoche. Er is een kleine kora rond het klooster met enkele herkenbare heilige plaatsen, waaronder een hemelbegraafplaats. Eén van de bijgebouwen heeft symbolen met “drie eindeloze knopen” boven de deur. Zoals op veel plaatsen in Tibet worden stenen versierd met inscripties van de mantra “Om mani padme hum” en als offer langs de paden gelegd. Met een rolstoel is het klooster niet haalbaar. Je moet eerst een resem treden naar beneden, dan moet je over drijvende en wiebelende pontons, om bij het klooster terug naar boven te moeten via een trap. Terwijl Marie-Claire het klooster bezocht, was de chauffeur zo vriendelijk om een eindje verder langs het meer te rijden, zodat ik een beter zicht had op het groene meer. Smeltwater van gletsjers rond het meer houden het waterpeil op hoogte.
Wanneer iedereen terug in de wagen zat, vervolgden we de prachtige route. Het stuk tussen Nyingchi en Lhasa is wondermooi qua natuur. Zo kwamen we na een geleidelijke beklimming op de Pa-la pas(5.013 m), waar je enorme vergezichten hebt op de omliggende besneeuwde bergtoppen en de fel groene graslanden vol met yaks. Vanaf hier werd het onze chauffeur te veel om nog te stoppen voor het nemen van een natuurfoto. Telkens wanneer we een fotostop vroegen, hoorde ik hem zuchten. Op de pas was Marie-Claire uitgestapt om enkele kiekjes te nemen en meneer begon te claxonneren, omdat hij vond dat het te lang duurde. Ze heeft er zich gelukkig niet aan gestoord en rustig haar gang gegaan en gedaan wat ze wou. Hij werd toch door ons betaald om een degelijke service af te leveren. Toen we de weg vervolgden, zei Tsewang dat er even voor Ganden een andere chauffeur met een andere wagen ons stond op te wachten en er was met die chauffeur afgesproken er te zijn om 16u. Onze euro begon te vallen. De wagen zonder licentie ruilen voor één met net voor het checkpoint Lhasa, is goed uitgekiend van het reisbureau. Op die manier konden zij zware boetes ontlopen. Dat was de reden van het ongeduld van de chauffeur, maar hij had ons niet op de hoogte gebracht van dit voorval.
Op het afgesproken punt stond inderdaad een persoon op ons te wachten. Er werd vlug overgeladen en we konden met verse moed vertrekken. Je merkte het meteen dat de nieuwe chauffeur, een Tibetaan, beter overweg kon met Tsewang dan de vorige, een Chinees. Waar het voor de eerste chauffeur te veel was om een stop in te lassen, gaf de nieuwe onmiddellijk een tip om iets extra te bezoeken. Hij bracht ons bij een klein klooster, waar de Dalai Lama indertijd regelmatig kwam om te bidden. Als warm onthaal ontvingen wij er uit de handen van een monnik ieder een witte sjaal als teken van vriendschap en ik kreeg er daar boven op een oranje en die wordt alleen aan zieke mensen gegeven. Achteraf werd nog gestopt bij een typisch Tibetaans dorp. Het zou de geboorteplaats zijn van Sontseng Gampo. Van het dorp ging het daarna rechtstreeks naar het Tibet Gorkha Hotel in Lhasa. We werden er met open armen ontvangen. Na het inchecken kwam het er op aan een geschikte kamer op de kop te tikken, want het was hier voor vier nachten en dan moet het liefts iets beter aangepast zijn aan mijn handicap. De betere kamers zijn op de verdiepingen, maar vermits er in dit oud pand geen lift is, waren we genoodzaakt een kamer op de begane grond te nemen. Al bij al viel de kamer best mee, ze was ruim en ik kon op een voortreffelijke manier in de badkamer, al was de deur maar net breed genoeg voor de rolstoel en er was een klein opstapje van een viertal centimeter. Meer moest het niet zijn.
De agent van China Yak in Lhasa was komen opdagen, na een seintje van Tsewang. Vooraf wilden we afscheid nemen van deze jonge man. Hij kon niet langer voor ons gidsen omwille van de slechte gezondheidstoestand van een oom, die monnik is. Hierna werd onze nieuwe gids voorgesteld, die ons de resterende twaalf dagen zou begeleiden. Er werd voor hem gekozen, omdat hij een reus van een vent was, die kon helpen met het duwen, heffen en eventueel trekken aan de rolstoel. Er werd in het kort uitgelegd wat het programma allemaal inhield, zij waren met ons akkoord en we spraken af voor het vertrek van morgenvroeg en daar hield het voorlopig mee op. Het was intussen al na 20u en we hadden sedert deze middag niets tussen de kiezen kunnen steken. In dit logies hadden we geen taalproblemen, het merendeel van het personeel kan zich goed uit de slag trekken in het Engels. We vroegen in het hotel de spijskaart en of we het op de kamer konden opeten. Het was geen enkel probleem. Het restaurant bevindt zich op de tweede verdieping en zonder lift geraak ik niet boven. Het was voortreffelijk en niet duur. Moe maar voldaan lieten we ons in bed neervallen en genoten van een welverdiende rust.
We hadden meer geluk vandaag, de ganse dag was zonovergoten.
Zondag 27/09 Lhasa en omgeving
Lhasa is de traditionele hoofdstad van Tibet en Chinese Tibetaanse Autonome Regio. Vroeger was het de hoofdstad van de regio U als onderdeel van U-Tsang. De stad is de traditionele zetel van de Dalai Lama met de paleizen Potala en Norbulingka. Lhasa wordt in het Tibetaans Boeddhisme als het heiligste centrum van Tibet gezien. In Lhasa wonen ongeveer 1,1 miljoen inwoners. Met een hoogte van 3.650 m is het één van de hoogst gelegen steden ter wereld. Tibet en het land er omheen wordt dan ook wel”het dak van de wereld” genoemd. Lhasa betekent letterlijk “plaats van de goden”. Oude Tibetaanse documenten spreken tot vroeg in de 7e eeuw van Rawa, wat “Binnenhofplek” of “geitenplek” betekent.
Tegen 7.30u hadden wij het ontbijt op de kamer besteld en om 8.45u stonden we paraat om op stap te gaan in Lhasa. Vanuit het hotel gingen we door de smalle straatjes van de oude stad naar het Barkhor plein, om er de Jokhang tempel te bezoeken. Hij ligt in het oude centrum van Lhasa en is het spirituele hart van Tibet en opent om 9u. De tempel werd gebouwd in 647 door Songtsen Gampo en zijn twee buitenlandse echtgenotes, de prinses Wencheng en de Nepalese prinses Brikhuti. De legende zegt dat de koning een ring in de lucht gooide om de positie van de tempel te bepalen. De ring kwam in een meer terecht en als bij wonder rees een stoepa uit het meer op de plek waar de ring neergekomen was. Het meer werd gedempt, met uitzondering van het middendeel, wat een vijver op de binnenplaats van het tempelcomplex werd. Het complex bestaat uit vele kamers en heiligdommen. In de centrale hal bevindt zich een zittend beeld van de Sakyamuni Boeddha op 12-jarige leeftijd, meegebracht als bruidschat door prinses Wencheng. Het is het meest vereerde beeld binnen het Tibetaans Boeddhisme. De architectuur is een mengeling van Indische, Nepalese en Tangdynastie stijlen. Op het dak van de Jokhang heeft men een mooi uitzicht op de Potala, de stad en de omgeving. De inkom tot de Jokhang is vlak, maar dan volgt een resem trappen om op de verschillende niveaus te komen. Overal waren de aanwezige toeristen, Tibetanen, Chinezen en westerlingen bereid een handje toe te steken om mij hogerop te krijgen. Wij vonden het complex overweldigend. De toegang bedraagt Y 85 p/p(€ 8,50), senioren gratis.
Bij het verlaten van de Jokhang ging het richting Ramoche tempel. Hij is één van de belangrijkste Tibetaans Boeddhistische tempels van Lhasa. De tempel bevindt zich in het noordwesten van de stad, oostelijk van de Potala en ten noorden van de Jokhang. De architectuur van het oorspronkelijke complex was beïnvloed door de Tang dynastie en werd gebouwd door Han-Chineze architecten in het midden van de 7e eeuw. De Chinese prinses Wencheng, die getrouwd was met de koning van Tibet, Songtsen Gampo, liet de bouw richten op het oosten om haar heimwee te tonen. In het hoofdgebouw staan tien pilaren met overgebleven relikwieën, zoals opgezette lotusbloemen, juwelen en Tibetaanse karakters. Er staat een beeld van Boeddha toen die 8 jaar oud was. De Ramoche tempel is vlak op enkele overstappen na bij elk van de gebouwen.
Van de Ramoche tempel trokken we, te voet samen met de gids, voorbij het Potala paleis naar het ticket-Office voor een toegangsbewijs voor morgenmiddag van het voornoemde paleis. Het is een wandeling van een twintigtal minuten of 2 km. China Yak had ons voor dit ticket Y 150(€ 15) aangerekend en nu zagen we de juiste prijs Y 100(€ 10), dus zij hadden ons Y 50(€ 5) teveel doen betalen en dat terwijl wij er zelf moesten voor lopen. Het ticket-Office bevindt zich bij de uitgang van de Potala en bij het begin van de kora rond het paleis. Nu we toch hier waren, nam Marie-Claire de gelegenheid te baat om aan de overkant van de brede laan op het speciaal gebouwde platform(Y 2 = € 0,20) te gaan en enkele foto’s te schieten van het paleis op zijn heuvel. Wanneer zij met deze karwei klaar was, zetten we onze voettocht nog een 20 min. verder naar het Zomerpaleis of Norbulingka. Het paleis en bijhorend park diende als zomerverblijf van de Dalai Lama’s van rond 1780 tot de invasie door China in de late jaren ’50. Het park werd door de 7e Dalai Lama Kelzang Gyatso aangelegd en werd het zomerverblijf onder de regering van de 8e Dalai Lama Jamphei Gyatso. In het begin van de 20e eeuw werd het paleis uitgebreid met nieuwe gebouwen. In 2001 werd het paleis door de UNESCO aan de werelderfgoed lijst toegevoegd als onderdeel van het historisch ensemble van het Potala paleis, evenals een jaar vroeger de Jokhang tempel. Van de 7e tot de 14e Dalai Lama hebben er tijdens de zomerperiode verbleven. De 8e Dalai Lama liet het Lake Palace bouwen. De toegang tot het Zomerpaleis bedraagt Y 60 p/p(€ 6), senioren en mindervaliden gratis, maar je moet het wel vragen en er op staan dat het gebeurt. De paden liggen vlak en zijn meer dan breed genoeg, maar zijn betegeld met grote plaveien met brede en diepe voegen, wat rijden met een rolstoel niet vergemakkelijkt. Aan de verschillende paviljoenen zijn menige treden en/of overstappen, maar dat waren we ondertussen gewoon.
Wanneer dit bezoek ten einde was, hebben we onze gids vrijaf gegeven voor de rest van de dag. We waren eindelijk eens vrij na twee weken verplichte begeleiding van een gids. In de buurt van het zomerpaleis charterden we een taxi om ons terug naar het hotel(Y 10 = € 1) te brengen voor de lunch. Om 16u gingen we terug op pad en weer te voet door de smalle steegjes naar het Barkhor plein, om daar de Barkhor, de pelgrims route of kora, mee te lopen samen met de vele Tibetanen. De straten rond de Jokhang tempel zijn volgestouwd met winkelkraampjes en verkoopstalletjes, met soms agressieve verkopers. Je kan er echt voor bijna alles terecht, van godsdienstige voorwerpen zoals gebedsmolens en gebedsvlaggen in alle maten, maar er wordt even goed yakboter, groenten, vlees en brood verkocht. Voor een nieuw gebit kan je er ook terecht en er wordt in de open lucht gewerkt, heel hygiënisch als je het mij vraagt. Als je de tijd en de mogelijkheid hebt om in de straten rond de Jokhang tempel te slenteren, moet je het zeker doen. Op enkele minuten van het Tibet Gorkha Hotel is een nonnenklooster, dat ook een bezoek waard is. We verlieten de gezellige straatjes, om over het Barkhor plein op het Snowland restaurant af te stevenen. Het is een gezellig eethuis, waar je menige toeristen aantreft. Het is er verzorgd, goed en niet al te duur. Wij betaalden er voor ons twee Y 105(€ 10,50) voor een goede maaltijd met bier en mineraal water. Bij de ingang van het restaurant zijn een drietal treden, maar de diensters helpen met optillen. In het restaurant heb je de keuze te zitten op stoelen of op muurbanken. Voor mij is een stoel gemakkelijker dan de muurbanken. Toen we het restaurant verlieten was het pikdonker en de straatverlichting bracht weinig soelaas. Het was goed dat we enkele bekende punten konden zien, anders waren we niet terug in het logement geraakt. Hier en daar liggen de grote plaveien verzakt en wanneer je daar in terecht komt, blokkeert de rolstoel.
We konden genieten van een staalblauwe lucht en een stralende zon bij +/- 25° tijdens de dag.
Maandag 28/09 Lhasa en omgeving
Om 8.45u was de chauffeur, de agent van het reisbureau China Yak, en de gids present en kon de korte tocht beginnen naar het Drepung klooster. Dit klooster is één van de grote drie gelug kloosteruniversiteiten van Tibet. De twee andere zijn Ganden en Sera. Drepung is het grootste klooster van alle religies ter wereld. Het werd gesticht in 1416 door Jamyang Chojey, een volgeling van Tsongkhapa. Het klooster staat op de Gambo Utse berg, 8 km westelijk van Lhasa. Het is onderverdeeld in zeven grote colleges: Gomang, Loseling, Deyang, Shagkor, Gyelwa, Dulwa en Ngagpa. In vroegere tijden leefden er 10.000 monniken, maar na de vlucht van de dalai lama is dat aantal gereduceerd tot 7.700 en nu leven er nog 550 . Bij aankomst op de grote parking beneden het klooster, zag ik het niet in hoe zij mij in mijn rolstoel boven zouden krijgen. Daarom vroeg ik om mij in de schaduw te rijden en op de parking te blijven. De gids pruttelde tegen en wou mij kost wat kost mee de trappen opheffen. Het was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de treden zijn heel ongelijk van hoogte en breedte en het waren er meer dan een tiental. Toen ik op een eerste plateau was beland, vroeg ik met aandrang mij hier te laten wachten tot Marie-Claire haar bezoek had afgerond. Het probleem was, dat de treden en de ongelijke paden hier maar pas begonnen en dat zag onze gids, nochtans een beer van een vent, ook niet meer zitten. Er werd gewillig in toegestemd, want mijn twee begeleiders zagen tegen de resterende treden op. Op dit kleine plateau hoorde ik het voortdurend gerinkel van een bel aan een grote gebedsmolen en stond oog in oog met mooi beschilderde rotstenen, onderdeel van de kora. De gekleurde tekeningen stellen Tsongkhapa, geflankeerd door 2 volgelingen. Ik kreeg hier het gezelschap van de gelegenheidschauffeur. Om het klooster grondig te bezoeken heb je 2 volle dagen nodig. Marie-Claire hield het bij drie tempels en het merendeel van de toeristen doen hetzelfde. Het klooster is niet echt speciaal en commercieel, voor iedere foto hoef je te betalen. De toegang tot het klooster bedraagt Y 50 p/p(€ 5). Voor mij is er niets betaald, omdat ik toch niet in het complex kon geraken, laat staan het te bezoeken. Waarschijnlijk krijg je een vermindering op vertoon van een badge, die ze dan helemaal overschrijven en er geen jota van begrijpen. Het Drepung klooster loont niet echt de moeite om er je tijd in te steken. Je hebt maar de mogelijkheid een klein deel van het klooster te bezoeken en voor elke stap die je er zet moet je geld neertellen. Het Drepung klooster wordt commercieel uitgebuit.
De rondleiding in het Drepung klooster nam heel wat tijd in beslag, daardoor konden wij pas tegen 11u naar onze volgende bestemming, het Nechung klooster. Nechung vertaald = Kleine Woning, is een Tibetaans boeddhistisch klooster. Het bevindt zich op 10 minuten loopafstand van het Drepung klooster. Het was de zetel van het staatsorakel tot de Tibetaanse diaspora vanaf 1959. Hoewel het orakel een monnik uit de Nyingma orde was en de dalai lama uit de Gelug orde voortkomt, consulteerde hij altijd het orakel voor hij belangrijke beslissingen nam. Het orakel doet uitspraken tijdens een trance. In het Nechung klooster leven 70 monniken. Achteraan staat een beeld van het orakel te pronken achter glas. De inkom tot Nechung was iets gemakkelijker dan in Drepung. Na een twintigtal treden ben je op de grote binnenkoer met twee grote wierookbranders. Om in het klooster zelf te komen heb je nog enkele treden, maar hier snelden enkele monniken ter hulp. In het klooster zelf waren zij ook gedienstig en vriendelijk, maar voor een foto vroegen ze toch Y 2(€ 0,20). De toegang tot Nechung bedraagt Y 10 p/p(€ 1), senioren en mindervaliden gaan gratis en met hulp van de monniken binnen.
Wanneer het bezoek aan Nechung ten einde was, zijn Marie-Claire samen met de gids in de Bank of China binnengestapt om de nodige valuta te wisselen voor Yuans, want op de trip die hierop volgde, hadden we weinig mogelijkheden dit nog te doen. De wisselkoers was toen 1 euro = 9,69 Yuan. Na deze transactie lieten we ons naar het hotel brengen voor een kleine lunch en om even uit te rusten tot 14u, tijd om te voet te vertrekken voor het bezoek aan het Potala paleis. Als we het inkomticket kochten voor de Potala, werd een uur vermeld voor het begin van het bezoek. Bij Marie-Claire was het 14.40u. Om 14.10u begonnen zij aan de beklimming van de vele treden, om goed op tijd ter plekke te zijn. Het bezoek aan het paleis is gelimiteerd in tijd, je hebt exact één uur om het complex, er worden maar enkele paviljoenen opengesteld, te bezoeken. Fotograferen is er taboe. Alleen de buitengevels mogen op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Voor Marie-Claire aan haar bezoek aan de Potala begon reed zij mij naar de uitgang en ik zou er op haar terugkomst wachten. Ik had er veel bekijks en zelf kwam ik ogen tekort om alles om me heen te kunnen observeren. Recht tegenover mij stonden twee bewapende militairen de wacht te houden, maar ze stonden meer te geeuwen van verveling dan de wacht te houden. Eén van de twee stak stiekem een sigaret op en hij deed een poging om dit goed te verbergen. Op een bepaald moment zag ik een man met een zwart koffertje, een microfoon voor zijn mond en een kleine koptelefoon op zijn hoofd, die onder een hoed verscholen zat. Het was een geheim agent. Toen we dit voorval aan de gids vertelden, repliceerde die, dat zoiets in Lhasa schering en inslag is en dat er veel van zulke individuen rondlopen. Toen we herenigd waren om 16.15u, hebben we de gids vrijaf gegeven en zijn wij aan de kora rond de Potala begonnen. Het is een lange tocht en we werden veel bekeken door goedlachse Tibetanen. Het eerste deel van de kora wordt geflankeerd door een lange rij gebedsmolens. Achteraan de Potala heb je een mooi zicht op het paleis en het meer.
Terug in de bewoonde wereld, zochten we een publieke telefooncel op, om het thuisfront te contacteren. Niet ver van ons hotel konden we terecht en de verbinding was perfect. We deponeerden het fotomateriaal op de kamer en trokken te voet door de gezellige straten naar het Barkhor plein en verder terug naar het Snowland restaurant. Voor twee pizza’s, 1 Cola en 1 fles Lhasa bier(660 cl) betaalden we Y 75(€ 7,50). We waren maar net gezeten, toen we onze Zwitserse vrienden aan een andere tafel opmerkten. Zij hebben onmiddellijk van tafel gewisseld en zich bij ons neergezet. Het was de laatste maal dat we hen nog tegen het lijf konden lopen, want morgenvroeg namen zij de trein richting Xining, regio Amdo, in de provincie Amdo. Het werd een lang en uitgebreid etentje. We hadden tenslotte nog vele ervaringen uit te wisselen. Na het afscheid zochten wij onze vaste rustplaats in Lhasa op, verfristen ons een beetje en doken onder de dekens.
Het werd weer een prachtige dag, geen wolkje te bespeuren bij +/- 25°.
Dinsdag 29/09 Lhasa en omgeving
Vermits vandaag de rit naar Ganden op het programma stond en we ons bezoek niet konden afleggen toen we er voorbij kwamen vanuit Nyingchi, hadden we, in overleg met de gids, afgesproken te vertrekken om 8.30u. De eerste 30 km is de weg zo goed als vlak, maar vanaf de afslag naar Ganden wordt het meer dan heuvelachtig. De laatste kilometers krijg je nog ettelijke haarspeldbochten onder de wielen en zie je reeds van ver het klooster tegen de flanken geplakt staan. Het Ganden klooster bevindt zich op de top van de Wangbur berg in het district Dagzé, op 36 km ten NO van Lhasa en op 4.750 m hoogte. Het was het oorspronkelijke klooster van de Gelugpa orde en is gesticht door Tsongkhapa in 1409. Het wordt traditioneel gezien als de bestuurlijke en politieke macht van de Gelug. De Ganden tripa of troonhouder van Ganden is het hoofd van de school. Het lichaam van Tsongkhapa ligt er opgebaard in een tombe van zilver en goud. Vanwege zijn ligging op grotere afstand van Lhasa had het klooster met 6.000 monniken een kleinere populatie dan de twee andere kloosteruniversiteiten. Het kende meer dan 25 belangrijke kapellen met grote Boeddhabeelden. De grootste kapel kon 3.500 monniken tegelijk een plaats bieden. Tenzin Gyatso, de 14e en huidige Dalai Lama, legde er zijn laatste examen af in 1958. Ganden bestond voornamelijk uit twee originele colleges, Jangtse en Shartse, dat “noordpiek en oostpiek” betekent. De drie belangrijkste bezienswaardigheden van Ganden zijn Serdung, dat de tombe bevat van Tsong-khapa, de vergaderzaal Tsokchen en de Ngam Cho Khang, de kapel waar Tsongkhapa les gegeven heeft. Het klooster herbergt handgemaakte kunstwerken, die eigendom zijn geweest van Tsongkhapa. De pelgrimsroute of kora is één van de mooiste van Tibet, maar is momenteel gesloten voor buitenlandse toeristen. In de heuvels heeft de Chinese overheid weinig of geen controle.
Bij aankomst aan het Ganden klooster is er een grote parking, daar is ook het ticket-Office. Wanneer de verplichte gids een beetje moeite doet, kan je in plaats van te voet aan de laatste klim te beginnen, met de wagen tot bij de eerste trap aan het rood gebouw rijden. Zo is het bij ons verlopen en tot daar ben ik kunnen komen. Ik heb van op die plek het complex proberen te overschouwen, maar ver reikte mijn zicht niet. Het was zinloos te beginnen aan de vele treden. Ik zou het ook niemand willen aandoen. Ik kon op deze plaats genieten van een deugddoend zonnetje, maar dan ook weer liefst niet te lang, het is een hoogtezon en die brandt meer dan die bij ons. Ik, had het uitgelezen gezelschap van enkele vriendelijke politiemensen, die mij na enige tijd zelfs een busje drinkwater toestopten. Ik voorzie mij altijd van een boekje met kruiswoordraadsels, zodat ik het kan gebruiken op plaatsen waar ik op Marie-Claire moet wachten. De nota’s die ik onderweg neem voor dit verslag zitten ook in dit boek weggestoken. Ik kan er dan ten allen tijde op invullen, tenminste in stilstaande toestand. De toegang bedraagt Y 45 p/p(€ 4,50). Voor mij is niets betaald, ik kon het klooster toch niet bezoeken. In elke zaal van het klooster wordt Y 10(€ 1) tot 20(€ 2) gevraagd voor het nemen van foto’s.
Vanuit Ganden ging het terug richting Lhasa voor de lunch, om tegen 13.30u terug te vertrekken naar het Sera klooster. De oorsprong van de naam “Sera” is niet zeker, maar vermoed wordt dat de oorspronkelijke plaats waar Sera gebouwd werd, omringd was door wilde rozen(se ra in het Tibetaans). Sera werd gesticht in 1419 door Jamchen Chojey(Sakya Yeshe), een volgeling van Tsongkhapa. Net als Ganden en Drepung gaf Sera colleges in Tibetaans boeddhistisch onderwijs en bood het de basisinstructie voor de monniken. In 1959 huisvestte Sera meer dan 5.000 monniken. Ondanks dat het zwaar beschadigd was, staat het eind 20e eeuw nog altijd overeind en is het grotendeels gerestaureerd. Het biedt nu onderdak aan een paar honderd monniken. Sera onderscheidt zich van de andere kloosters door de kleurrijke debatten over boeddhistische leerstellingen. De monniken discussiëren in de “debattuin” op luide toon over hun geloof met elkaar. Om hun argumenten kracht bij te zetten, klappen ze in de handen en stampen soms op de grond om hun kennis te testen en te vergroten. Om het Sera klooster te bezoeken sta je voor een vrij steile klim, maar weinig of geen treden, je kan steeds een ommetje maken om op een bepaalde plek te komen. Aan het Printing House, dat de moeite loont, zijn een zestal treden. Foto’s zijn er uit den boze. Links van het Printing House bevindt zich de Mandala kapel. Hier is een hoge overstap en voor het nemen van foto’s wordt Y 10(€ 1) tot 30(€ 3) gevraagd naargelang de belangrijkheid van de plaats. De toegang tot het Sera klooster bedraagt Y 50 p/p(€ 5), senioren en mindervaliden gratis op vertoon van gelijk welke kaart of badge. Wij vonden het Sera klooster niet echt de moeite om er ons voor te verplaatsen, maar dat wisten we uiteraard niet op voorhand. Bezoek het als je tijd over hebt, anders niet.
Na het debat van de monniken, of tenminste na enkele minuten want dan hielden wij het voor bekeken, het leek ons een opgezet spel, lieten we ons naar het hotel brengen. In het business center staan een achttal PC’s ten behoeve van de gasten en je kan er op het internet voor de prijs was Y 10/u(€ 1). We trachtten op de website van Wegwijzer te gaan via Google, Bing en ook via Yahoo, maar bij geen van de drie lukte het. We hadden het tevoren in België zo vernomen van Lou Van Eycke en Joost Verplaetse, maar we wilden er ons zelf van vergewissen. Naar het thuisfront konden we wel mails versturen. Deze karwei ten einde vroegen we aan de receptie waar er in de buurt een postkantoor was, om onze postkaarten te versturen. Er werd ons uitgelegd, dat er een postkantoor was even voorbij het Barkhorplein en dat is open tot +/- 18.30u en er werd bij gezegd dat we de poststukken niet in de postbus mochten deponeren, maar in het kantoor afgeven, anders zou het nooit verzonden worden. Op goed geluk zijn we beginnen gaan en ja, op de linkerkant van de straat, volgend op het plein, vonden wij het kantoor en het was open. Ze namen de correspondentie in ontvangst en klaar was kees. We hadden ook vernomen dat de tijd om te posten kort was, want vanaf morgen, 30/09, waren alle officiële gebouwen gesloten tot en met 6 oktober, dit vanwege de viering van 60 jaar Communistisch China. Na het posten van de kaartjes stapten we het kantoor van F.I.T. binnen, gerund door de volslanke en goedlachse Sonam, een betrouwbaar reisbureautje gelegen tegenover Hotel/restaurant Snowland. Ze kan een overland trip organiseren vanuit Chengdu naar Lhasa met Tibetaanse gids en chauffeur. We kregen betrouwbare info aangaande de feestweek in oktober en de sluiting van sommige bezienswaardigheden. We kunnen iedereen aanraden met haar in zee te gaan. De Potala en de Jokhang tempel zouden gesloten zijn op 1 oktober. Het Basiskamp van de Mount Everest was dan weer dicht voor alle toeristen, ook voor Chinezen, van 1tot en met 3 oktober. Van deze info was onze gids niet op de hoogte. Dus wanneer je naar Tibet wil afreizen, vermijd dan zoveel mogelijk de Chinese feestdagen, om de kans voor gesloten deuren te staan te ontlopen.
Van het F.I.T. bureau trokken we door de oude binnenstad naar het Dunya restaurant, uitgebaat door Nederlanders. Wij dachten, het moet er voortreffelijk zijn. De eetruimte valt best mee, maar het eten was niet om over naar huis te schrijven. Wij betaalden de minder goede maaltijd te duur voor wat het was. We kunnen dit eethuis zeker niet aanbevelen. Bij het verlaten van het Dunya restaurant wandelden we richting Potala, om het paleis in zijn volle glorie te zien badend in het licht. Het werd goed duister en geen licht te bespeuren. Om 8.15u was het zover en een menigte Chinezen stroomde toe. Westerlingen waren er weinig te zien. Terwijl Marie-Claire foto’s nam van het statige gebouw en van het, achter ons gelegen monument, keek ik richting Potala. Plots begon luide muziek te spelen en even later spoten fonteinen op de maat van de muziek. Ik kon nog net achteruit rijden, anders was ik drijfnat geweest onder de spuitende watermassa. We kregen dansende fonteinen te zien. Dit spektakel werd uitgevoerd ter gelegenheid van de nakende feesten. In zulke shows zijn de Chinezen echte krakken en weinigen kunnen hen dit nadoen. Om 20.40u trachtten we een taxi tot stilstand te brengen, maar zonder de hulp van een vriendelijke Chinese was het ons niet vlug gelukt. Voor Y 5(€ 0,50) waren we ter plekke en voor dit bedrag konden we de lange tocht van de Potala naar het hotel beter niet te voet aanvangen. Het werd toch een heel stuk frisser, nu de zon weg was.
Voor de vierde dag op rij kregen we een zonovergoten dag.
Woensdag 30/09 Lhasa - Tsedang(3.600 m) 185 km
Om 8.30u waren wij gepakt en gezakt en zegden we Lhasa voor een goede week vaarwel. Enkele kilometers buiten Lhasa lasten we een korte stop in bij de Rock Carvings Adisha, die in de 11e eeuw zijn aangebracht. De sculpturen zijn toen aangebracht en pas later geschilderd door volgelingen van Tsongkhapa. Van op de weg heb je reeds enig idee van wat er op het kleine domein te zien is. Vanwege de slechte staat van het pad heb ik niet de moeite gedaan het te bezoeken, maar heb het vanuit de wagen in mij opgenomen. Marie-Claire is er met de gids wel geweest en was na enkele minuten terug. Het is niet zo speciaal. Hoeveel de toegang bedraagt, is mij ontgaan. We zetten onze weg verder en kwamen zo bij het Mindro-ling klooster. Het ligt aan de zuidoever van de Yarlung Tsangpo. Binnen het Tibetaans boeddhisme is het één van de zes moederkloosters van de Nyingma orde. De andere vijf zijn Dorje Drak, Dzogchen, Kathok, Palyul en Shechen. Het klooster had ook te lijden onder de vernielingen door de Chinese autoriteiten, maar niet zoveel als Ganden. Je kunt in het klooster zonder oneffenheden, de grote binnenkoer is geplaveid met grote platte keien met brede en diepe onregelmatige voegen, wat rijden met een rolstoel niet vergemakkelijkt. De verschillende kapellen hebben smalle steile treden, die je met een rolstoel onmogelijk op kunt. Terwijl Marie-Claire met de gids het klooster bezocht, heb ik op de binnenkoer de monniken gade geslagen in hun dagelijkse bezigheden. De toegang tot het klooster bedraagt Y 25 p/p(€ 2,50), senioren en mindervaliden gratis, maar je moet het uitdrukkelijk vragen.
Om 11u zijn we er aangekomen en om 12u was het bezoek afgerond en zetten we onze weg verder naar Tsedang, waar we om 13.30u aankwamen. Na het inchecken in het Tsedang Hotel, hoorden wij helse muziek achteraan in het hotel. Uit nieuwsgierigheid gingen we een kijkje nemen en stelden vast dat er een optreden aan de gang was met zang en dans ter gelegenheid van de viering van het 60-jarig bestaan van de Communistische Partij. Er werden afwisselend Tibetaanse liederen en folkloristische dansen opgevoerd en tot slot werd de nationale hymne van China luidkeels door alle aanwezigen meegezongen. Onze gids en de chauffeur konden dit laatste niet appreciëren. Zij zijn echte Tibetanen en willen liefst zo weinig mogelijk met China en de Chinezen te maken hebben. Toen de optredens beëindigd waren, zochten we een klein restaurantje op aan de overkant van de straat. Na de late lunch trokken we op verkenning in de buurt van het hotel. Wat anders konden we aanvangen, gids en chauffeur waren voor ons spoorloos en hun GSM-nummer kenden we niet. We hadden nog het geluk dat we ons konden en mochten verplaatsen in de stad zonder gids, anders zaten we in het hotel gevangen. Van het avondeten genoten wij volop in het hotel. We betaalden Y 128(€ 12,80) voor soep met bamboescheuten en tomaten, kip op een hete plaat en als groenten selder en champignons voor ons twee en als drank een blik Lhasa bier en mineraal water. Wanneer alles verorberd was, werd het stilaan bedtijd, er viel niets meer te beleven in Tsedang.
In Lhasa vertrokken we onder een zwaar bewolkte hemel. Rond 11u trok de hemel min of meer open en kregen we zon.
Donderdag 01/10 Tsedang en omgeving
Om 9u vertrokken we naar het Samye klooster, tenminste dat was onze bedoeling. Er zijn twee mogelijkheden om het klooster te bereiken, via een brug of met een veerboot. Wij kozen voor de brug, omdat de boot vrij moeilijk is met een rolstoel. Toen we bij de brug kwamen, botsten we op een uitgebreide politiemacht. Na lang palaveren, kregen we van de gids te horen dat de toegang tot het klooster voor drie dagen gesloten was voor toeristen van 1 tot en met 3 oktober wegens de feestelijkheden van het 60-jarig bestaan van de Communistische Partij in China, dit ondanks de nodige permit voor Samye. We waren er aan voor de moeite, want niemand mocht de brug over. Na de problemen aan de checkpoint voor Samye kregen we een hoop narigheid naar het hoofd geslingerd door de gids. Hij had ons gisteren aangeraden om Samye dan te bezoeken, zonder verdere uitleg te geven. Had hij nu gezegd, het is mogelijk dat Samye morgen dicht is, dan hadden wij het zekere voor het onzekere genomen en het gisteren bezocht, maar gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer. Dan maar naar de volgende locatie voor bezoek. Yumbalagang is mooi gelegen op de top van een heuvel, maar daardoor niet bereikbaar met een rolstoel. Het paleis of fort is het oudste bekende gebouw in Tibet en zou tot de 7e eeuw de citadel van de Yarlung-koningen geweest zijn. Marie-Claire heeft de massa treden alleen getrotseerd om het te kunnen bezoeken. Er wordt momenteel geen inkom gevraagd, maar na de restauratie zal dat wel terug ingevoerd worden. Voorheen was de toegang Y 60 p/p(€ 6).
Het volgende klooster werd Tandruk. Buiten het complex staan allerlei stalletjes met een variëteit aan godsdienstige voorwerpen. Het stamt uit dezelfde periode als de Jokhang en de Ramoche tempel in Lhasa. Het klooster zelf was één grote puinhoop. Men is volop bezig met restauratie van het complex en je kon er op dit ogenblik maar een klein gedeelte van bezoeken, zoals de eerste verdieping, maar die is enkel bereikbaar met een smalle steile trap. Dit gedeelte van het klooster is daardoor ook niet haalbaar met een rolstoel. In het klooster staan prachtige beelden en er hangt een mooie oude tangka uit de 7e eeuw, volledig met pareltjes belegd. Het complex zal prachtig zijn na volledige restauratie. Momenteel wordt geen toegang gevraagd. Als het bezoek hier afgerond was, zijn we naar Tsedang teruggekeerd en we waren er rond de middag, tijd voor de lunch.
Nadien trachtten we enige tijd te spenderen aan internet, maar in het hotel geraakten we niet in Hotmail, zelfs niet via Google. De receptie verwees ons door naar een groot cybercafé aan de overkant van de straat. Er stonden meer dan voldoende PC’s, maar die zijn allen afgestemd om computerspelletjes te spelen en de jeugd maakt er gretig gebruik van. Het lukte hier ook niet. Ten einde raad zijn we in het Julon Holiday Hotel, over ons hotel, gestapt en er gevraagd of er een mogelijkheid was het internet te gebruiken zonder klant te zijn. Het was geen probleem en zo konden we aan de slag via Google. Na het checken van de mailbox en het versturen van mails, vroegen we hoeveel we schuldig waren en we kregen te horen dat deze service ons gratis werd aangeboden door het hotel. Waarschijnlijk zat mijn rolstoel er wel voor iets tussen. Bij het buiten komen van dit hotel trokken wij er nogmaals op uit, veel valt er niet te beleven, maar we moesten iets doen om de tijd te vullen en terrasjes zijn er niet te bespeuren. Tegen de avond trokken we ons terug in het hotel, namen er ons avondmaal, betaalden er Y 150(€ 15) voor en doken onder het dekbed.
Het was gans de dag prachtig weer met veel zon.
Vrijdag 02/10 Tsedang - Gyantse(3.900 m) 300 km
De rit van vandaag was iets langer dan anders en daarom werd om 8.15u reeds vertrokken uit Tsedang. Gisteren hadden we nog contact gehad met China Yak in Chengdu en de verantwoordelijke, Melissa, had ons aangeraden te trachten Samye te bereiken via het veer. Toen we daar kwamen, was er amper een boot te zien en als er een te voorschijn kwam, leek die gereserveerd te zijn voor enkele Chinezen. Dit gezelschap wou niet dat Marie-Claire mee in hun bootje stapte, je moet maar zelf een boot charteren, was hun onvriendelijke uitleg. Het heeft er lang geduurd en de gids en wij waren er alles behalve happy mee. Na enige tijd verscheen een politieauto op het toneel. Die heerschappen namen het heft in handen en bevalen iedereen van de kade weg te gaan. Van hen vernam ieder die het horen wilde, dat Samye volledig afgesloten was voor alle toeristen. Het was spijtig, maar er was niets aan te doen. Samye ging aan onze neus voorbij. De ferry kost Y 200(€ 20) per boot en na de veerboot moet je aan de overkant nog een minibusje nemen, wat ook nog eens Y 200 kost en de toegang tot Samye bedraagt Y 60 p/p(€ 6). We hebben er gewacht tot 10u en zijn dan door gereden naar Gyantse. Na ettelijke kilometers dook het heilige Yamdrok Tso meer op. Van op de top van de Kamba-la pas(4.700 m) heb je een prachtig uitzicht op het azuurblauwe meer. Het is onvoorstelbaar mooi en in de verte heb je altijd besneeuwde bergpieken in het vizier, waaronder de Nojin Gangzang(7.191 m). Het Yamdrok Tso meer is één van de heiligste meren van Tibet(4.441 m) en heeft de vorm van een kreeft en 72 km lang. De route die we daarna volgden, liep bijna volledig rond het meer en na iedere bocht krijg je een ander mooi zicht voorgeschoteld.
Wanneer we van het meer wegreden, werd gestopt in Nangatse voor de lunch om 14.15u en we zetten onze weg verder om 15u. Het plaatselijk restaurant zag er niet al te hygiënisch uit en daarom namen wij onze toevlucht tot enkele bananen en wat droge koekjes. Op die manier was onze honger ook gestild en hadden we minder kans om ziek te worden. De route tussen Tsedang en Gyantse is gewoon prachtig, zeker vanaf de klim naar de Kamba-la pas tot Gyantse. Het landschap is over het ganse traject adembenemend mooi. Op de Karo-la pas(4.960 m) heb je een mooi zicht op de gletsjer. Even verder op de Simu-la pas(4.420 m) heb je een panorama op de omliggende besneeuwde bergpieken en op het mooie en diepblauwe kunstmatige stuwmeer. Tegen 17.30u waren we in Gyantse en konden we onze intrek nemen in het Gyantse Hotel. Het hotel geeft een uitgeleefde indruk, maar is toch het beste voorhanden in Gyantse en veel groepen doen dit logement aan. Het avondeten was in buffetvorm aan Y 70 p/p(€ 7). Marie-Claire koos ervoor, maar voor mij was één schotel meer dan voldoende en die kostte Y 26. Het eten was uitstekend en verzorgd gepresenteerd.
We konden nu ook weer genieten van mooi weer met veel zon en af en toe witte wolkenslierten in de lucht.
Zaterdag 03/10 Gyantse - Shigatse(3.840 m) 90 km
Om 9u vertrokken we naar het Pelkor Chöde klooster. Het Pelkor Chöde klooster is het belangrijkste klooster in Gyantse. Het is gelegen aan de voet van het fort. De Tsuklakhang, de belangrijkste tempel van het klooster, werd gebouwd tussen 1418 en 1428 door de tweede prins van Gyantse. Het was slechts een onderdeel van de 15 kloosters die hier aanvankelijk gebouwd werden en die drie verschillende sekten van het Tibetaans boeddhisme samenbracht. In het klooster staan enkele mooie beelden en het interieur mag er best zijn. Bij de inkom van het klooster zijn een achttal treden en menige hoge overstappen. Naast het klooster staat de meer bekende Kumbum, met zijn zes verdiepingen bereikt hij een hoogte van 35 m. Kumbum is een term uit de architectuur van Tibetaans boeddhistische kapellen. Kumbum betekent “honderdduizend heilige beelden” en verwijst naar de bouwstijl, waarbij boeddhistische kapellen trapsgewijs op elkaar zijn gestapeld. De gouden koepel heeft de vorm van een paraplu en is omgeven door 76 kapellen met unieke beelden en muurschilderingen uit de 15e eeuw van de hand van Nepalese kunstenaars. Ik heb de Kumbum van op het plein voor de stoepa bewonderd, want hem beklimmen lukt helemaal niet vanwege de vele treden. Voor het nemen van foto’s betaal je Y 10(€ 1), of anders moet je je camera inleveren bij de ingang. De muurschildering boven de deur van de bovenste verdieping is prachtig en die kan je van op het plein beneden zien. Vanaf de hoogste verdieping heb je een mooi zicht op de oude stad en het fort. De toegang tot het complex bedraagt Y 40 p/p(€ 4), senioren en mindervaliden gratis, maar je moet het vragen en er op staan dat het zo gebeurt.
Het oude stadsgedeelte en tevens de Tibetaanse wijk ligt in de omgeving van de Kumbum. We trokken er te voet op verkenning en werden er geconfronteerd met typische Middeleeuwse taferelen. Koeien liggen voor de deuren van de huizen te herkauwen en laten hun uitwerpselen overal in de straten achter. De koeiendrek wordt zorgvuldig verzameld, met de hand in ronde plakjes geperst en tegen de muren geplakt om te drogen. Na het drogen worden de plakjes koeiendrek netjes op de rand van de daken opgestapeld en gebruikt om te koken en in de koelere periode om het huis mee te verwarmen. Naar het zeggen van onze gids, heb je geen geurhinder van de gedroogde uitwerpselen, wat wij moeilijk kunnen geloven. In de periode dat wij in Tibet reisden, was het volop oogsttijd. Na het dorsen van de korenhalmen met een handvlegel, blijft het stro liggen tot het voldoende droog is. Daarna wordt het opgeslagen als wintervoorraad voor de dieren. Een klein restant wordt op de velden onder klei vermengd en met de hand in een houten vorm geperst tot stenen, die op de akkers te drogen worden gelegd. De gedroogde stenen worden meestal niet gebakken, maar zo gebruikt, wat na enkele jaren tot uiteenvallen of verbrokkeling leidt.
Chauffeur en gids stonden ons op te wachten om naar de Gyantse Dzong te rijden. Het ligt als een arendsnest boven de stad op de top van een heuvel gebouwd. Enkele trappen met leuning leiden je naar de top. Ik moest er niet aan denken er aan te beginnen. Marie-Claire is met de gids aan de klim begonnen en ze heeft de dzong bezocht. Er wordt een toegang gevraagd van Y 30 p/p(€ 3). Na het nemen van de nodige foto’s vervolgden we onze weg, met een ommetje naar het Shalu klooster. Het klooster ligt op 13 km links van de hoofdweg en op een 20-tal kilometer van Shigatse. Veel konden we er niet uitrichten, want het wordt momenteel volledig gerestaureerd. Het complex is nu één grote puinhoop. Ondanks de enorme werkzaamheden wordt er een toegang gevraagd van Y 30 p/p(€ 3). We zijn er zonder uitstappen vertrokken naar Shigatse, waar we rond 14.15u aankwamen en in het Zang Long Hotel incheckten. Na installatie op de kamer lieten we ons naar het Songtsen Tibetan restaurant brengen voor de lunch. Na lunchtijd trokken wij te voet naar het Tashilunpo klooster, waar Marie-Claire aan de kora begon om 16.15u. Het is een lange tocht over de heuvels rondom het klooster. Deze kora splitst op een bepaald ogenblik en één van de paden leidt naar de Dzong ruïnes. Rond 17.30u waren wij terug verenigd en vatten de terugtocht naar het hotel aan. Het werd een lange wandeling en het lag in onze bedoeling in het hotel het avondmaal te nuttigen. Daar vernamen we dat het restaurant gesloten is en dat voor een 4**** hotel. We lieten ons dan maar met de gids en de chauffeur terug naar het Songtsen Tibetan restaurant brengen. Het was er goed voor de lunch en het zou dat nu ook wel worden. Het was inderdaad heel lekker en niet duur Y 100(€ 10) voor ons twee, maar de wachttijd was heel lang. Net op het punt dat we wilden vertrekken zonder te eten, kwam één van de diensters met twee borden op ons af, oef, het was gelukt. Nu haastten we ons, want onze twee compagnons zaten in het restaurant op ons te wachten. Eens de rekening betaald, lieten we ons naar het hotel voeren en doken onder het dekbed en we konden eindelijk eens genieten van een eerste zachte matras. Het was een echte zaligheid.
Het werd een prachtige dag. De zon scheen overvloedig.
Zondag 04/10 Shigatse en omgeving
We hadden gisteren met de gids afgesproken om vandaag te vertrekken om 9u naar het Tashilhunpo klooster. Wij waren present en wachtten in de lobby van het hotel. Rond 9.15u dook plots de chauffeur alleen op. We vroegen in gebarentaal waar de gids bleef en hij deed teken dat hij hoofdpijn had en zich niet al te best voelde. Als je dan weet dat we ons niet alleen mogen vertonen op een plek zoals dit klooster, dan wordt het nogal gortig. Er komt dan nog bij dat we voor de diensten van een gids betaald hebben en we stonden erop dat hij zou meegaan. De chauffeur is naar de kamer teruggegaan en heeft de gids opgetrommeld, die tegen 9.45u eindelijk opdook. Zijn adem was één alcoholgeur, hij had de avond voordien waarschijnlijk te diep in het glas gekeken, maar dat was niet ons probleem. Zijn humeur was alles behalve goed en je zag duidelijk dat het niet naar zijn zin was ons te vergezellen. Aan het klooster gekomen, liep hij meestal enkele meters voor ons uit en van uitleg of hulp was geen spraak. We hebben onder mekaar dan ook beslist, dat zijn fooi in verhouding tot zijn diensten zou staan. Het is uiteindelijk gelukt het klooster te bezoeken met of zonder zijn hulp.
Het Tashilhunpo klooster werd gebouwd in 1447. Het bevindt zich aan de voet van de Drolmari heuvel ten westen van Shigatse. Het klooster is de traditionele zetel van de Panchen Lama, de tweede linie binnen de Gelugschool van het Tibetaans boeddhisme en één van de grootste kloosters van Tibet. Er leven nog een 800-tal monniken. Er zijn 10 Panchen Lama’s geweest. De 11e incarnatie Gedhun Choekyi Nyima, een zesjarige jongen uit Amdo, werd in 1995 door de Dalai Lama aangewezen. De Chinezen waren echter niet akkoord met deze keuze en stelden zelf een kandidaat voor, een zoon van een lid van de Communistische Partij. Beijing heeft er immers alle belang bij controle te hebben over de opvoeding van de Panchen Lama, omdat hij een belangrijke rol speelt in het vinden van de reïncarnatie van de volgende Dalai Lama. Ondertussen wordt Gedhun ergens in China onder huisarrest gehouden en is daardoor de jongste politieke gevangene ter wereld. Het klooster is te bereiken via drie steile trappen. De linker trap is voor het binnengaan van de tempel, de middelste voor de Panchen Lama en de Dalai Lama en de rechter trap is voor het verlaten van de tempel. In de Jampa kapel staat een reusachtig beeld van de Maitreya van 26 m hoog, dat de 9e Panchen Lama in 1915 liet maken. Voor dit beeld werd 279 kg goud gebruikt
Het Tashilunpo klooster bezoeken met een rolstoel is geen lachertje en lukt niet zonder de hulp van enkele bereidwillige en hulpvaardige personen. Die vonden we gelukkig bij elke hindernis zoals trappen en overstappen. Van beiden zijn er meer dan genoeg in het complex. Eens op het hoogste niveau lukt het min of meer met wat hulp. Aan de Assembly Hall is het aanschuiven in smalle gangen en dit lukte voor mij niet. Ik ben buiten op Marie-Claire blijven wachten. Vanaf dit punt gaat het constant bergaf over heel onregelmatige treden en via een pad met hobbelige kasseien. Onze gids had hier reeds afscheid van ons genomen. Volgens hem was het kinderspel om beneden en buiten te geraken, maar zonder de hulp van een zestal vriendelijke jonge meisjes zou ik nooit bij de uitgang geraakt zijn. Om 12.30u stonden we terug buiten de poort van het klooster, namen een foto van de jeugd samen met mij en stapten terug naar het hotel. De toegang tot Tashilunpo bedraagt Y 55 p/p(€ 5,50), senioren en mindervaliden en hun begeleider gratis en dit zonder het te moeten vragen. Het nemen van foto’s kost tot Y 125(€ 12,50) en voor een filmcamera Y 180(€ 18) gevraagd in de verschillende kapellen en er wordt nauwlettend toegezien of je het niet stiekem doet. Op de terugweg namen we onze lunch in het restaurant Third Eye niet ver van Tashilunpo. Voor 2 x Russische salade, 1 Lhasa bier en 1 mineraal water betaalden we Y 66(€ 6,60). Het restaurant is een verzamelplaats voor veel backpackers. Het is er goed en gezellig tafelen, maar de tafels zijn vrij moeilijk voor een rolstoelgebruiker.
Om 15u vertrokken we met gids en chauffeur naar het Zomerpaleis, maar stonden er voor een gesloten hek. Het paleis moet kunnen bezocht worden, maar onze gids was niet op de hoogte van de openingsuren. Van een goede gids gesproken. We lieten ons dan maar naar de Tibetaanse wijk brengen en deden er de plaatselijke markt aan en de vele winkels die er rond liggen. We kwamen zo ook voorbij een groot politiekantoor met het opschrift “Public Service Bureau” en vermits wij de gids in zijn uitspraken over bepaalde kloosters en het Basis Camp van de Mount Everest niet meer vertrouwden, porde ik Marie-Claire aan om hier eens poolshoogte te nemen. Geen enkele aanwezige verstond ons, maar één iemand vatte het plan op om een Engels sprekend persoon op te roepen. Na enkele minuten stapte een dame uit een klein minibusje en zij vroeg in keurig Engels wat ons probleem was en of zij ons kon verder helpen. Wij legden haar uit dat we de gids niet meer vertrouwden en vroegen haar of zij wist of het Basis Camp open was. Ze bevestigde de opening ervan en vroeg of ze de nodige permits kon zien. Die hadden wij natuurlijk niet, de gids draagt ze steeds bij zich. Daarop wilde zij onze paspoorten zien en een kopie was niet voldoende. De originele exemplaren lagen in het hotel en zij stelde voor er ons naartoe te brengen. Op die manier kon zij de gids onder vier ogen spreken. We hebben haar uitdrukkelijk gevraagd de gids niet te zeggen dat we achter zijn rug inlichtingen genomen hadden en zij verstond blijkbaar de situatie. We hebben later van de gids vernomen dat hij alle permits had moeten tonen en hij geloofde onze uitleg over de PSB. Voor het avondmaal kozen we terug voor het Songtsen Tibetan restaurant. Nu waren we er veel vroeger dan gisteren, er was omzeggens niemand en we werden vlug bediend. Voor twee pizza’s, 1 Lhasa bier en 1 Cola betaalden we Y 84(€ 8,40).
We startten onder een bewolkte hemel, maar die werd later staalblauw en was de zon van de partij.
Maandag 05/10 Shigatse - Shegar(4.315 m) 222 km
Om 9u werd het startsein gegeven en lieten we Shigatse achter ons, om af te stevenen op Shegar. Op de top van de Tropu-la pas(4.500 m) krijg je een prachtig panorama over de omliggende bergen, maar sneeuw was er niet te bespeuren. De eerste stop na deze bergpas was bij het Sakya klooster. Het klooster is de zetel van de Sakyaschool en werd gesticht in 1073 door, een Nyingma monnik uit een machtige notabelenfamilie uit U-Tsang. Zijn machtige abten regeerden over Tibet gedurende de hele 13e eeuw, totdat ze verdrongen werden door de nieuwe Gelugschool. Het was toen het wereldlijke en religieuze centrum van Tibet. De Mongoolse architectuur wijkt af van de andere tempels in Lhasa en in de Yarlungvallei. Het klooster bevat sommige van de mooist bewaard gebleven kunst van Tibet, dat de Culturele revolutie overleefd heeft. De gompa bestrijkt een oppervlakte van 18.000 m², terwijl de grote hal alleen al 6.000 m² groot is. In 2003 werd in het klooster een grote bibliotheek ontdekt met 84.000 boekrollen, die verborgen lagen in een muur van 60 m lang en 10 m hoog. Leiders van de Sakyaschool zijn in de regel getrouwd en hebben kinderen. Er leven +/- 200 monniken.
Het Sakya klooster is een ware mastodont met heel hoge muren. Het lijkt wel een versterkte burcht. Het complex is prachtig en zo goed als vlak. Bij de verschillende kapellen ontbreken de onontbeerlijke treden en overstappen niet. Vooral de grote Assembly Hall is prachtig. De binnenkoeren zijn goed geplaveid, zodat rijden met een rolstoel vrij gemakkelijk is. De toegang bedraagt Y 45 p/p(€ 4,50), senioren en mindervaliden gratis na aanvraag en mits het voorleggen van een kaart. In iedere zaal of kapel wordt Y 25(€ 2,50) gevraagd voor het nemen van foto’s. De kapellen in het klooster werden rond 13u afgesloten. Er is dan nog mogelijkheid de inner kora rond het complex te lopen en je kan op een groot gedeelte van het complex naar boven op het dak en er genieten van een mooi panorama. Het Sakya klooster bereik je niet zonder grondige controle. De chauffeur en de gids werden aan de checkpoint voor Sakya zelfs getest op de Mexicaanse griep. Voor ons hoefde dit blijkbaar niet, over enkele dagen verlaten wij toch het land. Wij zijn aan het bezoek begonnen om 10.45u en om 14u stonden wij terug aan de wagen. In Lhatse werd bij een klein restaurantje gestopt voor de lunch. Voor 1 maal gebakken groenten betaalden we Y 45(€ 4,50), veel teveel voor wat we in de kom en op ons bord kregen.
Het traject van Lhatse naar Shegar loopt door een desolate streek. In dit gebied is enkel een smalle strook langs de rivier nog enigszins vruchtbaar. Wat wil je, we zaten dan ook op hoogten van minstens 4.000 m en daar wordt begroeiing erg schaars. Bij de beklimming van de Gyatse-la pas(5.220 m) was het niet anders. Je hebt er prachtige vergezichten en met wat geluk ontwaar je de top van de Mount Everest. Hier is de toegang tot het Qomolangma Nature Preserve. Het omvat een groot gebied langs de noordelijke hellingen van de hoogst gelegen berg ter wereld, de Mount Everest. Dit internationaal belangrijk beschermd gebied werd officieel opgericht in 1989, met als doel het unieke, natuurlijke en culturele erfgoed van het ecosysteem van de Everest te bewaren. Het gebied wordt aangekondigd met een spandoek, omgeven door talloze gebedsvlaggen op de top van de laatste pas. Bij aankomst in Shegar stopte de chauffeur bij het bureel voor de aankoop van de toegangsbewijzen voor het Nationaal Park voor morgenvroeg. Om 17.45u konden we inchecken in het Qomolangma Hotel in Shegar. De zon begon zich stilaan achter de bergruggen te verstoppen en daardoor werd het er vrij fris, om niet te zeggen koud en alle ramen en deuren in het hotel stonden op mekaar open. Wij vonden het koud, maar de mensen van hier zijn dit klimaat gewoon en duffelen zich goed in bij valavond en ’s morgens. Gedurende de dag valt de temperatuur best mee, maar er blaast altijd een snerpende wind. Het logies is echt uitgeleefd, maar was volgens het reisbureau het beste voorhanden. Het avondeten hebben we noodgedwongen in het hotel genomen, want een ander alternatief was er niet. Je kon er kiezen tussen een maaltijd in buffetvorm aan Y 45 p/p, zes schotels met Tibetaanse gerechten, of à la carte. Wij kozen voor het laatste en bestelden na het eten ons ontbijt voor morgenvroeg 6.30u. We doken daarna vlug onder het dekbed, want het zou een korte nacht worden.
Bij de start was het zwaar bewolkt, maar rond 10.30u zagen we een staalblauwe hemel, de zon en enkele witte wolkjes.
Dinsdag 06/10 Shegar - Base Camp Mount Everest - Shegar
Klokslag 6u liep de wekker af en was het tijd om ons klaar te maken voor de lang verwachte tocht naar het Basis Kamp van de Mount Everest. Het ontbijt liet niet lang op zich wachten, maar stelde niet veel voor. Enkele beenharde toasten, een veel te vettig gebakken roerei en een kop koffie of thee was alles wat we voorgeschoteld kregen. In een hoek tegen de deur van de keuken zat een heerschap goed ingeduffeld in een zware anorak met kap en een dikke wollen muts op het hoofd. Als we eens heel goed keken, bleek het onze gids te zijn, maar om hem in dit pak te herkennen was geen kinderspel. Wij hadden onze dikke vesten mee en zouden deze wel aandoen bij het buitengaan maar niet in het restaurant, het is moeilijk en het eet niet smakelijk. Om 7u was iedereen paraat en konden we aan de lange rit van +/- 3u beginnen. De eerste kilometers werden in het donker afgelegd en dat was het ook nog bij de eerste checkpoint. Het was hier nog ijzig koud en er blies een snerpende wind. De gids ging met zijn tas het bureel in en kwam haast onmiddellijk terug buiten. Hij legde zijn tas in de wagen, nam er de toegangsbewijzen en de permits uit en ging terug de lege wachtzaal in. Een nieuwe regel is:tassen of rugzakken worden uit het bureel geweerd. Hij was van die maatregel niet op de hoogte, de Chinese overheid verandert de regels regelmatig. Naarmate we verder reden, klaarde de hemel op en tussen de nevelslierten ontwaarden we de hoogste besneeuwde bergpieken op aarde. De Mount Everest toonde zich enkele keren, tenminste het topje ervan. Naarmate de zon haar werk deed, werd het landschap en het uitzicht mooier om niet te zeggen adembenemend mooi en na iedere bocht krijg je een ander panorama voorgeschoteld. Fotostops werden massaal ingelast om de prachtige zichten vast te leggen, zodat we ze nooit zouden vergeten.
Na enkele checkpoints, waarvoor je je paspoort zeker moet bij hebben - een kopie volstaat niet - bereikten we rond de klok van 10.15u het tentenkamp enkele kilometers voorbij het Rongbuk klooster. Hier is een grote parking aangelegd met brute keien. Hier en daar is er een simpel winkeltje en 1 restaurant, waar men een Tibetaanse maaltijd kan krijgen. Rondom de parking staan tenten opgesteld voor toeristen, waar je kunt overnachten. Met de wagen mag je niet verder. Jarenlang werd de resterende afstand met paard en kar overbrugd, nu rijden er op regelmatige tijdstippen minibusjes tussen de parking en het basiskamp. De bus doet er ongeveer 10 min. over. Wanneer je goed te been bent, over voldoende conditie en adem beschikt en tijd hebt, kan je deze afstand ook te voet afleggen. Je vertrekt op +/- 5.000 m en gaat tot op 5.200 m acht kilometer verder, waar een slagboom je tegenhoudt. Oogluikend wordt er door de bewakers op toegezien dat bijna iedereen de slagboom negeert en enkele tientallen meter verder gaat. Op die manier kan je er een heuveltje beklimmen, vanwaar je, bij helder weer, de Mount Everest in zijn volle glorie ziet liggen. Ik ben natuurlijk niet op de heuvel geweest, die eer heb ik aan Marie-Claire gelaten. Veel heeft ze van de bergreus niet gezien, want hij was in een dikke wolk gehuld. Het eigenlijke basiskamp ligt van hieruit nog 80 km verder.
Dit gebied is van een uitzonderlijke schoonheid, kaal en woest en met een beetje geluk kan je van op deze plek de hoogste berg op aarde aanschouwen.
We hebben veel yuans neergeteld voor deze tocht en het werd omzeggens een maat voor niets. Je moet gewoon geluk hebben met het weer en dat is moeilijk te voorspellen.
Het toegangsbewijs voor het basiskamp kost Y 180 p/p(€ 18), daarbij komt Y 400(€ 40) voor de wagen en voor de verplichte gids is het nog eens Y 180(€ 18), wat van deze uitstap een dure aangelegenheid maakt. De busrit van de parking tot het basiskamp kost Y 25 p/p(€ 2,50) en wanneer je een retour boekt, betaal je Y 45 p/p(€ 4,50).
Op de terugweg werd gestopt bij het kleine Rongbuk klooster. Het klooster ligt op 4.980 m en is daarmee het hoogst gelegen klooster ter wereld. Je kunt in het klooster overnachten, maar dit is heel basic. Voordeel hiervan is dat je ’s morgens geen uren onderweg bent om bij het basiskamp te komen. Tegenover het klooster is er ook mogelijkheid tot kamperen in kleine tentjes, dan is een dikke slaapzak onontbeerlijk. Marie-Claire is hier alleen binnen geweest. Het is bijna niet te doen om er met een rolstoel naartoe te gaan, laat staan het te bezoeken. Er zijn veel treden en de weg die er naartoe leidt, is vrij steil en is los zand met hier en daar keien. Op de terugweg naar Shegar konden we nu meer genieten van de mooie natuur dan bij het opkomen, toen was onze tijd beperkt. Tegen 18u waren we terug in het hotel, moe en half voldaan door het minder goede weer. Voor ons avondmaal betaalden wij nu maar Y 40(€ 4) voor ons twee.
In de vroege morgenuren was het nog nevelig. Bij het krieken van de dag staken de bergreuzen zo goed als allen boven de wolken uit. Bij aankomst aan het basiskamp van de Mount Everest scheen de zon volop, maar het dak van de wereld hulde zich in dikke wolken.
Woensdag 07/10 Shegar - Shigatse
Om 9u verlieten wij het hotel, maar Shegar nog niet. Onze gids wou ons een splinternieuw logies tonen. Gisteravond was hij op verkenning gegaan en dit logement ontdekt. Het Shegar Baber Hotel is volledig vlak en de kamers zijn veel beter en groter dan in het Qomo-langma Hotel. Het is ook veel minder basic en heeft evengoed een restaurant en met een Engelstalige spijskaart. Het is goed om weten voor een volgende keer en voor reizigers die na ons deze regionen bezoeken. De prijs van een dubbele kamer hebben we niet kunnen achterhalen, maar het is zeker niet duurder dan het Qomolangma Hotel. Na inspectie van de kamers hebben we dit deel van Tibet vaarwel gezegd en koers gezet naar Shigatse. Omstreeks 11u stopten we in Lhatse bij een klein klooster. Het ligt op 4.010 m en heeft maar 1 kapel. Ik ben in de wagen gebleven, terwijl Marie-Claire met de gids de rondleiding deed. Het was moeilijk te doen vanwege de treden en het slechte pad. Even verder volgde de tweede stop van vandaag aan het Lhatse Chöde klooster. De chauffeur is met de wagen de binnenkoer van het klooster opgereden en vanuit de wagen kon ik de monniken gadeslaan in hun dagelijkse bezigheden. Marie-Claire moest er weer alleen op uit trekken met de gids. Het klooster is wel vlak, maar de paden liggen er erbarmelijk slecht. Je moet door mul zand dat met ronde keien is bezaaid. Het klooster ligt op 4.000 m en er leven en werken een 80-tal monniken. De toegang bedraagt Y 20 p/p(€ 2).
Bij het verlaten van dit klooster hoopten wij naar het Phuntoling klooster te kunnen. Onze gids had over dit klooster reeds enkele keren moeilijk gedaan en hij beweerde er geen permit voor te bezitten. Wij kennen natuurlijk de weg niet, maar we volgden geruime tijd(+/- 60 km) een goed lopende piste langs de schrale oevers van de Brahmaputra. Plots keken we uit op een klooster tegen een hoge zandduin en ja, het was Phuntoling. We zijn er
geraakt zonder checkpoints tegen te komen. De overheid zal het hier momenteel veilig genoeg achten om geen controle uit te oefenen op het traject naar dit afgelegen oord. Hoe het in de toekomst zal zijn, is een ander paar mouwen. Zoiets kan je niet voorspellen. Boven het klooster staan, op de top van de heuvel, de ruïnes van een Dzong. Het is een vrij groot maar moeilijk complex door de slechte paden met grote keien en een massa treden. Ik heb mij tot op de kleine binnenkoer laten voeren, die klus was al zwaar genoeg, want om er te komen moet je een 25-tal treden overwinnen. De aanwezige monniken hielpen bij deze karwei. Het klooster behoort tot de Kagyu orde en er leven een 40-tal monniken. De toegang bedraagt hier Y 35 p/p(€ 3,50), senioren en mindervaliden gratis. Het klooster is niet zo speciaal maar wel zijn ligging en de weg er naartoe. Vanaf de ingang heb je een mooi zicht over de vallei. Bij het verlaten van het complex reed de chauffeur naar het restaurant van het klooster. Zij wilden er hun lunch nemen, maar wij hebben ervoor bedankt, want het oogde niet al te proper en we vertrouwden de zaak niet.
De route naar Shigatse liep verder langs de boorden van de Brahmaputra, die we nog een 100 km volgden. Op 38 km van Shigatse stuitten we toch nog op een politiecontrole, de eerste van vandaag. Alles was dik in orde en we mochten doorrijden. Na intrek in hetzelfde hotel, het Zong Lang Hotel, vroegen we chauffeur en gids mee naar het Songtsen Tibetan restaurant. Het was tenslotte de laatste avond samen en dan mag dit wel. Het personeel van het restaurant herkende ons nog en we werden vlug bediend. We betaalden er Y 162(€ 16,20) voor ons vieren.
Bij aanvang van de rit was het zwaar bewolkt en van zon was er geen sprake. Van 15u tot 16.30u kregen we lichte regen en werd het koud in Shigatse.
Donderdag 08/10 Shigatse - Lhasa
Om klokslag 9u vatten we, onder een dik grijs wolkendek, de terugtocht naar Lhasa aan. Voor we Shigatse definitief vaarwel zegden, wou de chauffeur nog even bijtanken. Dat ging niet zomaar, want het benzinestation stond afgezet met wit-rode linten en door zwaar bewapende militairen bewaakt. Marie-Claire en de gids moesten uitstappen en buiten het station op ons wachten. Waar deze maatregel nu weer goed voor was, God of Boeddha mag het weten. Wij snapten er in ieder geval geen snars van. Even buiten Shigatse was het weer zover. Stoppen, alle papieren tonen aan de ijverige overheidsbeambten en een ticketje in ontvangst nemen voor het controleren van de snelheid. De chauffeur zette zijn weg gewoon verder, tot hij op een bepaald ogenblik zijn voertuig aan de kant zette, om er doodgewoon en rustig zijn tijd af te wachten. Veel chauffeurs voor en achter hem deden hetzelfde. Dit is zand strooien in de ogen van de gezagsvoerders en de tijdslimiet omzeilen. Wanneer er voldoende tijd verlopen was om veilig bij de volgende checkpoint te komen, startte hij zijn wagen en weg waren wij. We zijn de Brahmaputra blijven volgen tot in Lhasa. Veel fotostops hebben we op deze rit niet ingelast, de lucht varieerde van licht naar heel donkergrijs en het leek erop dat het elke moment zou gaan sneeuwen en dan is het nemen van foto’s minder interessant.
In Lhasa kwamen we aan rond 15.15u en hier was de zon van de partij. In het Tibet Gorkha Hotel wachtte de jonge Chinese agent van het reisbureau ons op voor de laatste regelingen met nogmaals veranderingen zoals onze vlucht van Lhasa naar Chengdu. Die was gepland en naar onze mening ook geboekt, om 10.45u met aankomst in Chengdu om 12.40u de dag erna. Op een klein papiertje stond de gewijzigde uurregeling: vertrek 16.40u!!! met aankomst om 18.35u. De nog geplande bezoeken in Chengdu zouden bijgevolg in het water vallen. We waren helemaal niet akkoord met de nieuwe uurregeling en hij herpakte zich en zei dat hij zijn uiterste best ging doen om ons een vroegere vlucht te bezorgen. Hij zou het deze avond laten weten aan de receptie van het hotel. Hierna nam hij afscheid en vertrok. Marie-Claire ging bij de receptie vragen op welke manier we klacht konden neerleggen tegen het reisbureau. Voor ons was de maat meer dan vol. De vriendelijke dame achter de balie heeft daarop contact opgenomen met de nodige instanties. Na een half uur stapte er een delegatie af van een achttal personen, waaronder het hoofd van de TTB(Tibet Tourism Bureau) , de PSB(Public Security Bureau) en de chef van het overkoepelend orgaan van de reisbureaus. Het waren allen Chinezen en slechts twee personen hiervan spraken Engels. Er werd ons gevraagd welke problemen we hadden met het reisbureau en de opsomming begon: We zijn in Chengdu vertrokken met een wagen zonder licentie voor toeristentransport, de permits waren soms niet in orde zodat we regelmatig het kantoor in Chengdu moesten contacteren om die in regel te krijgen. De chef van het overkoepelend orgaan van reisbureaus in Lhasa tilde zwaar aan het feit dat China Yak, of zoals zij in Lhasa heten China Holidays, het logo van de C.I.T.S. gebruiken op hun website. Het reisbureau in Lhasa was hem zelfs onbekend. We hebben van hen wel vernomen, dat we geen woekerprijs hebben betaald voor de trip en dit milderde ons ongenoegen. Als compensatie voor het geleden ongemak en voor het niet kunnen bezoeken van het Samye klooster stelden zij een schadevergoeding voor van Y 1.000(€ 100), bedrag dat de agent ons voor ons vertrek naar de luchthaven zou moeten betalen. Als klap op de vuurpijl moest de jonge agent, hij was amper twee maanden in Lhasa werkzaam, zich tegenover ons en in het bijzijn van de ganse delegatie, verontschuldigen en vergiffenis aan ons vragen voor de fouten en tekortkomingen van het reisbureau. Deze beide zaken zijn heel vernederend voor een Chinees.
Wanneer de hele rompslomp achter de rug was, lieten we een zucht van verluchting, dankten de dame achter de balie en vertrokken naar het Snowland restaurant over het Barkhorplein. Vorige keren was het eten er zeer lekker en verzorgd en waarom zouden we dan een andere locatie opzoeken. Bij terugkomst in het hotel vroegen we of de reisagent reeds een bericht had achtergelaten. Het bleek zo niet te zijn en daarmee stonden we even ver als deze middag. Iets na 21u werd op de deur geklopt en meldde men ons het goede nieuws, dat we toch een ochtendvlucht konden hebben. De vlucht die we nu aangeboden kregen zou om 11u vertrekken. Daardoor moesten we het hotel reeds verlaten om 8u. De chauffeur en de gids werden er ook van verwittigd. Nu kwam het er op aan snel te beginnen pakken, morgenvroeg restte daar nog weinig tijd voor.
We zijn vertrokken met zware bewolking en later zelfs lichte regen. Dit was een goede voorbereiding op de terugkeer in België. In Lhasa scheen de zon volop in de namiddag.
Vrijdag 09/10 Lhasa - Chengdu
Om 8u stonden wij paraat en was de auto geladen voor vertrek naar de luchthaven. Het enige waar we nog op wachtten, was de reisagent met zijn Y 1.000(€ 100). Rond 8.15u kwam hij er eindelijk door. Hij had het geld deze morgen nog uit de muur moeten halen. Waarschijnlijk zit de firma krap bij kas. Het natellen was zo gebeurd en we konden vertrekken, maar niet zonder eerst een witte sjaal te moeten in ontvangst nemen van het hotelpersoneel als afscheid. De Tibetanen zijn toch zo’n heel lieve mensen. Zij hebben ons uitdrukkelijk gevraagd om a.u.b. niet uit Tibet weg te blijven, ze hebben de toeristen zo brood nodig. Van een meisje achter de balie ontvingen wij een soort talisman, die zij nog van haar moeder gekregen had en van de chauffeur een koperen penning als aandenken. Dit laatste zal thuis de meegebrachte gebedsmolen sieren. Als laatste afscheid schonk de chauffeur ons op de parking van de luchthaven ook nog een witte sjaal. De gids deed of zijn neus bloedde.
Bij het inchecken maakten de baliebedienden weer eens problemen over de rolstoel. Ik moest kost wat kost overstappen in een aftands exemplaar van de luchthaven en de mijne gewoon inchecken. Als ik daaraan toegeef, rest er van mijn rolstoel misschien niet veel goeds meer. Ten langen laatste en na een over en weer gepraat van 20 minuten, waren ze plots akkoord en konden we naar de gate. Het werd nu wachten op het teken om in te stappen. Op het scherm in de vertrekhal merkten we onze vlucht niet, na een poos verscheen die toch op de tabel, we zouden met vertraging vertrekken. De reden hebben we later kunnen achterhalen. Het toestel kon in Chengdu niet opstijgen door de dichte mist. Om 12.20u was het zover en gaf de piloot het startsein, om in Chengdu te landen om 14.05u. We konden de luchthaven verlaten, na het ophalen van de bagage, om 14.30u en we waren in het Wenjun Mansion Hotel om 15.10u.
Na intrek in het hotel en het deponeren van onze spullen op de kamer, charterden we een taxi om ons naar de Wenshu Tempel of de Tempel van de God der Wijsheid te voeren. De taximeter gaf Y 12(€ 1,20) aan.. De tempel is gelegen op nr. 15 van de Wenshu Yuan Street en is de best bewaarde Boeddhistische tempel van Chengdu. Het is de thuishaven van de Boeddhistische Associatie in de provincie Sichuan en in Chengdu. Culturele relikwieën zijn de highlights van het Wenshu klooster. Sinds de Tang en Song dynastie zijn hier meer dan 500 schilderijen en kaligrafieën opgeslagen. In het Sutra-Preservation paviljoen worden veel vermaarde handschriften, schilderijen en kunstwerken gerestaureerd. Een andere schat is het jade Boeddhabeeld, door Xing Lin van Myanmar naar China gebracht in 1922, een Boeddhistische monnik die het ganse traject te voet aflegde. In totaal staan er ongeveer driehonderd Boeddhabeelden in het klooster in ijzer, brons, steen, hout en jade, sommige zijn glorieus geschilderd. Het ganse complex is vrij groot en voor het merendeel vlak, op de toegangen naar de verschillende tempels na, waar een drietal treden en een hoge overstap een hindernis vormen. De aanwezige monniken waren verre van vriendelijk en ook niet hulpvaardig. Er wordt een toegang van Y 5(€ 0,50) p/p gevraagd en dat geldt voor iedereen. Via de tuinen kom je bij het grote theehuis, waar regelmatige optredens van artiesten plaatsvinden. We verlieten het complex via een zijuitgang en daardoor moesten we geen treden meer passeren, deze in- of uitgang is ook de enige mogelijkheid voor wagens om in het complex te komen.
Eens buiten het domein trachtten we een taxi te vinden om ons naar de alom bekende Jinli Street te voeren. Zonder de hulp van een vriendelijke en behulpzame Chinese dame waren we er nooit in geslaagd, want hoeveel moeite we ook deden, stoppen deed geen enkele taxi. De taximeter liep op tot Y 16(€ 1,60) toen we bij deze gezellige straat aankwamen. Het was niet stikdonker en de felgekleurde lampionnetjes waren nog niet allemaal ontstoken, maar naarmate we in de straatjes verdwaalden, werden ze hoe langer hoe feeërieker. Je vindt er winkels en stalletjes met allerhande ambachtelijke producten. Je zou er blijven rondlopen en zelfs verdwalen in de wirwar van de vele smalle straatjes. Aan restaurants is er geen gebrek en op een bepaalde plek staan eetstalletjes ingeplant, waar je meeneem voedsel kan kopen, zoals bij ons een frituur. Zelfs wanneer je geen honger hebt, nodigen die vele eetstalletjes uit tot een proefje, wat we ook deden en er zijn zelfs enkele tafels voorzien om je gekochte maaltijd en drankje op je gemak te consumeren. Wat ons hier vooral opviel was, dat er geen afval of etensresten tegen de grond lag. Alle resten worden netjes in de daarvoor voorziene vuilnisbakken gedeponeerd. De Chinezen gaan stilletjes aan de goede weg aan het op. We verlieten deze gezellige buurt met spijt in het hart, maar schone liedjes duren nu eenmaal niet lang. Aan de ingang van Jinli Street hielden we een taxi staande om ons naar het hotel te voeren, de taximeter kwam op Y 10(€ 1) te staan. We maakten de bagage voor morgen klaar en doken onder het dekbed.
De rit vanuit Lhasa naar de luchthaven ging door onder een staalblauwe hemel en met een stralende zon. In Chengdu was het nog maar eens overtrokken en zelfs mistig of was het smog, maar dat is daar heel normaal.
Zaterdag 10/10 Chengdu - Amsterdam - Brussel
Omstreeks 9u werden we door een ingehuurde chauffeur van China Yak aan het hotel opgehaald, om ons naar de luchthaven van Chengdu te brengen, waar we reeds om 9.40u aankwamen. Het inchecken ging vlot, maar we kregen voor de lange vlucht weer eens niet de gewenste plaats toegewezen. Het waren weer eens zitjes tussen de vele anderen en dan lukt bij mij opstaan niet. Ik maak er mij nu al niet meer druk over. Het personeel in het toestel regelt het meestal op een goede manier. Als rolstoelgebruiker ga je meestal als eerste in het vliegtuig, zeker bij Europese maatschappijen, behalve misschien bij Iberia die altijd moeilijk doen. Het was nu niet anders. Marie-Claire is als allereerste poolshoogte gaan nemen van wat kon of niet en één van de hostessen vroeg om even te wachten om plaats te nemen. Zij dacht dat ze voor ons wel iets zou kunnen regelen. Wanneer zoiets tegen ons gezegd wordt, weten wij wat er bedoeld wordt. De regeling was vlug getroffen, we kregen een plaats toegewezen in business class. Hier zaten we heel comfortabel en bij eventueel toilet bezoek werd ik met een smal rolstoeltje vervoerd. Dit is de uitstekende service van KLM en ik kan eenieder aanraden met deze maatschappij te vliegen als de mogelijkheid zich voordoet en de prijs niet te veel de pan uitswingt. We zaten er heel rustig, want in het compartiment van 16 zitjes waren wij de enige passagiers. De service van business werd ons niet aangeboden, maar je kan niet alles willen. De purser en één van de piloten zijn zelfs nog een babbeltje komen slaan tijdens de vlucht. Onderweg konden wij, in liggende positie, een degelijk en deugddoend dutje doen, wat een zaligheid. We vertrokken in Chengdu met een vertraging van een kwartier om 11.50u, maar waren in Amsterdam om 16.30u net 5 minuten voor het voorziene uur.
De transfer op Schiphol verliep vlot, zoals we het van de Nederlanders gewoon zijn. Mijn plek op rij 6 was ook gewoon tussen de anderen, maar voor zo’n korte vlucht is dat geen probleem. Marie-Claire kwam bij het instappen tot de vaststelling dat op de eerste rij twee plaatsen vrij bleven, maar die waren voor andere personen voorzien. De purser aan boord, hij kon geen letter Nederlands, dacht dat KLM van hem zelf was en stond erop dat we op rij 6 plaatsnamen. Om 17.40u gingen we de lucht in en om 18u landden we veilig en wel in Brussel Nationaal na een min of meer geslaagde trip in China en Tibet, waarop we heel veel problemen kenden en moesten oplossen. Na het ophalen van de bagage, ze was er, konden we met een assistent naar de aankomsthal. Daar stond onze chauffeur ons op te wachten. Er werd vlug ingeladen en we konden naar huis.
We zegden de grijze lucht van Chengdu vaarwel, om later op de dag in Amsterdam te landen met druilerig weer. In Brussel was het grijs maar droog.
Oost west, thuis best
Slotconclusie
De overland route is een echte aanrader voor wie nog een stukje authentiek Tibet wil zien. Tibet is momenteel geen te gemakkelijke bestemming. Je gaat van checkpoint naar checkpoint zonder op voorhand te weten wat je kan bezoeken of niet, zelfs met de nodige permits in de hand. Ondanks dit alles blijft het de moeite dit uitzonderlijk landschappelijke en mystieke land te bezoeken. De uiterst vriendelijke Tibetanen smeken ons om niet uit hun land weg te blijven. Zij hebben onze steun broodnodig.