De zon achter de wolken in Belgrado (Servië)

Het cultureel centrum is herkenbaar aan de muurschildering van een potvis achter een reuzegrote pleister (vraag niet waarom).

 

Geschreven door Pieter - Vijf jaar na ons vorige bezoek wilden we nog eens naar de Servische hoofdstad Belgrado (Beograd). We kozen voor een vijfdaags bezoek, van 26 tot 30 juni 2015. Ons extra-lang weekend zou in het teken staan van twee bevriende families die daar wonen, maar we hoopten ook wat toeristisch interessante plaatsen te bezoeken.

Net voor ons vertrek lezen we een artikel van de bekende reisgids Lonely Planet. Daarin staat Belgrado te blinken in een lijstje met de 10 mooiste plaatsen van Europa. Onze verwachtingen zijn ineens hoog gespannen.

We vliegen met Lufthansa via München naar Belgrado. Overal verloopt de assistentie voorbeeldig. Ik krijg zelfs zonder te moeten vragen mijn eigen rolstoel voor de tussenstop in München.
Ongeveer vijf uur na ons vertrek in Brussel arriveren we in Belgrado. Vriendin Jelena heeft voor ons een taxi tot het hotel geregeld. Jammer genoeg moest ze zelf op het laatste moment beslissen om ons niet mee te komen ophalen. De chauffeur spreekt geen woord Engels, maar de internationale taal van handen en voeten kent hij heel goed. Het regent hard als we de stad inrijden, wat de grauwe eerste indruk van de stad alleen maar versterkt. Gelukkig is er voor de volgende dagen beter weer voorspeld.

Ons hotel (Belgrade City Hotel) ligt rechtover het centraal station van de Servische hoofdstad. Het stadscentrum bevindt zich op wandelafstand. We hebben voor een driesterrenhotel met lift gekozen, maar er wordt ons zelfs een viersterrenkwaliteit beloofd. 50 euro per nacht voor ons twee, ontbijt inbegrepen, lijkt ons dus een interessante prijs.
Bij aankomst zien we een mooi aangelegd hellend vlak aan een deur naast de hoofdingang. Die deur blijkt evenwel op slot, dus helpt onze taxichauffeur mij over de hoge trede van de hoofdingang. Aan de onthaalbalie worden we in het Engels begroet... Maar meteen daarna lijkt het mis te lopen. De bediende weet ons te vertellen dat we slechts voor een 'economy' kamer betaald hebben. En die kamers hebben geen lift. We begrijpen het niet goed: hoe kan de ene kamer wel een lift hebben en de andere niet? Ik krijg al wat argwaan: wil deze dame "de toeristen" eens goed extra laten betalen? In één adem meldt ze dat de ontbijtruimte enkel via een tiental treden bereikbaar is, maar "geen nood": er is roomservice (in gedachten zie ik de dollartekentjes in haar ogen al). Ze biedt vervolgens aan dat Karen eerst mee een kijkje in hun (duurdere) standaardkamer neemt, voordat we beslissen. Terwijl Karen naar de kamer gaat kijken, ontdek ik de prijslijst. De standaardkamer kost inderdaad 15 euro per nacht extra. Geen fortuin, maar ik hou me toch al klaar voor het moment dat dat 'klein detail' ter sprake zou komen.
Karen bevestigt dat de kamer voor mij te doen is. En kijk, de bediende meldt dat we helemaal niets moeten bijbetalen. "Jullie hebben de kamer al betaald," zegt ze. En dat is dat. We krijgen onze sleutel en een paswoord voor de gratis wifi.
Zonder bagage passen we met ons twee (ik in de rolstoel) net in het kleine liftje, maar we geraken boven. De kamer is zeker niet rolstoeltoegankelijk - dat hadden we ook niet gevraagd. Ik kan binnenshuis met mijn krukken rondlopen, en dat komt hier goed van pas. Voor de rest blijkt het een verrassend ruime en propere, pas gerenoveerde kamer. Ook voor nachtlawaai hoeven we niet te vrezen. Alles is goed geïsoleerd.
De hotelbar is enkel langs buiten bereikbaar, door de regen en alweer met een trapje. Maar geen nood, het wordt op zijn Servisch opgelost: er komt een kelner voor ons naar de lobby. Even later brengt hij, zonder meerprijs, onze drankjes. De toegang met hellend vlak gaat vanaf nu voor ons open: als we even naar de balie zwaaien, staat er direct iemand met de sleutel klaar. "Waarom moet die deur gesloten blijven?" vraagt Jelena als we erover vertellen. We moeten het antwoord schuldig blijven.
We besluiten onze eerste avond met een wandeling richting centrum. De afstand valt misschien wel mee, maar we ontdekken dat we een paar fameuze hellingen moeten overwinnen. Karen werkt aan haar fysiek en duwt mij met de rolstoel bergop en bergaf. Mijn opdracht is het ontraadselen van de straatnaambordjes in cyrillisch schrift. Elk zijn stiel.
Het valt ons op dat we nauwelijks iemand met een beperking tegenkomen. De voorbijgangers lijken ook niet gewoon om met een rolstoeler als ik om te gaan. Nochtans zijn de belangrijke straten in het centrum drempelloos. Ook de nieuwe tram is voorzien van een hellend vlak. Maar wij kiezen al vlugger eens voor een taxirit: een euro of drie om de hele stad te doorkruisen, daar kunnen we het eigenlijk niet voor laten.

Zaterdagochtend verken ik in het hotel de weg naar de ontbijtruimte. Die blijkt zeker niet makkelijk. We moeten langs een tiental treden, deels zonder leuning. Misschien de volgende dag toch eens die roomservice uitproberen. Jelena haalt ons op voor een etentje in de tuin van Madera, een restaurant aan de Sint-Marcuskerk (Crkva Svetog Marka). Het valt op dat we heel vriendelijk onthaald worden. Het is er groen en rustig, midden in het stadscentrum. Voor een hoofdschotel, drankjes en een verrukkelijk dessert betalen we, voor 4 personen, amper 50 euro in totaal. We zien ook dat je van alle gerechten een halve portie kan bestellen, een mogelijkheid waar veel 'locals' graag gebruik van maken.
's Avonds zouden we met onze andere Servische vrienden, Vesna en Igor, afspreken. Maar Vesna heeft een zonneslag opgelopen. Ze zal het rustig aan doen, om zondag weer op de been te zijn. We besluiten dan maar tot een geïmproviseerde wandeling langs de rivier Sava en ontdekken dat deze buurt sterk opgewaardeerd wordt. Heel wat oude loodsen en zelfs ruïnes dienen blijkbaar als tentoonstellingsruimte en aan de rivieroevers vinden we de ene trendy bar naast het andere hippe restaurant. We pikken er een terras uit en genieten van een schitterende zonsondergang op het water.

Zondag worden we opgehaald door Vesna en haar broer. Langs de weg zien we heel wat creatief beschilderde gevels. Het doet een beetje denken aan oostelijk Berlijn, tien jaar geleden. Vesna wil ons meenemen naar een leuk café, maar dat valt wat tegen omdat er verrassend veel adresjes op zondag gesloten blijken. Gelukkig hebben wij die ochtend een fijne plek ontdekt, vlakbij ons hotel. Mikser is tegelijk een cultureel centrum, een designwinkel en een taverne in een oude fabrieksruimte. Er is een drempelloze ingang, maar helaas geen toegankelijk toilet. We zijn tevreden met de kleine, maar gevarieerde menukaart, de vriendelijke prijzen en het ruime terras. 's Avonds vinden er blijkbaar dikwijls concerten plaats, maar dat hebben we zelf niet uitgetest.
Die avond zijn we bij de familie van Vesna te gast. Ze vertellen ons over de moeilijke leefsituatie van veel Serviërs. Een gemiddeld pensioen bedraagt amper 200 euro, het minimumloon slecht 100 euro. Door de band kun je zeggen dat de gemiddelde Belg 5 keer meer verdient dan de gemiddelde Serviër. De prijzen van veel dingen liggen ook wel lager, maar met hun loon blijft het heel moeilijk om rond te komen. Wij vonden het indrukwekkend hoe gastvrij en gul ze voor ons waren. Te gast bij deze mensen konden we niet veel meer dan dankbaar met hen meevieren. Iets anders zou onbeleefd zijn.

Maandag trekken we er opnieuw met Jelena op uit. Belgrado ligt aan de samenloop van de Donau en de Sava. Ook langs de Donau is het prettig wandelen. We bezoeken de tennisterreinen waar tot voor kort de Serbia Open wedstrijden plaatsvonden. Alles is hier eigendom van nationale trots en tennisheld Novak Djokovic en zijn familie. Jelena vertelt met plezier nog eens hoe haar opmerkingen over de rolstoeltoegankelijkheid persoonlijk door vader Djokovic ter harte genomen werden. Tennis Center Novak is inderdaad een plaats van internationaal niveau.
Snel terug naar het hotel, want daar wachten de broer en vader van Vesna weer op ons. Ze trakteren ons op een rit langs allerlei bezienswaardigheden. We bezoeken onder meer de Sveti Sava kerk, de tweede grootste orthodoxe kerk ter wereld (na die van Moskou). Tenminste, dat zal ze ooit worden, want ze is nog volop in opbouw. De eerste steen werd in 1985 gelegd, en er wordt verder gebouwd telkens als er geld is. Wie in Barcelona de Sagrada Familia van Gaudi kent, weet wat ik bedoel. Tegelijk met ons arriveert een andere rolstoeler. Hoewel zij voor haar werk bezig is met toegankelijk toerisme in Belgrado, blijkt dit haar eerste bezoek aan Sveti Sava. Ze ontdekt samen met ons de toegankelijke zij-ingang, langs een betonnen hellend vlak.

In de buurt ligt ook 'Het Vraagteken' (maar dan in het Servisch). Het zou het oudste nog bestaande café in de stad zijn. Volgens de legende kwam het café aan zijn naam omdat men zo gauw geen passende naam kon bedenken voor een drankgelegenheid op een steenworp van het paleis van de patriarch. We slagen er na enig aandringen zowaar in onze gastheer een koffie te trakteren. Nog groter is onze verbazing als aan een tafeltje verderop een West-Vlaams gezelschap blijkt te zitten. Ook uit andere landen lopen al opvallend meer toeristen in de stad rond, vergeleken met ons vorig bezoek.
De avond hebben we voor ons twee voorbehouden. We pikken een jazzconcertje mee en geven onze laatste dinars uit.

Dinsdagochtend checken we goed op tijd uit, zodat we nog even in de zon kunnen rondwandelen. Langs de straten zien we veel haveloze mannen. Vluchtelingen uit Syrië, wachtend op een doorsteek naar Europa.
De vader van Vesna brengt ons naar de luchthaven. Zowel Vesna als Jelena bellen nog om afscheid te nemen.

In de luchthaven botsen we op een paar bijzonder onvriendelijke medewerkers. Er wordt nauwelijks met ons gesproken en we worden om de haverklap ergens geparkeerd zonder enig overleg of uitleg. Slechts één mevrouw begrijpt dat we graag iets eten rond de middag en geeft ons een uurtje tijd om onze honger te stillen. Voor de rest voel ik mij meer een stuk bagage dan een passagier. Wat een contrast met het vriendelijk onthaal in Wenen, waar we een tussenstop maken!
Twee uur later zetten we voet op vaderlandse bodem. We zullen nog een tijdje nodig hebben om al onze indrukken en bedenkingen te verwerken.

Algemeen kwam Belgrado op ons over als een stad die zich met moeite losmaakt van haar grauwe verleden (en voor velen, realiteit). We merkten dat hier en daar creatieve geesten bezig zijn met de stad een nieuw gezicht te geven: jong, hip, internationaal. In die zin deed dit Belgrado ons denken aan Berlijn na de eenmaking. Hopelijk gaat deze beweging niet voorbij aan de gewone Serviër, die voorlopig weinig voordeel haalt uit de buitenlandse interesse.

Hellend vlak met leuning aan de voorkant van het hotel.

 

Muurschildering in de vorm van een diamant, met daarin de woorden "Shine" en "Diamond inside - dreamers unite".

 

Vlak en goed aangelegd wandelpad langs de oever van de Donau.

 

Hoe goed vond je dit reisverslag?: 
5
Gemiddeld: 4.3 (3 stemmen)