Van Melbourne, via Canberra naar Sydney (Australië)
Geschreven door Pieter - Hoe reis je in één ruk naar de andere kant van de wereld zonder al te veel last van jetlag? Vroeg in de ochtend aankomen blijkt een gouden tip. Het is 5 uur in de ochtend plaatselijke tijd wanneer we, met kleine oogjes, in Melbourne aankomen... Maar laat ons bij het begin beginnen.
Heenreis
Vanaf de check-in nemen de medewerkers van luchtvaartmaatschappij Emirates ons vriendelijk en professioneel onder hun hoede. We hebben voor ons vertrek nog tijd genoeg om wat (tax free) te shoppen. Enkel een selectie Belgische bieren die we wilden cadeau doen, moeten we laten staan. De douane in Australië laat nog steeds heel weinig invoer toe. Pralines zijn oké, als er niets aan de buitenkant op gestrooid is, maar bier blijft taboe.
Ook in het vliegtuig krijgen we een service van topkwaliteit. Een duizelingwekkende keuze aan films, muziek en spelletjes zorgen, samen met een onophoudelijke stoet aan hapjes en drankjes dat geen enkele passagier zich moet vervelen. Een mens moet al moeite doen om, de onvermijdelijke jetlag indachtig, voldoende te slapen.
Een vriendelijke verantwoordelijke heeft ons bij het vertrek overtuigd om mijn eigen rolstoel niet op te vragen tijdens de tussenlandingen (in Dubai en Kuala Lumpur), met het argument dat we zo geen risico lopen dat de rolstoel onderweg verloren zou raken. Dus is het met een luchthavenmodelletje dat ik opgehaald word in Dubai, na zes uur vliegen. We gaan niet naar de gewone transitruimte, maar worden naar de zogenaamde "wheelchair lounge" gebracht. De rolstoel mag ik niet bijhouden en ik moet mijn boarding pass afgeven. De "lounge" in kwestie blijkt een ondergrondse, tochtige en ronduit ontoegankelijke hall met één (gesloten) souvenirwinkeltje en verder echt niks. Daar zitten we dan, wachtend op onze verlossing, samen met nog enkele tientallen hulpbehoevenden. Dat wachten verloopt allesbehalve rustig, want continu loopt er personeel luidkeels de namen van hun klanten (of iets wat daar met veel goede wil op lijkt) door de zaal te roepen. Aangezien de medewerkers iedereen met assistentievraag hier onderbrengen, weten ze namelijk al snel niet meer wie waar naartoe moet. De toiletten bevinden zich op zo'n honderd meter wandelafstand, wat voor veel wachtenden veel te ver is. Ik bespaar je hier de pijnlijke details. Kortom, we beleven een vreselijke tijd in Dubai.
Daartegen is de korte stop in Kuala Lumpur een gezellige onderbreking. We ontmoeten een studente uit Melbourne die haar (januari-) zomervakantie in de Franse Alpen doorbracht en tijdens het skiën haar enkel brak... We leggen haar onze reisroute voor en krijgen enkele leuke tips voor onderweg.
Melbourne
Maar nu zijn we in Melbourne en de ochtendspits trekt zich stilaan op gang. "Je moet eens naar Hanging Rock gaan," oppert een medewerkster van de autoverhuurder. "Het is minder dan een uur rijden en een populaire wandel- en picknickplaats." Zo komt het dat we ons al rond zonsopgang in het natuurpark bevinden. De geur van eucalyptus en de steeds verrassende geluiden van de wilde papegaaien brengen ons meteen in de sfeer. Er lopen verschillende wandelpaden doorheen. Een opzichter bevestigt ons dat het basispad probleemloos rolstoeltoegankelijk zou zijn. We volgen het 'basis'traject, maar al na honderd meter botsen we op steile hellingen, boomwortels en andere obstakels. Als we dus meteen al terugkeren, kijkt hij niet eens op. De tien dollar toegangsprijs moeten we evengoed betalen.
Tegen de middag droppen we onze auto en bagage bij Tune hotel. Het is een gloednieuw en zeer toegankelijk budgethotel in het centrum van Melbourne. Zowel aan rolstoelers als aan blinde en slechtziende gasten is gedacht. Een ideale uitvalsbasis om de stad te ontdekken. Wat ook helpt: de (uiteraard rolstoeltoegankelijke) tram rijdt in het hele stadscentrum gratis rond.
Het is 10 jaar geleden dat we hier waren, dus genieten we met volle teugen van de Victoria Market versmarkt en de algemeen relaxte sfeer van deze grootstad. Echt gezien: slechts twee voorzichtige biepjes met de claxon gaven hier aan dat op het nippertje een botsing vermeden werd. In Brussel zouden ze voor minder de stad bijeen toeteren. Iedereen is ook graag bereid om persoonlijke aanraders met ons te delen. In een schoenenwinkel krijgen we van de verkoper een lijstje met lekkere adresjes, waarvan we er eentje uitproberen. Pastuso, gelegen aan de AC/DC Lane, serveert overheerlijke Peruaanse hapjes. Ook een koffiebar vlakbij de Victoria Market krijgt er twee fans bij.
Na onze eerste aangename nazomerdag krijgen we een eerste hittegolfdag. We smeren ons dus extra in en houden ons zoveel mogelijk in de schaduw. De auto mag gelukkig nog wat langer in de ondergrondse garage van het hotel blijven, anders waren de meegebrachte pralines zeker in chocomousse veranderd.
's Avonds worden we bij Jason en zijn gezin verwacht. Jason hebben we in België leren kennen en sindsdien was hij al een paar keer bij ons te gast. Nu is het onze beurt voor een tegenbezoek. Het zijn heel lieve mensen en ze hebben een schattige hond die eerst wat bang is van mijn krukken, maar dat gaat snel over. Grappig moment van de avond: de tv speelt "Crocodile Dundee", die komische film over een Australische woudloper die in Amerika verzeild raakt. Net nu we bij een Australisch gezin te gast zijn, passeren alle Aussie-clichés ineens de revue.
Yarra-vallei
Een mooie uitstaptip van onze vrienden is Healesville Sanctuary, een zoo in de Yarra-vallei, die wat het midden houdt tussen Planckendael en Pairi Daisa, maar alleen met inheemse dieren. Bijna de hele tijd wandelen we rustig met zijn tweetjes rond, alleen voor de vogelshow zitten we daar met meer dan 50 man. Dat is het vreemde in Australië: wat je ook bezoekt, het is allemaal zo uitgestrekt dat je meestal het gevoel hebt dat je er praktisch alleen bent. Alleen bij de echte publiekstrekkers zie je ineens al die andere bezoekers. En die vogelshow is de moeite. Eén arend vliegt rakelings over Karen haar hoofd, toch een spannend moment. De Yarra-vallei is bekend als wijnregio, maar er rest ons slechts tijd voor twee wijnhuizen. Jason is ondertussen een pre-paid simkaart gaan regelen voor onze gsm. Zo hebben we de rest van onze reis vlot en goedkoop toegang tot internet.
Phillips Island
We laten ons opnieuw leiden door een suggestie van ons gastgezin en breien een extra etappe aan onze reisroute. Phillips Island is een schiereiland en populair vakantieoord ten zuiden van Melbourne, maar na de vakantieperiode nagenoeg uitgestorven. We passeren het autocircuit van Melbourne, waaraan de snelle jongens blijkbaar niet kunnen weerstaan. Wij werpen één blik op onze "bolide" en tuffen stilletjes verder.
Motor Inn Tropicana is, ondanks de naam, een goed onderhouden, eenvoudig maar ruim logies. Ontbijt en wifi zijn in de 100 dollar (64 euro) per nacht inbegrepen. Natùùrlijk kun je er een aangepaste kamer krijgen, maar ik heb zo'n zin in een bad dat we voor een deluxe kamer kiezen. De wandeling die we willen volgen staat als buggy-toegankelijk aangeduid. Na een kilometer moeten we toegeven dat dat een juiste inschatting is. Voor ons twee (ik met manuele rolstoel) is dit iets te lastig.
Bij de toeristische dienst hebben we tickets voor de Penguin Parade gekocht. Onze zondagavond brengen we dus door in het gezelschap van enkele tientallen pinguïns die bij zonsondergang vanuit de zee hun nest komen opzoeken. De medewerkers van het reservaat brengen mij met zo'n golfkarretje tot aan de observatieplaats (zo moet Karen enkel een lege rolstoel de helling opduwen). Daarna wijzen ze ons de allerbeste plaats om alles te zien: de diertjes waggelen zowat onder onze voeten voorbij! We hebben helaas geen foto's, want dat blijkt absoluut verboden.
Wilson's Promontory & Lakes Entrance
We gaan voor nog wat meer natuur. Rond de middag komen we aan op het meest zuidelijke punt van Australië in Wilson's Promontory: een moerassig natuurgebied dat wel deels rolstoeltoegankelijk gemaakt is. Dit geldt als een echt wandelparadijs en de foto's van een zonovergoten natuurpark die we op internet vinden, spreken tot de verbeelding. Wij hebben echter een mistige, druilerige dag uitgekozen voor ons bezoek. En weet je wat? Het is evengoed prachtig. De sfeer is mysterieus-sprookjesachtig. We laten de in het bezoekerscentrum aangeboden alle-terreinrolstoelen (!) voor wat ze zijn en kiezen een korte wandeling die aangeduid staat als rolstoeltoegankelijk. En ja hoor: het pad loopt als een stukje parketvloer net boven het grondniveau. Geen enkel obstakel. We wandelen slechts twee kilometer heen en terug, maar onderweg kronkelt onze route langs een meer met ronde keien als reuzenknikkers, door een stukje regenwoud met bomen die met hun takken als wriemelende vingers een doorgang vormen, eindeloze moerassen en nog veel meer wonderlijke landschappen. Achter elke bocht is er weer iets anders te zien. Onderweg passeren we ook een paar goed toegankelijke vakantiehuizen. Voor een volgende keer?
Daarna rijden we door naar Lakes Entrance, waar we tijdens onze eerste reis wel langsreden, maar niet stopten. Ook hier merken we meteen dat het hoogseizoen voorbij is. Een kamer vinden we in een handomdraai (95 dollar voor 2 personen), maar verder valt er erg weinig te beleven. Gelukkig maakt een prachtige zonsondergang het allemaal de moeite waard. We eten lekker en niet duur bij Ferrymans. Het restaurant is op het water gebouwd en beschikt over een plateaulift naar het zonneterras. En het heeft een aangepast wc (moet ik dat elke keer herhalen? Laat ons afspreken dat ik het aangepast toilet alleen nog vermeld als het er niet is of als ik er iets speciaals over kan zeggen).
Canberra
Je zult maar een man hebben die in de toeristische branche werkt. Karen stemt in met een omweg langs Canberra, waar ik enkele plaatselijke collega's wil bezoeken. Voor de quizzers: Canberra is de enige officiële hoofdstad van Australië. We maken van de gelegenheid gebruik om het National Museum te bezoeken. De vaste collectie brengt de geschiedenis van Australië in beeld (zowel vanuit het standpunt van de ingeweken als de aboriginal bevolking) en is helemaal gratis en heel interessant. Bovendien heeft het museum een vloot elektrische scooters gratis beschikbaar voor bezoekers die minder goed te been zijn. Voor de rest vinden we Canberra een enigszins kunstmatige stad. Alles is zo keurig aangelegd en onderhouden dat je niet meteen de indruk hebt dat hier mensen hun dagelijks leven slijten. De meeste inwoners werken dan ook voor een overheid: ambtenaren en diplomaten maken hier de dienst uit.
Logeren doen we voor het eerst via de AirBnB-formule. Dat wil zeggen dat we een kamer krijgen bij particulieren, een jong koppel dat net buiten het stadscentrum woont. Voor ons is dit een absolute meevaller. We worden hartelijk ontvangen, babbelen de hele avond en 's morgens hebben onze gastheer en gastvrouw een lekker ontbijt voor ons klaar. Zelf moeten ze snel naar het werk, dus mogen we gewoon de sleutel op een afgesproken plekje leggen. Zoveel vertrouwen, het charmeert ons.
Nowra
We laten het binnenland weer achter ons. Eenmaal terug aan de kust, zetten we koers in noordelijke richting.
Tijdens onze heenreis gaf de geblesseerde studente uit Melbourne de tip om zeker eens in Fitzroy Falls uit te stappen. Alweer een aanrader! De mevrouw in het bezoekerscentrum kijkt wat raar op als ik vraag of de watervallen ook met de rolstoel bereikbaar zijn. "Natuurlijk!" Het wandelpad lijkt opnieuw bijna een parketvloer, zo goed aangelegd. We genieten van het prachtige uitzicht.
Nog steeds zijn we te vroeg voor de afspraak op ons volgend logement, dus nemen we een kijkje in het plaatselijke stadscentrum. Nowra is een stadje zo groot als Leuven, maar bij gebrek aan universiteit is hier minder sprake van een bruisend uitgangsleven. "Voor lekker eten en drinken moet je in Berry zijn," horen we meermaals van Australiërs. Maar we zitten dus even ten zuiden, in Nowra, en vinden een leuke taverne en rechtover een winkeltje met kleine snuisterijen. We wandelen eens binnen en raken aan de praat met de winkelbediende. "Australië is groot genoeg," vindt ze. "Zolang onze kinderen thuis wonen, tonen we hen hun eigen land. Later hebben ze nog tijd genoeg om de rest van de wereld te verkennen."
Eindelijk kunnen we kennismaken met ons nieuwe gastgezin, dat we opnieuw via AirBnB op het spoor kwamen. Moeder is kapster, vader gitaarbouwer, de jongste dochter studeert nog. Voor hun gasten hebben ze een (rolstoeltoegankelijk) appartement met eigen ingang, badkamer, keuken, tv, internet en zelfs een piano. We betalen 53 euro per nacht voor ons beiden. Al snel klikt het tussen ons en onze gastfamilie, dus brengen we enkele mooie avonden samen door. We blijven uiteindelijk drie nachten.
Jervis Bay
Na een redelijk intensieve week van rijden en bezichtigen, nemen we even onze tijd. We verkennen de omgeving, bezoeken het naburige stadje Berry en brengen een paar prettige middagen door aan Jervis Bay.
Tien jaar geleden passeerden we al langs deze baai, die naar verluidt het witste strand ter wereld heeft (de toeristische dienst heeft weer zijn best gedaan). Maar toen zorgde de grijze lucht voor minder sfeer. Het plaatsje Huskisson weet ons nu wel te charmeren. Om walvissen te spotten zijn we er in het verkeerde seizoen, maar de dolfijnen blijken nooit ver weg. Dus boeken we een boottocht. Ik mag eerst even kijken of ik makkelijk aan boord kan. Mij lukt dat, maar vaste rolstoelers reserveren best vooraf de rolstoeltoegankelijke boot. We zien dolfijnen, maar je moet erg snel zijn om ze op foto vast te leggen.
Terug op onze thuisbasis heb ik mij in de tuin geïnstalleerd terwijl onze gastheer zijn surfplank repareert (surfen is, na cricket, de favoriete hobby van veel Australiërs). Enigszins gegeneerd vertelt hij dat hij vanmorgen met de buurman over mij gepraat heeft. De buurman kende ons al, want blijkbaar was de winkelbediende met wie we op onze eerste dag in gesprek raakten de buurvrouw. Een kans van één op de honderdduizend (inwoners), maar we hebben ze alweer gegrepen.
Blue Mountains
We rijden een flink stuk door en belanden zo in de nog steeds grotendeels ondoordringbare Blue Mountains. Deze 11.000 vierkante kilometer wildernis heet zo omdat de eucalyptusbomen er bij warm weer een blauwe waas over het landschap leggen. Dit is een toplocatie voor toeristen uit binnen- en buitenland. We zijn dus heus niet alleen als we de grillige rotsen van de Three Sisters gaan bezichtigen. Maar we hebben een speciale reden om hier neer te strijken, want we hebben afgesproken met George, een Australiër die we tien jaar geleden in een winkel ontmoetten en met wie we sindsdien zijn blijven corresponderen.
Sydney
Aangekomen in Sydney voelen we ons bijna thuis. Niet alleen omdat dit de laatste halte van onze reis is, maar ook omdat onze Leuvense buren hier tijdelijk wonen. We boffen nogal dat we bij hen mogen logeren.
Hier proeven we van het dagelijkse leven in Stanhope Gardens, een voorstad van Sydney. Maar we maken ook leuke uitstapjes die ons weer een nieuw gezicht van de stad tonen. Zo bezoeken we samen het Royal National Park en de badplaats Manly. De camera van Karen draait overuren bij al die mooie panorama's.
En zo belanden we op een ietwat druilerige middag in de grote stad. Net als we in het Museum of Contemporary Art het dakterras ontdekken, breekt alweer de zon door de wolken. Je eet hier lekker, met een prachtig uitzicht op hartje Sydney.
We zijn vooraf gewaarschuwd voor grootscheepse wegwerkzaamheden in het centrum van Sydney, maar daar merken we dankzij de gps weinig van. We logeren voor onze laatste nacht in het Central Station hotel, bij Hyde Park. De aangepaste kamer lijkt ons niet geschikt voor een voltijdse rolstoelgebruiker, omdat twee (!) extra bedden de ruimte grotendeels in beslag nemen. Gelukkig kan ik mijn krukken gebruiken. Parkeren kan op een parkeerterrein om de hoek. Een baliemedewerker is zo vriendelijk om ons te helpen bij het uitladen van onze koffer.
Huiswaarts
De dag die we in onze heenreis verloren waren, halen we nu tijdens onze 24 uur durende terugvlucht weer op. Denkend aan de nachtmerrie van het begin van onze reis, laat ik er bij aankomst in Dubai geen twijfel over bestaan dat ik niet opnieuw naar de "wheelchair lounge" wil. De assistent begrijpt mij zeer goed, maar moet voor de douanecontrole hoe dan ook met ons daarlangs. Ik probeer er aan een verantwoordelijke uit te leggen wat mijn probleem is, maar zij reageert verbolgen. "Als je hier niet wil wachten, dan komt dit neer op een weigering van de assistentie," waarschuwt ze mij. "Dan moet je op eigen kracht naar de gate (ik verzeker haar dat ik met mijn krukken een eindje kan stappen) "… en dan moet je zelf tien treden de vliegtuigtrap op," vervolgt ze met een grimmig lachje. Als ik ook daarop reageer dat dat wel zal lukken, lacht ze mij vierkant uit, maar ze laat ons toch gaan. De assistent laat ons in de transitzone achter op de best denkbare plaats: op een paar stappen van de toiletten, vlakbij de gate en met een koffiekraam in de buurt. De rolstoel moet hij opnieuw meenemen, maar deze keer mogen we wel onze boarding pass houden. Deze attente schikking maakt dat ik zonder gezichtsverlies op het vliegtuig geraak (ik telde twintig treden), maar ik heb wel een klachtenbrief gestuurd. Ter info: de reactie van Emirates-klantendienst was dat ze het "jammer" vonden dat ik mij tekortgedaan voelde; hopelijk komt er ooit iemand daar werken die de procedures eens grondiger onder de loep wil nemen.
Onze terugreis verloopt verder uitstekend en we krijgen een zeer goede service in de luchthaven van Zaventem. Het waren drie fantastische weken. Luidop zul je het ons nog niet horen zeggen, maar stilletjes dromen we al van een volgend weerzien Down Under.