Citytrip naar Dublin (Ierland)

Groot gebouw in neo-klassieke stijl, gezien vanaf de overkant van de rivier.

 

Geschreven door Hilde en Piet - Dublin (14-20/5/2011)

1. Persoonlijke gegevens

- Reisverslag van Hilde en Piet Duyck-Deruyck
Burg. Decoenestraat 10
8520 Kuurne
056 72 53 71
pietduyck@pandora.be

- Aangezien Piet huisman is mag men op elk moment van de dag proberen contact op te nemen om meer te vernemen over deze reis en reisbestemming.

- Daar Piet rolstoelgebruiker is gaat in ons reisverslag speciale aandacht naar rolstoeltoegankelijkheid.

- Als we spreken van cat. 1, 2, 3 of 4 dan verwijzen we naar het Britse logo-systeem betreffende rolstoeltoegankelijkheid:

Cat. 1. Toegankelijk voor individuele rolstoelgebruiker.
Cat. 2. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker met begeleider.
Cat. 3. Toegankelijk voor rolstoelgebruiker die enkele stappen
kan zetten en maximaal drie treden kan nemen.
Cat. 4. Niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

- Wat ons het best past en ons dus interesseert is dus de categorie 2 én onze rolstoeltoegankelijkheidsbeoordelingen zullen vooral met die categorie te maken hebben.
Piet gebruikte op die reis een gewone rolstoel van 67 cm breed en een zithoogte van 50 cm.

- Dit reisverslag kan door Piet gemaakt worden omdat Hilde tijdens onze reis elke avond ons reisdagboek minutieus invult. ’n Paar weken later leest ze dit reisverslag, gebaseerd op ons reisdagboek en enkele notities betreffende rolstoeltoegankelijkheid, en zet ze overal de puntjes op de i, figuurlijk dan, en vult hier en daar nog wat aan.

2 Voorbereiding + Reis-info

- Veel voorbereiding was er niet want pas ’n paar weken voor het vertrek besloten we een trip te maken. Het werd Dublin. Ierland kenden we al ‘n beetje maar de Ierse hoofdstad nog niet dus …

- Bij Infopunt Toegankelijk Reizen vonden we geen reisverslagen over die hoofdstad maar wel bij Wegwijzer. De meeste reisverslagen die enkel over Dublin gaan zijn geschreven door reizigers die er enkel 2 à 3 dagen waren. In één reisverslag lazen we zelfs het volgende: “De meeste bezienswaardigheden liggen op wandelafstand van elkaar en zijn op één dag te voet te bezichtigen. We zijn alleen Guinness Store House binnen gegaan. Als je andere gebouwen wil binnengaan moet je ’n extra dag rekenen en 3 dagen zou ruim voldoende zijn om deze stad grondig te bezoeken.” Maar het lezen van die reisverslagen deed ons beseffen dat Dublin meer aandacht verdiende en kozen we voor ’n citytrip van net geen week (7 dagen en 6 nachten): we kwamen er aan in de voormiddag zodat we die dag al een en ander bekeken en bezochten, sliepen er zes nachten (waartussen 5 dagen om Dublin te bezoeken en te bezichtigen) en de laatste dag verlieten we Dublin in de namiddag zodat we die dag nog ’n bezoek konden brengen aan de Trinity College met The Book of Kells.

- De enige voorbereiding was dus bij ’n reisagentschap (Jetair/TUI in shoppingcenter, Kortrijk) ’n vlucht heen en terug te boeken en ’n rolstoeltoegankelijke kamer in een rolstoeltoegankelijk hotel (de keuze viel op Hotel Trinity Capital na informatie te hebben ingewonnen) te reserveren voor 6 nachten (kamer met ontbijt). Dat verliep zonder problemen.
Vlucht Brussel-Dublin: 164,60 + 25,40 = 190 Euro
Vlucht Dublin-Brussel: 204,60 + 12,00 + 25,40 = 242 Euro
Hotel: 570,40 Euro
Totaal: 1002,40 Euro

- In de bibliotheek vonden we enkel ’n “ANWB Extra” reisgids over Dublin. Denkende aan de ANWB Extra reisgids over Malta hebben we terplaatse weer het gevoel gekregen dat er zaken instaan die ons doen vermoeden dat de schrijver over zaken spreekt die hij zelf niet gezien heeft. Al bij al, toch beter zo ’n reisboek dan geen.
Van Jetair kregen we Compactgids “Dublin for less”: reisgids in het Nederlands in Groot- Brittannië door Metropolis International (UK) Ltd uitgegeven. Sommige bezienswaardigheden die niet vermeld waren in de ANWB reisgids stonden wel in die Compactgids. Interessante gids met veel info o.a. openingsuren en enkele kortingsbonnen achteraan.

3. Logies en rolstoeltoegankelijkheid

- Ons hotel “Trinity Capital” (niet ver van de “Trinity College”) ligt in de Pearse street. In dit hotel hoef je geen enkele trede te nemen en is alles vlot bereikbaar. Voor ons was dat dan onze kamer en het restaurant waar men ontbijt. Op het gelijkvloers vermijdt men ’n trapje dank zij ’n lang hellend vlak via ’n andere weg.

- Dit hotel heeft dus meerdere rolstoeltoegankelijke kamers. De onze was kamer 439 op de 4de verdieping, te bereiken via ’n lift die voldoende ruim is. De slaapkamer is voldoende ruim en heeft 2 enkelbedden naast elkaar en heeft ’n toegang tot de badkamer die ook voldoende ruim is. Het toilet heeft dezelfde hoogte als mijn rolstoel (50 cm) en heeft handgrepen aan weerszijden waarvan die aan de kant van de rolstoel verstelbaar is.
Zelfde scenario voor de douche met nog ’n paar handgrepen bij rond de mega-douchestoel. De lavabo is onderrijdbaar. De deur van de badkamer draait naar binnen maar dat levert geen enkel probleem op.
Alle deuren en gangen waar wij door moesten in dat hotel zijn voldoende breed.
Dit hotel is ’n groot hotel met de charmes van ’n klein hotel: overal hoekjes en kantjes en het personeel is vriendelijk en behulpzaam.

4. Openbaar vervoer en rolstoeltoegankelijkheid

- Als men ’n reis boekt vraagt het reisagentschap of zij voor vervoer (bvb taxi) moeten zorgen vanaf de luchthaven tot het hotel. Voor ons zou dat 70 Euro kosten. Daar zijn we dus (wijselijk, bleek achteraf) niet op in gegaan want er rijden bussen (Air Link en lijnbussen) vanaf de luchthaven naar het centrum van Dublin en dat kost 6 Euro pp en de bussen (zowel deze als alle andere openbare bussen in Dublin) zijn perfect rolstoeltoegankelijk.
Het niveau van de bus ligt enkele cm hoger dan het voetpadniveau en ’n rolstoelgebruiker met begeleider kan dit dus vlot nemen maar toch zal de buschauffeur ’n automatisch hellend vlakje laten uitschuiven tot op het voetpad. Je rijdt dus vlot in de bus en in de gang waar links één ruime plaats is voor de rolstoel én ruimte om er te kunnen manoeuvreren en kan men de rolstoel zo plaatsen dat de rolstoelgebruiker kijkt in de richting waarheen de bus rijdt. Uit de bus rijden loopt even vlot. De buschauffeur was heel vriendelijk en dat doet deugd maar we hebben tijdens ons verblijf in Dublin vlug ondervonden dat heel wat Ieren vriendelijk zijn.

- We maakten ook ’n uitstapje naar Bray (heen en terug: 4,80 Euro pp) met de trein (DART) en de trein was eveneens probleemloos rolstoeltoegankelijk.
Wordt het dus niet eens echt noodzakelijk dat België ’n delegatie trein- en busverantwoordelijken naar Dublin stuurt ?

5. Bezienswaardigheden en rolstoeltoegankelijkheid

Het is ons heel duidelijk opgevallen, te beginnen dus in de luchthaven en in de bussen, dat Dublin echt rolstoeltoegankelijk is. Op straat, bij elke voetgangersoversteek is er hellend vlak neerwaarts naar de straat toe. Voeg daarbij dat alle te bezichtingen bezienswaardigheden (zelfs al zijn het eeuwenoude gebouwen) inspanningen leveren om alles zoveel als mogelijk rolstoeltoegankelijk te maken. Voeg daarbij restaurants en pubs die eveneens die inspanningen leveren. Chapeau !!!

- Ons eerste bezoekje, op de dag van onze heenreis, was dus voor het nabijgelegen Trinity College, ’n mooi universitair complex met mooie parkjes en gebouwen. Wel even schuilen voor ’n Iers buitje dat maar 10’ duurde. Efkes binnengewandeld en ontdekt (in de shop) dat het Book of Kells hun grootste schat is maar dan verder gewandeld in Dublin om voeling ermee te krijgen: geen “waw”-belevingen maar ’n toffe, hartelijke sfeer.
Ons laatste bezoekje, op de dag van onze terugreis, was ook voor de Trinity College en hebben we de old library (dus rolstoeltoegankelijk, ook dank zij ’n lift en dat in ’n gebouw van ergens in de jaren 1700) bezocht met oa de Long room (1de verdieping en die long room is de oude bib met zo’n 200.000 boeken en manuscripten en vele borstbeelden van geleerden zoals bvb Socrates) en op het gelijkvloers een tentoonstelling over het fameuze Book of Kells, de 4 evangeliën, geschreven en geïllustreerd door monniken. Wie in dat boek geïnteresseerd is kan elke dag 2 bladzijden (elke dag 2 andere) zien op een tussenverdiep. Je kan ook eens rondlopen in de shop waar heel wat informatie (boeken en Co, ook in andere talen, oa Frans) ligt over dat beroemde boek.
Ingang: 9 Euro voor senioren en dus voor rolstoelgebruikers (want er is geen tarief voor rolstoelgebruikers en dat bleek overal in Dublin zo te zijn): 8 Euro. Het weze eveneens gezegd dat de ingangsprijzen van musea en aanverwanten duur zijn.
Het Trinity College heeft ook ’n rolstoeltoegankelijk toilet.
Op weg naar de Guinness-brouwerij kwamen we de Christ Church Cathedral tegen en daar bleek men te moeten betalen (en dat om er te mogen gaan bidden !!!) en men bleek eveneens te moeten betalen om te mogen bidden in de St-Patrick’s Cathedral. En, in het zo katholieke Ierland, blijken beide kathedralen protestants te zijn. Om in de St-Patrick’s Cathedral (volwassene: 5,50 Euro; senior: 4,50 Euro) binnen te gaan zijn er treden maar is er wel ’n plateaulift die ’n beetje tegensputterde maar ’t lukte al bij al toch.
Al is de Christ Church vermoedelijk meer de moeite waard om te bezichtigen.

- Guinness Store House. Er is ‘n senior-ticket voor 11 Euro ipv 15. Voor Hilde gaven ze haar ’n studenten(ouder dan 18 jaar)kaart, eveneens 11 Euro. Het is perfect rolstoeltoegankelijk en men toont en illustreert, verdeeld over verschillende verdiepingen, het hele brouwproces én de geschiedenis van de Guinness en het eindigt met ’n gratis degustatie van “a pint of Guinness” in de Gravity Bar op de 7de verdieping en 360° uitzicht op Dublin. Heel mooi.
Er is ‘n rolstoeltoegankelijk toilet: verhoogde wc, 4 handgrepen, alarm. De ruimte is iets te krap (veroorzaakt door ’n naar binnen draaiende deur) maar rijd er achteruit in en dan lukt het wel.
Vandaar op zoek naar het Middeleeuwse stadsgedeelte en de Temple Bar-wijk maar van beide is er historisch niet veel meer van over, historisch gezien dan, want het lijken gewone straten en gebouwen. Dan maar naar de Grafton-winkel-straat. Het is er druk, met veel winkels en dus gingen we even uitblazen in het Stephens Green Park.

- In de fameuze O’Connellstreet stond vroeger de Nelsonzuil (ter ere van de Engelse admiraal Nelson Horatio) maar die werd opgeblazen door de IRA (Irish Republican Army) in 1966 maar op die plaats staat nu de The Spire en dat blijkt, 120 m hoog, het grootste beeldhouwwerk van Europa te zijn. Beeldhouwwerk lijkt me geen juiste term want die Spire is gewoon een naald in roestvrij staal met ’n diameter van 3m aan de basis. Van ver lijkt het amper de moeite maar als je aan de basis ervan naar de top kijkt dan is het wel indrukwekkend. Op de 3 onderste meter ziet men rondom rond non-figuratieve vormen die verwondering opwekken.

- Kilmainham Gaol (ingang 6 Euro; voor senioren: 4 Euro) is ’n gevangenis uit de 18de eeuw en werd ze gesloten in 1924 en werd ze als bezienswaardigheid heropend in de jaren ’60. Interessant en van symbolische waarde omdat belangrijke vrijheidsstrijders (IRA) er gefusilleerd werden. ’n Enthousiaste persoonlijke gids gaf ons veel uitleg tijdens de rondleiding. De bovenverdiepingen van de oude gevangenis waren uiteraard niet rolstoeltoegankelijk maar het bijhorend museum was dat wel dankzij oa ’n lift. Dit museum toont oa het leven vroeger in die gevangenis, de politieke leiders van toen en de restauratie door vrijwilligers in de jaren ’60. Een aanrader.
Vandaar naar de Jameson Irish Whiskey* Corner of Distillery ttz de oude want in de jaren ’70 werd ze vervangen door ’n nieuwe, mooie, grotere en industriële distilleerderij. Het is er rolstoeltoegankelijk dank zij ’n lift.
De uitleg was kort maar voldoende en op het einde van de rondleiding was er een proeverij: pure whiskey voor mij en whiskey met cranberry(rode bosbes)sap voor Hilde. Ingang: 13,50 Euro; senioren: 10,00 Euro.
* Jawel, whiskey met ’n e voor de Ierse en de Schotse is whisky

- ’n Wandeling in de Docklands – de oude havenbuurt met vroeger dus dokken – loont ook de moeite en je hebt er zicht op heel wat nieuwe indrukwekkende bouwconstructies oa ‘n imposant (lijkt ’n glazen) voetbalstadion, ’n glazen gebouw in de vorm van ’n scheve ton, enzovoort en ’n Spaans rolstoeltoegankelijk café-restaurant. Trendy buurt met veel restaurants en drinkgelegenheden (geen Ierse pubs maar wereldkeuken).
In de omgeving van Docklands, wandelend langs de Liffey (de rivier – ofte stroom vermoedelijk – die Dublin doorkruist) zagen we ook het “Custom House”, ’n typisch voorbeeld van Georgian stijl die wel de moeite lijkt.
Die Georgian stijl ziet men regelmatig in Dublin maar eigenlijk stelt dat niet echt veel voor, ook esthetisch (behalve dat “Custom house”) want al die huizen in een rij zijn allemaal identiek en weinig esthetisch behalve de voordeuren en hun bijhorende versieringen die verschillen en die iets artistieks hebben.

- Via ’n lift naar het perron en via ’n mobiel hellend vlakje (maar voor ’n rolstoelgebruiker met begeleider is het niet nodig) in de trein (hier spreken ze van DART, de treincompagnie) en wij op weg naar Bray, ’n rustig, slaperig kuststadje op ‘n 20-tal km (vermoeden we) ten zuiden van Dublin. Er is ’n lange wandelpromenade en ’n kleine plezierhaven. Men kan er ook ’n kliffenwandeling maken maar dat veronderstelt hellingen dus ….
Bray is niet echt ’n aanrader.

- Donderdag was museumdag (voor ons dan toch). We deden er 3 waarvan er 2 voorzien waren. Eerst het National Museum of Ireland (rolstoeltoegankelijk op het gelijkvloers) waar enkel het gelijkvloers rolstoeltoegankelijk is maar volgens Hilde heb ik niks gemist. Indrukwekkende gouden sieraden bleken de blikvangers.
Vandaar naar The National Gallery en daar hadden we geluk bij ’n ongeluk want, wegens renovatie waren 3 vleugels gesloten maar alle meesterwerken (o.a. Breughel, Van Gogh, Picasso, Titiaan én Caravaggio) hingen bijeen en ook ’n aangename kennismaking met de Ierse schilder Jack Yeats. Er is tevens ’n ruim rolstoeltoegankelijk toilet met alles erop en eraan.
Daarna ’n wandeling langs Dublin Castle (bolwerk van de Engelse macht) dat we dus enkel bekeken van buiten :-) maar aldus belandden we in de niet geplande Chester Beatty Library (liften ruim + rolstoeltoegankelijk all-included toilet) en bewonderden ’n tentoonstelling over de wereldgodsdiensten met o.a. oude gecalligrafeerde geschriften waaronder Koran, Thora, Bijbel, ed.
En ergens tussendoor ’n blitzbezoekje aan het ouderwetse postgebouw in de O’Connell street dat menigmaal decor was voor films en ook weer eens even moeten wachten omdat the queen van Engeland even passeerde en zij was de eerste Engelse koninklijke in 120 jaar die weer eens in Ierland was. Wat niet belette dat er toch ook een betogingetje was tegen de imperialisten en dus tegen het bezoek van the queen.

6. (W)Etenswaardigheden en rolstoeltoegankelijkheid

- Als je je kaart raadpleegt om te kijken hoe je deze of gene bezienswaardigheid zou kunnen bereiken dan komt er meestal direct ’n Ier naar je toe om je te vragen waar je naar toe wil en om je dus de weg te wijzen. Ieren zijn dus gewoon spontaan en vriendelijk.

- Op café is bier (en appelcider) normaal gezien duurder dan in België. Op restaurant is het eten iets goedkoper dan in België zeker als je het “early bird menu” (bestellen tussen 17h en 19h) neemt.

- Aangezien we in ons hotel geboekt hadden voor “kamer met ontbijt” was ons ontbijt dus Iers en dus zoals in Engeland ttz met alles erop en eraan en in onbeperkte hoeveelheden en je kiest zelf uit wat je allemaal wenst te verorberen en in hoeveel gangen: verschillende soorten fruitsap en allerhande fruit; cornflakes en verschillende soorten brood en broodjes en brood roosteren kan ook; alle mogelijke soorten beleg, confituren, kazen ook worstjes, eieren (rauw, gekookt, gebakken, enz.), spek, bloedworst, champignons; koffie, thee, melk; en, weet ik veel, wat nog allemaal.

- Ons eerste restaurantbezoek was in O’Neills (Suffolkstreet), ‘n rolstoeltoegankelijk pub met lekker pub-eten en ’n gezapige en gemoedelijke Ierse sfeer. Je vraagt aan de pub-etentoog* wat je wenst en je krijgt het direct mee. Zalm (ttz fish of the day: 12,95 Euro) en lam (ttz Irish stew: 11,95 Euro) aten we en de appelcider (heet “Bulmers”; 1 pint: 5,15 Euro; 1 glass: 2,95 Euro) smaakte er lekker bij.
*Die pub-etentoog ligt ’n paar treden lager maar ben je – als rolstoelgebruiker – alleen dan komt ’n dienster je zeker vragen wat je wenst te eten want de Ieren zijn vriendelijk.
Zowel appelcider als Guinness wordt getapt in glazen van 0,5 l en zo’n glas heet dan “a pint”. Als je ’n Guinness (of appelcider ttz Bulmers) vraagt dan krijg je automatisch “a pint. Je kan ook Guinness in ’n glas van 0,25 l krijgen en zo’n glas heet dan “half a pint”.
Het bier Guinness wordt beschouwd als ’n stevig bier en het is stevig – en lekker – van smaak maar bevat amper 4,2 % alcohol. De appelcider is ook lekker en bevat nog minder alcohol. In Ierse pubs is er geen bediening aan tafel, je bestelt zelf aan de toog.

- Heel veel restaurants zijn vlot rolstoeltoegankelijk en zelfs als wij bij restaurant The Bank (in College Green 20-22) merken dat er 4 treden zijn komen ze ons melden dat er achter ’n andere voordeur van het restaurant ’n plateaulift is. Via die andere ingang – zonder treden – reden we dus op die plateaulift die ons op het niveau van het restaurant bracht. Daarbij heeft The Bank ’n goeie kaart en serveert lekker eten. Alleen stond de muziek net iets te luid maar dat vergaven we hen met plezier omwille van die plateaulift.
De driegangen-early bird-menu in The Bank kostte 23 Euro en ’n fles Chardonnay eveneens.

- In restaurant Mona Lisa (D’Olier Street), dat zich op het gelijkvloers bevindt, zijn de toiletten in de kelder. Evenwel, één toilet, ’n rolstoeltoegankelijk, bevindt zich op het gelijkvloers.
Er gezond en lekker gegeten en de wijn was navenant. Hier kostte de witte huiswijnfles 9,95 Euro en we aten elk ’n salade, met kip voor Hilde en met asperges voor mij, voor 13,50 Euro en 13,95 Euro en verder profiterolles voor 3,95 en tiramisu voor 4,75.

- In pubs en restaurants is roken verboden.
En als je er eenmaal binnen bent en ze vragen je: “How are you?” dan hoef je niet te antwoorden met: “Fine, thank you, how are you ?” (dan lachen ze eens hartelijk) maar met: “2 pints of Guinness, please” of iets dergelijks.

- The Church (op de hoek van Marystreet en Jervisstreet) is ’n echte voormalige kerk die nu dienst doet als pub-disco-restaurant : pub en disco in de kerk (op het gelijkvloers dus) en restaurant op het oksaal en Co maar men kan er ook heen via ’n rolstoeltoegankelijke lift in de toren ernaast. We aten dus in dit restaurant het early bird-menu (keuze uit 3 voor-, hoofd- en nagerechten) te bestellen dus tussen 17h en 19h maar het verorberen mag wel uitlopen tot na 19h. De menu was erg lekker, budgetvriendelijk – behalve de wijn – maar iets te snel opgediend.

- In Dublin spreekt iedereen er Engels maar de straatnamen zijn aangeduid in het Iers en het Engels. Maar van dat Iers valt niks te begrijpen. ’n Voorbeeldje: de “Lord Edward street” heet in het Iers “Sraid An Tiarna Eabhard”.

- Bij de verkeerslichten voor het autoverkeer heb je dus ook verkeerslichten voor de voetgangers. Enkel toeristen respecteren die voetgangers-verkeerlichten en de Ieren (politieagenten op kop) steken dus ook bij rood licht over als ze daartoe de kans hebben.
Aangezien we ons thuis voelden in Dublin deden we zoals de Ieren en staken we dus ook over bij rood licht als het kon. Dat dit oogluikend ook voor toeristen toegelaten wordt bewijst volgend feit: waar de voetgangers moeten oversteken is op de straat het volgende geschilderd: ofwel “look left” (kijk naar links) ofwel “look right” (kijk naar rechts). Ieren weten uit welke richting de auto’s komen maar vele toeristen komen uit landen waar rechts gereden wordt en weten ze niet uit welke richting de auto’s komen. Moest men enkel oversteken als het voetgangerslicht op groen staat dan hoeven die aanduidingen, ttz look left en look right, niet want men mag dan gewoon oversteken aangezien auto’s en Co stil staan voor het rood licht. Dat die aanduidingen er wel staan bewijst dus dat de Ierse staat oogluikend toestaat dat ook toeristen mogen oversteken bij rood licht als ze maar in de goeie richting kijken om te weten vanwaar het gevaar kan komen. Sympathieke Ieren, niewaar !

- In restaurant-bar “Le Crubeen” (Talbotstreet 81-82) en gerangeerd nr 1 bij de “Dubliner 100 Best restaurants” (Dubliner Santa Rita Awards 2011) aten we elk ’n voor- en ’n hoofdgerecht doorgespoeld met appelcider voor de prijs (alles inbegrepen) van 50,95 Euro.
Een aanrader !

- Vanaf de eerste dag in Dublin kwam me de eerste zin (de enige die ik ken) van ’n song in me op en heb ik ginder vele malen spontaan neuriënd gemurmeld: “Always look on the bright side of life.” Beter kunnen we de sfeer en stemming in Dublin niet verwoorden.

Hoe goed vond je dit reisverslag?: 
4
Gemiddeld: 4 (3 stemmen)